De verschrikkingen die nu in Oekraïne plaatsvinden en al het andere lijken te overschaduwen, maken dat ik moeite had aan dit voorwoord te beginnen. Het voelde vreemd te gaan schrijven over de inzet en de resultaten van het OM in 2021, terwijl in 2022 Oekraïne letterlijk in brand staat.
Maar het is een schijntegenstelling. Juist nu het recht op leven zo wordt verbrijzeld en de internationale rechtsorde zo wordt geschokt, voel ik opnieuw ten diepste de waarde van de woorden vrijheid, veiligheid, rechtvaardigheid, democratie en mensenrechten. Woorden die alles te maken hebben met het werk dat wij OM’ers elke dag doen. Hoe fijn is het om in ons land in vrede te leven met onze buurlanden. Hoe fijn is het dat we in onze rechtsstaat mogen werken aan de strafrechtelijke strijd tegen onrecht.
De Nederlandse vrijheid is volstrekt onvergelijkbaar met de situatie in Oekraïne. En toch zijn er ook in ons land zorgen. Zorgen over de misdaad en het maatschappelijke klimaat in Nederland. 2021 was het jaar van de afschuwelijke moord op Peter R. de Vries. Een jaar waarin een aantal collega’s nog steeds bewaking en beveiliging nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Het jaar ook van opnieuw stijgend dodelijk geweld door jongeren. En een jaar waarin we onverminderd hebben gestreden tegen cybercrime.
2021 was bovendien een jaar waarin mensen en groepen soms recht tegenover elkaar stonden. Daar is op zichzelf niets mis mee, sterker, dat hoort in een vrij land. Alleen mondden de tegenstellingen nogal eens uit in belediging, bedreiging, intimidatie, opruiing, geweld en plundering. Met al deze zaken zijn het OM, en de politie, hartstikke druk geweest. Tal van OM’ers hebben hun werk gedaan onder zware omstandigheden en onder ongezonde werkdruk.
In vorige jaarberichten heeft u kunnen lezen dat het OM door financieel zware jaren is gegaan. Gelukkig staan we nu op een keerpunt. In het regeerakkoord is structureel extra geld uitgetrokken voor het OM en andere belangrijke organisaties in de strafrechtketen. Daarmee kan de werkdruk eindelijk wat worden aangepakt, kan een extra impuls worden gegeven aan verbetering van onze ICT. En we kunnen, op een overigens knellende arbeidsmarkt, mensen aannemen en opleiden voor het vele werk dat we hebben te verzetten. Ik hoop dat we mensen kunnen aantrekken die in al hun diversiteit één ding gemeen hebben. De wil om, in het klein en in het groot, onze wereld rechtvaardiger te maken.
Namens het College van procureurs-generaal,
Gerrit van der Burg