In 2022 was het precies 125 jaar geleden dat de Rijksrecherche werd opgericht. Haar voornaamste taak was ‘het tot klaarheid brengen van een belangrijk misdrijf indien bijzondere hulp wordt vereist van een ter plaatse onbekend (…) ambtenaar’. In essentie is dit altijd zo gebleven. Ook nu, 125 jaar later, onderzoekt de Rijksrecherche als opsporingsinstantie vermeend strafbaar gedrag door ambtenaren.
Onder het gezag van het Openbaar Ministerie richt de Rijksrecherche zich op het opsporen van binnenlandse ambtelijke corruptie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om onderzoeken naar ambtelijke omkoping, schending geheimhoudingsplicht, valsheid in geschrifte, fraude of witwassen gepleegd door ambtenaren. Daarnaast onderzoekt de Rijksrecherche alle schietincidenten en ander geweldgebruik door opsporingsambtenaren met zwaargewonde en dodelijke slachtoffers tot gevolg. Voor alle betrokkenen is het belangrijk dat dit soort heftige incidenten objectief en zorgvuldig worden onderzocht. De Rijksrecherche werkt ook aan het voorkomen van ambtelijke corruptie en het vergroten van de weerbaarheid van overheidsinstanties door middel van voorlichting en advies.
Resultaten
In 2022 heeft de Rijksrecherche in totaal 112 oriënterende, feiten- en opsporingsonderzoeken verricht. In 25 onderzoeken werd ambtelijke omkoping onderzocht (ook wel ambtelijke corruptie genoemd). Dit zijn vaak grote onderzoeken met een grotere mate van complexiteit. 24 onderzoeken richtten zich op het lekken van vertrouwelijke informatie door ambtenaren (schending geheimhoudingsplicht). In 2022 heeft de Rijksrecherche ook 42 onderzoeken uitgevoerd naar incidenten met vuurwapengebruik of ander ernstig geweldgebruik door de politie met zwaargewonde of dodelijke slachtoffers als gevolg.
In afstemming met het OM heeft de Rijksrecherche op basis van haar onderzoeken ook een aantal bestuurlijke adviezen opgesteld. Deze adviezen bevatten aanbevelingen om kwetsbaarheden in systemen van overheidsorganisaties, die in onderzoeken aan het licht zijn gekomen, op te lossen. Zo heeft de Rijksrecherche dit jaar aandacht gevraagd voor het thema logging: het adequaat registeren van handelingen van medewerkers zodat achterhaald kan worden wie wanneer welke informatie opvraagt in informatiesystemen van de overheid. Het adequaat loggen is een noodzakelijke beveiligingsmaatregel om overheidsorganisaties weerbaar te maken.
In de onderzoeken van de Rijksrecherche is zichtbaar
dat georganiseerde criminele samenwerkingsverbanden belangstelling hebben voor informatie uit overheidssystemen en daarvoor op zoek gaan naar corrupte contacten binnen de overheid. Rijksrechercheurs zien dat criminelen veel geld over hebben voor kentekenregistraties en persoonsgegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Daarnaast kan het ook gaan om het verstrekken van valselijk opgemaakte paspoorten. De gevolgen van het verstrekken van deze informatie en deze documenten kunnen verstrekkend zijn.
Om overheidsinstanties beter bestand te maken tegen corruptie is het essentieel dat ze zich bewust zijn van de kwetsbaarheden van interne processen en daar de nodige maatregelen voor treffen. Daarom deelt de Rijksrecherche, in het verlengde van haar opsporingstaak, steeds vaker haar kennis, en inzichten. Het afgelopen jaar heeft de Rijksrecherche een preventieprogramma voor het openbaar bestuur ontwikkeld. Een van de onderdelen van dit programma is de signalenkaart – een kaart die overheidsinstanties laat zien op welke signalen gelet moet worden om ambtelijke corruptie te herkennen en voorkomen. De signalenkaart is vrij verkrijgbaar via de website van de Rijksrecherche.
Samenwerking: Combiteam Havens
In de strijd tegen ondermijning werkt de Rijksrecherche
nauw samen met andere opsporingsdiensten. Zo participeert de Rijksrecherche in het Combiteam Havens. Dit is een samenwerkingsverband van de Zeehavenpolitie, de FIOD, het Openbaar Ministerie en de Rijksrecherche, en onderzoekt zware vormen van georganiseerde ondermijnende criminaliteit die de integriteit en veiligheid aantasten van havens zoals die van Rotterdam en Vlissingen. Vanuit het Combiteam Haven zijn in 2022 3 nieuwe Rijksrechercheonderzoeken gestart.
Daarnaast heeft de Rijksrecherche ook capaciteit geleverd aan enkele niet-Rijksrechercheonderzoeken vanuit het Combiteam Havens en adviseerde ze de Douane op gebied van preventie en weerbaarheid.
Geweldgebruik door opsporingsambtenaren
Als een opsporingsambtenaar een vuurwapen heeft gebruikt of als er sprake is van ander ernstig geweldgebruik door opsporingsambtenaren met zwaargewonden en/of dodelijke slachtoffers tot gevolg, is het gebruikelijk dat de Rijksrecherche onderzoek doet. Dit geldt ook voor situaties waarbij mensen overlijden of ernstig gewond raken in een politiecel, na inzet van geweld door de politie of na een achtervolging. Het Team Spoedeisende Inzet (TSI) van de Rijksrecherche is gespecialiseerd in dit soort onderzoeken. In 2022 zijn er in totaal 42 onderzoeken ingestroomd, waarbij er 20 dodelijke slachtoffers te betreuren waren. Van die 42 onderzoeken hadden er 15 betrekking op schietincidenten (36%), waarbij twee dodelijke slachtoffers zijn gevallen.
In 2022 zijn 42 TSI-onderzoeken ter beoordeling
ingestroomd bij het OM. 2 onderzoeken zijn in overleg
met het OM stopgezet of overgedragen aan de politie, omdat deze bij nader inzicht niet voldeden aan de criteria voor een Rijksrechercheonderzoek. In 15 van de ingestroomde TSI-zaken loopt het Rijksrechercheonderzoek nog. In 25 zaken is het
Rijksrechercheonderzoek afgerond.
20 afgeronde rechercheonderzoeken zijn door het OM beoordeeld en voorzien van een afdoeningsbeslissing. In 5 zaken is de OM beoordeling nog niet gereed. In 2 zaken heeft het OM een vervolging ingesteld en in 18 zaken heeft het OM besloten geen vervolging in te stellen. In het overgrote deel van deze zaken waarin geen vervolging werd ingesteld heeft het OM geoordeeld dat het optreden van de betrokken
opsporingsambtenaar rechtmatig was (in overeenstemming met de geweldsinstructie) of dat de
opsporingsambtenaar een beroep op een strafuitsluitingsgrond toekwam (bijvoorbeeld noodweer).
Wetswijziging
Opsporingsambtenaren zijn bevoegd om – in overeenstemming met de geweldsinstructie – geweld te gebruiken indien een situatie dit vereist. Met de inwerkingtreding van de ‘Wet geweldsaanwending opsporingsambtenaar’ en de wijziging van de ‘Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren tweede tranche’ op 1 juli 2022 is de ‘Stelselherziening geweldsaanwending opsporingsambtenaar’ voltooid. Daarnaast is de ‘Aanwijzing taken en inzet Rijksrecherche’ op enkele punten gewijzigd en is er een nieuwe ‘Aanwijzing geweldsaanwending opsporingsambtenaar’ van kracht geworden. Per 1 juli 2022 bevat het Wetboek van Strafrecht met art. 372 een kwaliteitsdelict dat verwijtbare schending van de geweldsinstructie met bepaalde gevolgen – enig lichamelijk letsel, zwaar lichamelijk letsel of de dood – strafbaar stelt. Een belangrijke wijziging voor de Rijksrechercheonderzoeken is de introductie van het feitenonderzoek. Het feitenonderzoek is, anders dan een opsporingsonderzoek, gericht op de vraag of het geweldgebruik in overeenstemming met de geweldsinstructie is geweest, en dus niet gericht op de vraag of de opsporingsambtenaar een strafbaar feit heeft gepleegd. De opsporingsambtenaar die geweld heeft gebruikt, wordt in het feitenonderzoek niet aangemerkt als verdachte, noch als getuige, maar als ambtenaar. Na afronding van het feitenonderzoek beoordeelt het OM op grond van de onderzoeksresultaten of het optreden van de opsporingsambtenaar in overeenstemming met de geweldsinstructie is geweest of dat een strafrechtelijk onderzoek wordt gestart.
Sinds de inwerkingtreding van de wet is tot nu toe één onderzoek omgezet van een feitenonderzoek naar een strafrechtelijk onderzoek.
Afronding versterking
De operationele capaciteit van de Rijksrecherche is de afgelopen jaren vergroot. Met de aanstelling van de laatste rechercheurs eind 2022 is het in 2020 vastgestelde versterkingsplan afgerond. Het pilotprogramma met de plaatsing van twee Rijksrechercheurs op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba is in 2022 geëvalueerd. Het resultaat daarvan is dat de het programma zal overgaan op een structurele vestiging van de Rijksrecherche op de BES-eilanden.
2022 | |
---|---|
Ambtsmisdrijven Corruptie | 25 |
Ambtsmisdrijven Lekken | 24 |
Ambtsmisdrijven Overig | 8 |
Geweldsincidenten Schietincident | 15 |
Geweldsincidenten Vrijheidsbeneming | 15 |
Geweldsincidenten Overig | 11 |
Overige misdrijven Drugsgerelateerde delicten | 0 |
Overige misdrijven Levensdelicten | 0 |
Overige misdrijven Zedendelicten | 3 |
Overige misdrijven Overig | 11 |
Tegenspraak | 0 |
Totaal | 112 |
Verstrekken van valse paspoorten
1000 euro voor een paspoort. Uit een onderzoek van de Rijksrecherche komt naar voren dat in de periode van 2011 tot 2014 een medewerker van de gemeente Den Haag zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het valselijk opmaken en uitgeven van achttien paspoorten. Uit het onderzoek werd duidelijk dat aanvragers van paspoorten, zogeheten katvangers, paspoorten verstrekten op eigen naam aan criminelen.
De paspoorten zijn echt en onvervalst uitgegeven maar zijn opgemaakt met vermelding van een valse identiteit, dat wil zeggen de persoonsgegevens van de katvanger met een foto van een crimineel. Op deze manier konden criminelen onopgemerkt reizen, leningen afsluiten en uit handen blijven van opsporingsdiensten.
Op basis van het onderzoek is door de Rijksrecherche
ook een bestuurlijke rapportage opgesteld om
Binnenlandse Zaken te wijzen op kwetsbaarheden
in het proces van de aanvraag, behandeling en
uitgifte van paspoorten en op het effect van een
kwetsbare positie van ambtenaren op dergelijke
belangrijke posities. Voor een weerbare overheid
is het essentieel dat overheidsinstanties zich
bewust zijn van kwetsbaarheden en daar de
nodige maatregelen op treffen.
Op 22 december 2022 concludeert de rechtbank dat de ambtenaar zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het valselijk opmaken en uitgeven van achttien paspoorten. Ze deed dit steeds in opdracht van een vaste contactpersoon, die haar daarvoor telkens € 1.000 per paspoort heeft gegeven. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan passieve ambtelijke omkoping. De paspoorten waren bedoeld voor bekende criminele kopstukken. Ook heeft deze ambtenaar zich schuldig gemaakt aan witwassen.
De rechtbank Amsterdam heeft haar veroordeeld tot de maximale taakstraf van 240 uren en een geldboete van € 7.400. Daarnaast is zij veroordeeld voor een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van 2 jaren, onder bijzondere voorwaarden. Ten slotte is zij voor de duur van vijf jaren ontzet uit het ambt van gemeenteambtenaar. De uitspraak tegen deze ambtenaar is inmiddels onherroepelijk.