Gewicht in de schaal
Misschien heeft u niet meer de cover van ons vorige Jaarbericht voor ogen. Daarop stond een prachtige illustratie van een man een vrouw – OM’ers, denk ik dan gelijk – die een gebroken wereld weer in elkaar knutselden. Dat was misschien een ietwat te megalomaan beeld. Want OM’ers zijn tot veel in staat, maar over hogere krachten beschikken we nog steeds niet.
De omslag van het Jaarbericht waar u nu naar kijkt, vind ik nog mooier. Het staat dichter bij hoe ik naar het OM en OM’ers kijk. Links op de weegschaal staat een gewicht – of is het een persoon in een zwarte toga? En rechts drukt de wereld zwaar. OM’ers proberen tegenwicht te bieden, maar de wereld, mede bevolkt door mensen die anderen leed aandoen en onze aarde beschadigen, legt meer gewicht in de schaal dan OM’ers doen.
Toch is dat precies waarom OM’ers ook in 2022 hun mooie werk deden en waarom ik me er altijd thuis in heb gevoeld. In hun werk zien OM’ers elke dag onrechtvaardigheid, onveiligheid en menselijk verdriet. OM-werk is niet licht en geeft grote verantwoordelijkheden aan de collega’s. Die maken zij waar op tal van manieren. Ze doen strafzaken, trekken op met politie en bijzondere opsporingsdiensten, spreken slachtoffers, werken aan beleid, zorgen dat de OM-organisatie goed blijft draaien. En nog zó veel meer. Ook als dit vrij forse jaarbericht nog tien keer zo dik was geweest, hadden we nog steeds maar een klein deel gedekt van wat OM’ers allemaal doen. Natuurlijk worden er fouten gemaakt – waar we van proberen te leren – en neemt de samenleving ons op gezette tijden de maat. Maar OM’ers voelen altijd het brandend vuur om rechtvaardigheid te brengen.
Nog maar een paar dagen, en dan moet ik stoppen als collegevoorzitter. De wet schrijft nu eenmaal onverbiddelijk voor dat het na zes jaar klaar is. Voor het OM is dat niet erg. Sterker: elke organisatie, afdeling en team is gebaat bij mensen die na verloop van tijd het stokje overnemen en met nieuwe, frisse energie het werk verder brengen. De kans dat ik daarna het OM verlaat, is best groot. En ik wil best bekennen dat – hoe zwaar afgelopen jaren soms ook waren – ik er als een berg tegenop zie om het prachtige OM te verlaten. Want het werk dat me altijd ook zoveel energie gáf, is nooit af en zal nooit af zijn. Maar altijd zal ik met een dankbaar gevoel terugdenken aan al die OM’ers die in hun werk hun ziel en zaligheid geven. En ik hoop van harte dat u – wanneer u als niet-OM’er ons jaarbericht leest en onze mensen in actie ziet – dat ook zo beleeft.
Namens het College van procureurs-generaal,
Gerrit van der Burg, Voorzitter