Tekst Evert Boerstra
Foto Loes van der Meer

‘Gewone’ aanklagers moeten op zijn minst de basis kennen. Van echte cyberofficieren van justitie wordt meer verwacht. Wie moet wat weten?

Wat moet de beginnend officier van cybercrime weten?

De computer is niet meer weg te denken uit de samenleving. Iedereen moet beseffen dat dat ook geldt voor de criminele samenleving.

Wat is het verschil tussen gedigitaliseerde criminaliteit en cybercrime?

  • Cybercrime is criminaliteit met ICT als middel én doelwit, denk bijvoorbeeld aan hacken of identiteitsfraude. Cybercrime is dus iets anders dan gedigitaliseerde criminaliteit, waarbij ICT het middel is om traditionele vormen van criminaliteit te plegen.
  • Maar dit onderscheid vervaagt steeds meer en het loopt in elkaar over. Herken dus ook Cyber!!

Elke officier moet beseffen dat er veel geld verdiend kan worden met cybercrime. Overweeg in  cybercrime-onderzoeken of er ook een verdenking is van witwassen.

Welke cybercrime-artikelen staan er in  het Wetboek van Strafrecht?

  • 138ab
  • 350a
  • 138b
  • 161sexies
  • 350c
  • 350d sub a Sr
  • 350a lid 3 Sr
  • 139d lid 2

Verdiep je in de wereld van social media. Kijk wat er allemaal kan, bezie de voor- en nadelen. En kijk vooral ook naar de juridische mogelijkheden die social media bieden qua opsporing.

  • Wees niet bang om een cybercrime-zaak op te pakken en schroom niet vragen te stellen.
  • Wees je ervan bewust dat de politie en het OM niet alle zaken kunnen oppakken. Vraag de politie in zaken die niet kunnen worden opgepakt de gedupeerden tips te geven ter preventie, zodat de kans kleiner wordt dat ze nogmaals gedupeerd worden. Wijs de burger op de diverse preventiecampagnes.

Een expert cybercrimeofficier is in staat de vertaalslag te maken tussen de techniek en de juridische haalbaarheid

Een expert cybercrime-officier:

  • is vanzelfsprekend geïnteresseerd  in het onderwerp, waardoor het geen straf is allerlei publicaties bij te houden. Dat moet echt omdat de ontwikkelingen op dit terrein razendsnel gaan.
  • is in staat de vertaalslag te maken tussen de techniek en de juridische haalbaarheid.
  • is in staat collega’s te adviseren zonder het werk daadwerkelijk over te nemen.
  • is een teamplayer – en geen nerd.
  • is niet bang vragen te stellen aan personen die technisch beter onderlegd zijn, bijvoorbeeld bij de politie.
  • heeft goede contacten met collega-cybercrime-officieren, met het Parket-Generaal, met de politie en de rechtspraak.
  • heeft goede voelsprieten en beschikt over sensitiviteit om ook met vertegenwoordigers van bijvoorbeeld gemeentes of detailhandelsverenigingen om de tafel te zitten.
  • houdt niet alles voor zichzelf en kan goed delegeren zodat kennis en ervaring over meer collega’s worden verspreid.
  • is niet bang het beleid van het OM uit te dragen.
  • is innovatief