Tineke Zwart, persvoorlichter parket Oost-Nederland

Cybercrime. Het roept een beeld op van intelligente, maar gewetenloze criminelen, die zich diep in de krochten van het internet bewegen en, zonder dat er bloed vloeit, toch onherstelbaar leed veroorzaken.

Maar de twee ‘cybercriminelen’ die in Arnhem terecht staan, zijn heel timide jongens van 23 en 20 jaar oud. Ze lijken in de verkeerde film terecht gekomen. Het script begint veelbelovend, als de 23-jarige een stageplek bij een zelfbedieningsgroothandel krijgt. Bij de helpdesk beantwoordt hij vragen van klanten, over de voucher in hun kerstpakket. Met de voucher kunnen werknemers digitale cadeaubonnen van webwinkels bestellen. De jongeman is blij met zijn stageplekje en zijn familie is beretrots.

Maar langzaam valt de stagiair ten prooi aan verleiding. Hij mag het systeem alleen raadplegen en geen accountgegevens veranderen. Maar dat laatste blijkt niet zo moeilijk. Een paar muisklikken brengen hem bij een schier eindeloze reeks inloggegevens, die hij kan manipuleren. De stagiair kan de weelde van deze ontdekking niet dragen. Hij schaft meer dan 1500 cadeaubonnen aan, waarmee hij voor bijna een ton kan winkelen op het web.

Dat winkelen doet hij naar hartenlust. Niet om er zelf beter van te worden. Voor zijn moeder, die nog nooit in haar leven een duur parfum heeft gehad, bestelt hij een lekker luchtje. Bij zijn broer, die voor eerste keer vader wordt, laat hij een complete baby-uitzet bezorgen. 

Het script begint veelbelovend, als de 23-jarige een stageplek bij een zelfbedienings-groothandel krijgt

Bij zijn 20-jarige vriend heeft de stagiair nog een schuld uitstaan. Die kan eenvoudig worden ingelost. Thuis, op het kamertje van de vriend, logt het tweetal in op het systeem en bestelt een nieuwe laptop en telefoon. De vriend kijkt zijn ogen uit. Als de stagiair even naar het toilet gaat, herhaalt de vriend de truc en bestelt nog enkele tientallen cadeaubonnen. Nu zitten ze berouwvol in het verdachtenbankje.

De stagiair wil de rechtbank wel laten zien hoe makkelijk het allemaal ging. Hij roffelt met zijn vingers op het verdachtenbankje, op een denkbeeldig toetsenbord; “Ik typte, en dan had ik weer een blije mama.” De blijdschap van moeder, nadat er een nieuwe pannenset is bezorgd, is bijna voelbaar. Het was een sprookje. Pas nadat de prins genadeloos van zijn voetstuk is gevallen, snappen ook de familieleden dat het te mooi was om waar te zijn. Ze hebben beloofd om alle cadeaus tot de laatste cent terug te betalen.

In de rechtszaal klinken juridische termen als computervredebreuk, vernieling van computergegevens en diefstal in vereniging. Ze hadden wel door dat het niet mocht, stamelen de verdachten. Noem het naïef, zegt de officier, maar ondertussen speelden ze wél met de gedachte om er een lucratief handeltje van te maken.

Dat cybercrime wel degelijk slachtoffers maakt, dat inzicht zullen ze moeten verwerven tijdens een gedragscursus. En ze krijgen een werkstraf. Onbetaalde arbeid. Om te leren dat niets voor niets is in deze wereld.