Een jaar ben ik nu voorzitter van het College van procureurs-generaal. In dat jaar heb ik veel nieuwe mensen leren kennen. Ik heb gesproken met onze ketenpartners, met partijen waarmee we samenwerken om criminaliteitsproblemen te bestrijden en met maatschappelijke organisaties die weten wat er leeft en speelt in de samenleving en daarmee ons eigen beeld aanvullen. 

Tijdens de ontmoetingen leg ik uit wat wij als Openbaar Ministerie met ruim 5.100 collega’s doen. We staan voor een rechtvaardige samenleving. We geven leiding aan de opsporing, brengen verdachten voor de rechter en doen zo mogelijk zelf strafzaken af. Natuurlijk hebben de meeste mensen die ik spreek wel een idee wie wij zijn en wat we doen. In een van die gesprekken werd ik getroffen door het verhaal van mijn gesprekspartner. Hij vertelde dat een officier van justitie bij hem op school was gekomen toen hij zelf nog een jonge scholier was. De officier had tijdens zijn verhaal in de klas zelfs zijn toga aan. Dat maakte een blijvende en vormende indruk. 

Ik vind het een inspirerend voorbeeld van de manier waarop we in de samenleving staan. Wij willen een blijvende indruk maken door het werk dat we doen. We willen criminaliteit stoppen en de samenleving laten zien dat crimineel gedrag wordt bestraft. We willen misdadigers oppakken en met onze strafeis of afdoening daders een duwtje in de goede richting te geven. En natuurlijk willen we indruk maken op slachtoffers; niet door de gevolgen van criminaliteit ongedaan te maken, want dat kunnen we niet. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat slachtoffers zich gehoord weten. 

Het OM staat pal voor de rechtsstaat en ons werk speelt zich af in het hart van de samenleving. Daarom is het belangrijk om goed contact met onze omgeving te hebben. Natuurlijk, we kunnen niet alle schoolklassen van Nederland bezoeken. Wat we wel kunnen, is uitdragen wie we zijn, waar we voor staan, welke keuzes we maken en welke dilemma’s we tegenkomen. 

Dit jaarbericht is een van de manieren waarop we dat doen. Met 191.200 beoordeelde misdrijfzaken, meer dan 2.100 opsporingsonderzoeken naar criminele organisaties, 125.500 behandelde overtredingszaken, 402.700 behandelde bezwaarschriften en 221 miljoen euro afgepakt crimineel vermogen hebben we in 2017 indruk kunnen maken. Het zijn prestaties waarvoor alle medewerkers van het OM een groot compliment verdienen. Het beeld dat deze cijfers geven is verre van volledig. Achter deze getallen gaan concrete strafzaken schuil, waarvan vele het afgelopen jaar beeldbepalend waren. Achter elke strafzaak gaan afwegingen en keuzes schuil die ingrijpen in de levens van mensen. Onze keuzes leiden tot bestraffing. Tot tweede kansen, herstel, zorg en andere vormen van bijstand. Tot blijvende indruk. 

Dat bereiken we met veel inzet, naar eer en geweten. Toch gaat niet alles altijd goed, wat ook blijkt uit de kritiek die op ons te leveren is en de klachten die we jaarlijks behandelen. We nemen anderen de maat en kijken daarom ook kritisch naar ons eigen handelen. Om daarvan te leren en er verantwoording over af te leggen. Onze fouten kunnen grote gevolgen hebben en beeldbepalend zijn. Daarvan zijn we ons sterk bewust en daarom werken we voortdurend aan de kwaliteit van het werk en het vakmanschap van onze mensen. Dat is nooit af. 

Om ons werk zichtbaar te maken, worden in dit jaarbericht de prestaties toegelicht en geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk. Alle collega’s zullen het werk in 2018 vol overtuiging voortzetten. 

Namens het College van procureurs-generaal,

Gerrit van der Burg,
Voorzitter

Gerrit van der Burg (fotograaf: Friso Keuris)
Foto: Friso Keuris