Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer
Diana Sardjoe, moeder van een voormalig top600-zoon
Diana Sardjoe, een moeder van een voormalig top600-jongere, richtte ‘De Moeder is de Sleutel’ op. Samen met andere ouders en een inmiddels voorbeeldige zoon breekt ze muurtjes tussen overheid en gezinnen.
“Hij was een moederskind. Thuis merkte ik niet dat hij afgleed. Zijn ogen stonden wel iets harder en er waren wat problemen en vechtpartijtjes op school, maar iedereen zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Hoorde gewoon bij de pubertijd. Totdat opeens een arrestatieteam in mijn tuin stond: mijn zoon had op viertienjarige leeftijd een straatroof met geweld gepleegd.”
Diana Sardjoe ging door een dal. Niet alleen door wat haar zoon had gedaan, maar ook door instanties in Amsterdam. Ze dacht dat ze goed meewerkte, maar zag instanties met vooroordelen die haar in hokjes plaatsten: alleenstaande moeder met een etnische achtergrond. Zonder eerst te kijken wat echt nodig was, kwamen de instanties met hun kant-en-klare producten. Zoals een multisysteemtherapy. “Terwijl nota bene het hele gezin uit elkaar lag.”
Diana krabbelde langzaam op, ging het gesprek aan. Gefrustreerd viel ze tegen een officier op zitting uit: ‘Luister, ik heb pas een hálf uur van tevoren het Jeugdzorgrapport van dertig pagina’s binnengekregen. Moet ik dan nu voorbereid zijn?’ De officier was even stil en ging toen ineens kritische vragen stellen aan de Kinderbescherming en Jeugdzorg. ‘Hoe kan dit?’ zei de officier, ‘Jullie werken toch voor die mevrouw?’ Wauw, dacht ik. Eindelijk iemand die me hoort. Daarvoor zag ook ik het OM als instantie die niet luistert en die gewoon de hoogste straf wil uitdelen.”
Diana ging zich sterk maken voor ouders van daders. Ook die moesten gehoord worden, en omgekeerd moesten de ouders beter weten hoe het OM en de politie werken. Met dat doel richtte ze de stichting ‘De Moeder is de Sleutel’ op. Terwijl het er bij de overheid op leek dat iedereen met probleemjeugd maar wat uitprobeerde, ging ik luisteren naar wat die moeders nodig hebben. Dan hoorde ik dat een gezin tien hulpverleners had – en de koelkast was ondertussen leeg. Moeten we dat niet eerst oplossen?”
Inmiddels is Diana’s stichting in Amsterdam niet weg te denken. Over en weer is het vertrouwen gegroeid. Omdat Diana even eerlijk als kritisch is. Óók richting sommige moeders: “Wij moeders moeten niet in een slachtofferrol blijven hangen, maar onze verantwoordelijkheid nemen. Onvoorwaardelijke liefde is niet dat je alles goedpraat wat je kind doet. Wil je niet dat je kind eindigt onder een bebloed wit laken? Sta op. Neem verantwoordelijkheid. Praat, red je kind en dat van een ander.”
En haar zoon? Zes jaar na de arrestatie werkt hij bij zijn moeder in de stichting. “Waar ik denk en voel als die moeders, kan hij juist de realiteit van de jongeren weergeven, ook aan politie en hulpverlening. Ik ben supertrots op hem. Ik heb mijn zoon terug en hij lacht. Wat hij van zijn moeder vindt? Dat moet je hem zelf vragen. Wacht, ik roep hem even.”
Even later: “Hallo, met Damiën. Wat ik van mijn moeder vind? Haha, wat betaalt dat? Maar serieus: ik heb altijd naar haar opgekeken. Een heel sterke vrouw, dat heeft ze me ook laten zien. Ze is heel liefdevol. Ondanks dat ze erg boos op me is geweest – dat moest ook – is ze me blijven steunen. Ze is er altijd voor me geweest en bleef me liefde geven. Dat is mooi, hè?”