Tekst Mary Hallebeek, persvoorlichter parket Midden-Nederland
Foto Mary Hallebeek
'Zij aan zij' bij FC Utrecht
Eerder, tijdens een voetbalwedstrijd tegen Ajax, schreeuwden de jongens antisemitische leuzen. Vandaag, tijdens hun taakstraf in het stadion en bij een monument voor weggevoerde joden, zijn ze doodstil. Reportage over het project Zij aan Zij bij FC Utrecht.
“We hebben geen van allen iets tegen joodse mensen,” zegt een van de jongens die op zaterdag 18 september als onderdeel van zijn taakstraf het project Zij aan Zij bij FC Utrecht volgt. De taakstraf kreeg hij, samen met nog vijf andere supporters van FC Utrecht, voor het roepen van antisemitische leuzen voorafgaand aan de wedstrijd FC Utrecht – Ajax op 4 maart 2020. Ze weten wel wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, maar realiseren zich aan het einde van de dag dat ze er ook hun eigen vrienden en andere Utrecht-supporters mee kwetsen. We zetten voortaan een positief lied in als er een verkeerd spreekkoor begint, nemen ze zich voor.
De dag wordt geleid door Jan Durk Tuinier, sociaal pedagoog verbonden aan de Stichting Vredeseducatie. Hij leest ze niet de les, maar laat de jongens zelf nadenken. Al gauw vertelt de groep, waar ook een aantal jongens vrijwillig aan deelneemt, over hun passie voor voetbal. Hoe ze toeleven naar de wedstrijden, hoe fijn het is je vrienden te ontmoeten, de belevenis in het stadion, de liefde voor de club, voor de stad.
Spreekkoor
Jan Durk snijdt ook het onderwerp ‘regels’ aan. De jongens kunnen precies aangeven waarom regels nodig zijn en welke regels er in het stadion gelden. Hoe het dan toch kan gebeuren dat het tot spreekkoren komt, komt door de spanning van het moment. De sfeer, de groep, de adrenaline… als er dan één een spreekkoor inzet, gaat iedereen meedoen. En door de supporters van Ajax, die zich profileren als ‘Superjoden’. Met de supporters van andere clubs, zoals De Graafschap, kunnen ze achteraf gezellig een biertje drinken; met Ajax is het altijd strijd. Met leuzen als ‘Hamas, alle joden aan het gas’ willen ze de Ajax-aanhang uitschelden; joodse mensen kwetsen is helemaal niet de bedoeling. Bovendien zijn die spreekkoren niet nieuw, merken de jongens op. Het gebeurde altijd al, maar nu ligt alles – joden, homo’s, moslims – onder het vergrootglas. En alles wordt gefilmd.
Dat het niets te maken heeft met antisemitisme, vertelt ook supporter Tycho. Hij vertelt dat hij een filmpje had geplaatst waarin hij een ‘grap’ maakte met de combinatie van de namen van trainer Hake, en assistent-trainer Kruys. Het was bedoeld als één grote grap en de meeste mensen die hem en zijn humor kennen, vatten dat ook zo op, vertelt hij. Maar binnen de kortste keren was het filmpje honderdduizend keer gedeeld en bleek hij heel veel mensen te hebben beledigd. “Het lijntje tussen wat wel en niet kan, is dun,” houdt hij de jongens voor. Die spreekkoren slaan eigenlijk nergens op – wat heeft Hamas er nu mee te maken –, het kost de club geld, Ajax gaat er niet minder door voetballen en het doet mensen alleen maar pijn.
Spoorwegmuseum
Dan gaat de groep op pad. Eerste plek waar wordt gestopt is het Spoorwegmuseum. Vanaf dit station werden joden in de Tweede Wereldoorlog op transport gezet, de meesten om nooit meer terug te komen. Voor het museum is een monument met daarop de namen van de joden die vanuit Utrecht zijn weggevoerd. Voor het monument wacht Albert op ons. Van zijn familie zijn er 25 mensen in die tijd opgepakt, in treinen gepropt en als ze de reis overleefden, in kampen vergast. Hij is een fervent Utrecht-supporter maar kon het door de spreekkoren niet meer opbrengen om naar de wedstrijden te gaan. “Soms krijgen supporters die de regels overtreden een stadionverbod,” zegt hij. “Ik heb ook een stadionverbod, maar niet door de club opgelegd. Je roept iets zonder te weten dat je iemand kwetst, dat je mensen kwetst die je niet wilt kwetsen,” houdt hij ze voor. De jongens luisteren, onder de indruk. Ze moeten een naam opzoeken tussen de vele namen op het monument. Ze vinden hem, Alexander van Tijn, geboren op 19 augustus 1902, vergast in Sobibor op 7 mei 1943. Eén voor één leggen ze daarna een steentje op het monument, als eerbetoon aan de overledenen.
Anne Frankstichting
Het project Zij aan Zij is ontwikkeld door de Anne Frankstichting en wordt gerealiseerd in samenwerking met FC Utrecht, de Stichting Vredeseducatie, Stichting Jongerenwerk Utrecht en Joodse Utrechters. Onderzoeker Willem Wagenaar van de Anne Frankstichting: “Uit onderzoek bleek dat de antisemitische leuzen verband houden met voetbal en niet te maken hebben met een gebrek aan kennis van de geschiedenis. ‘Wie denkt dat het te maken heeft met onze denkbeelden, begrijpt ons niet,’ zeiden de geïnterviewde supporters. Ze trokken zich zodoende de kritiek of de veroordeling niet aan. Sancties brachten geen inzicht.”
In het project wordt aangesloten bij wat ze wel bedoelen, en bij wat ze echt raakt. In plaats van een opgeheven vinger, wordt er geluisterd. Onder de afkeer van de Ajax-aanhang zit liefde voor hun club, hun stad, voor hun supportersvrienden.
Sobibor
Volgende plek van bestemming is Fort De Bilt, daar is een fusilladeplaats. “Op deze plek werden 140 mensen die in het verzet zaten doodgeschoten,” vertelt Jan Durk Tuinier. De groep staat een tijd stil bij het Monument voor de achterblijvers dat in het midden van het fort staat. Ze lezen de namen op de stenen van de mannen en vrouwen die opstonden tegen het onrecht. Ook kort na de bevrijding werden nog veel mensen doodgeschoten. In het fort moeten de deelnemers opdrachten maken aan de hand van een interactieve tentoonstelling over vooroordelen, pesten en verdraagzaamheid.
Daarna gaat de groep weer terug naar het stadion. Op de tribune wordt nagepraat. En dan blijkt een van de deelnemers mee te werken aan het project. Hij staat op, gaat voor de groep staan en zegt: “Die naam die jullie op dat monument hebben opgezocht… dat was mijn opa.” Er valt een stilte, een dodelijk stilte, in dat grote stadion. Hij vervolgt: ”Mijn vader was 14 toen zijn vader van zijn bed werd gelicht door de Duitsers en afgevoerd naar Sobibor. Hoe denken jullie dat het was toen mijn vader ziek werd - hij had kanker – en in zijn rolstoel in het stadion ‘kankerjoden’ hoorde roepen?” En na nog meer stilte: “Ik voel ook de emotie als Ajax er is, ik heb het ook geroepen, maar toen ik zo’n tien jaar geleden ontdekte wat mijn vader had meegemaakt, heb ik het nooit meer gedaan.”
Even later, aan de cola in het spelershome, schuiven algemeen directeur Van Es en Robert Junier van supporterszaken nog even aan. Ze benadrukken dat het stadion een plek moet zijn waar iedereen welkom is en dat de supporters van groot belang zijn voor de club. En dan komen de reacties. “Hier schrik je van.” “Zo’n impact dat iemand niet meer naar het stadion komt.” “Het komt heel anders over dan je bedoelt.” “Bij die monumenten, dat vond ik heftig.” En “Dit doet echt wat met je, zo leerzaam.” De straf zit er daarna op. De voetbaldag nog niet. Die avond speelt Utrecht tegen RKC. Het wordt 2-2. Fancoach Manon Galesloot van Jongerenwerk Utrecht, die zorgt voor de organisatie van de projectdagen en direct contact heeft met de supporters, krijgt na de wedstrijd een bedankje van een van de deelnemers: “De wedstrijd is slecht, Manon,” zegt hij, “maar ik heb een hele mooie dag gehad en daar wil ik de club voor bedanken!”
Voetbalofficier
Niet eerder werd deelname aan het project Zij aan Zij opgelegd in een strafrechtelijk kader.
Voetbalofficier Justine Beumer: “Je wilt het liefst dat een straf een blijvend effect heeft. Terwijl ik bezig was met deze voetballeuzenzaak hoorde ik van dit project. Door deelname aan dit project als gedragsaanwijzing aan deze jongens op te leggen kon de zaak een betekenisvolle afdoening krijgen. Iets waar ook de aangever blij mee was. Deze jongens realiseren zich na deelname wat het effect van hun gedrag op anderen is en zien in dat dat echt niet okay is. Een gedragsaanwijzing als deze is dus een stuk leerzamer en zinvoller dan een reguliere taakstraf of boete.”