KortOM

Dit artikel hoort bij: Opportuun 06

Korte berichten

Via de Cokesingel naar de Groene Pillendijk

In Rotterdam worden dagelijks 63.000 lijntjes cocaïne gesnoven en 2500 XTC-pillen geslikt. Dat is niet normaal en dat mag ook niemand normaal vinden. Om gebruikers bewust te maken van de keerzijde van hun drugsgebruik lanceerde de gemeente Rotterdam dit najaar een opmerkelijke actie als onderdeel van een stadsbrede anti-drugscampagne.

Als onze straten dan toch met drugs worden overspoeld, laten we het beestje – of het beest – dan ook maar bij de naam noemen, moet men in Rotterdam hebben gedacht. Naast een uitgebreide posteractie werden daarom onder een aantal straatnaamborden andere straatnaamborden geplaatst met alternatieve, drugsgerelateerde benamingen. Zo werd de Coolsingel omgedoopt tot Cokesingel, de Laan op Zuid werd Lijn op Zuid, de Emmalaan de MDMA-laan, de Groene Hilledijk de Groene Pillendijk en het Zuidplein het Snuifplein. Bij de alternatieve straatnamen werden feiten vermeld als ‘63.000 lijntjes coke per dag hebben impact op de stad’ en ‘147 explosies in Rotterdam in 2023 die vaak te maken hadden met drugscriminaliteit’. 

Via een QR-code werden geïnteresseerden naar de website drugsimpactrotterdam.nl geleid. Bezoekers van die site worden door middel van feiten en cijfers, verhalen van Rotterdammers en een kennistest, gewezen op het feit dat het gebruiken van drugs direct bijdraagt aan de instandhouding van georganiseerde misdaad en alle uitwassen daarvan. Wie zo’n QR-code wilde scannen moest er wel snel bij zijn. Binnen 24 uur waren vrijwel alle alternatieve straatnaamborden gejat. Op social media gingen de foto’s rond waarop ze als trofeeën werden getoond.

(Foto: Jan de Groen)

Rechtspraak wil procesafspraken nog niet in wetgeving vastleggen

Het is nog te vroeg om procesafspraken nu al in de wet vast te leggen. Ook moet de rechter zich nog kunnen buigen over de schuldvraag als iemand bezwaar aantekent tegen de omzetting van een strafbeschikking. Dat zijn de twee belangrijkste kritiekpunten in een wetgevingsadvies dat de Raad voor de rechtspraak heeft uitgebracht over de Eerste aanvullingswet op het nieuwe Wetboek van strafvordering.

Bij procesafspraken maakt een verdachte met het OM een afspraak over het verloop van een strafprocedure of afdoening van een zaak. Het is dan aan de rechter om deze afspraken te beoordelen. Op die manier kan een strafzaak in potentie veel sneller worden afgehandeld. Deze afspraken worden nu gemaakt binnen kaders die de Hoge Raad hiervoor heeft geschetst. Een wettelijke regeling is er nog niet. De aanvullingswet moet dit oplossen, maar de Raad voor de rechtspraak vindt het daarvoor nog te vroeg omdat men vindt dat nog onvoldoende duidelijk is voor welke soort zaken en onder welke omstandigheden procesafspraken werkelijk van toegevoegde waarde zijn. Door nu al een wettelijke regeling te formuleren, wordt het volgens de Raad voor de rechtspraak lastiger de komende jaren optimaal te gebruiken voor noodzakelijke verdere rechtsontwikkeling. Het tweede belangrijke punt waar de Raad voor de rechtspraak in het wetgevingsadvies op wijst is de bevoegdheid van de rechter wanneer een verdachte bezwaar maakt tegen een omzetting van een strafbeschikking omdat verdachte zich niet aan de opgelegde voorwaarden zou houden. De verdachte kan tegen dit soort omzettingen bezwaar aantekenen, waarna de zaak alsnog aan de rechter wordt voorgelegd. In het huidige voorstel mag de rechter in zo’n procedure slechts toetsen of verdachte zich inderdaad niet aan de voorwaarden heeft gehouden of de strafbeschikking niet heeft voldaan. De rechter mag dus niet beoordelen of het OM wel voldoende bewijs had om de strafbeschikking überhaupt op te leggen. Dit kan volgens de Raad voor de rechtspraak leiden tot onrechtvaardigheid. Daarom wil men dat de rechter ook in een bezwaarprocedure kan oordelen over de schuldvaststelling.

OM-fotoboek: Staan voor recht

Half december verschijnt het fotoboek 'Staan voor recht: het Openbaar Ministerie in beeld'.

Het boek, met foto’s van fotograaf Raymond Rutting en begeleidende teksten van Lars Kuipers, vormt een visueel overzicht van de diverse werkzaamheden die OM‘ers dagelijks verrichten. Van de officier die in toga op zitting staat tot een actiedag in de Vlissingse haven. Rinus Otte, voorzitter van het College van procureurs- generaal en initiatiefnemer van het fotoboek schrijft in het voorwoord: “Het OM is een ijsberg; verreweg het grootste deel blijft onder de waterlijn. U zult bijvoorbeeld niet snel zien hoe een officier van justitie, bijgestaan door de parketsecretaris, leidinggeeft aan het opsporingsonderzoek van de politie. Dat geldt ook voor de logistiek medewerkers die het strafdossier samenstellen en de geldende termijnen in het onderzoek bewaken, bijvoorbeeld om te voorkomen dat een verdachte in voorarrest op vrije voeten komt.”

Het boek Staan voor recht: het Openbaar Ministerie in beeld (34,90 euro, uitgeverij Boom) is verkrijgbaar vanaf medio december 2024.

Hologram in moordonderzoek

Met een weeklange campagne in het Wallen-gebied wil de Amsterdamse politie achterhalen wie in 2009 de toen 19-jarige sekswerker Bernadett ‘Betty’ Szabó met tienstallen messteken vermoordde.

Destijds leidde een grootschalig opsporingsonderzoek niet tot oplossing van de moord. Het Amsterdamse Team Cold Case doet nu een ultieme poging om de dader of daders te achterhalen. In het Wallen-gebied vroeg het team vanaf zaterdag 9 november één week lang op allerlei manieren aandacht voor de zaak. Zeven dagen is een pand op de hoek van de Korte Stormsteeg en de Oudezijds Achterburgwal als het ware ondergedompeld in een cold case-moordzaak. Op de ramen zitten grote stickers met uitleg over Betty en haar dood en op schermen worden beelden getoond van onder andere een deel van de plaats delict, de laatste keer dat Betty bewegend is vastgelegd en een documentaire.

En dan is er nog een op Betty geïnspireerd levensgroot hologram. Vanachter een raam zoekt de op een kruk zittende computer-visualisatie van Betty contact met omstanders en vraagt ze om hulp. De fictieve holografische weergave van het slachtoffer is vervaardigd met behulp van 3D-visualisatietechnieken.

De Amsterdamse politie hoopt dat getuigen die eerder mogelijk bang waren of om andere redenen zwegen, nu alsnog naar voren durven te komen. Een naar 30.000 euro verhoogde beloning moet daaraan bijdragen.

(Foto: Politie Amsterdam / Liselotte Hartkamp)

Nieuw Wetboek van Strafvordering naar parlement

De laatste twee boeken van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zijn ingediend bij de Tweede Kamer. Het gaat om de Boeken 7 en 8 waarin de regels zijn opgenomen over de tenuitvoerlegging van straffen en over internationale strafrechtelijke samenwerking.

Het Wetboek van Strafvordering bevat de regels waaraan politie, Openbaar Ministerie, rechters en advocaten zich moeten houden in het strafproces. De vernieuwing maakt het wetboek toegerust op nieuwe vormen van criminaliteit zoals cybercrime en ondermijning. Ook wordt het wetboek overzichtelijker en toegankelijker en zijn belangrijke uitspraken van de hoogste rechter erin verwerkt. De vernieuwing maakt het wetboek toekomstbestendig door een duidelijkere positie voor verdachten en slachtoffers maar ook door een actualisering van opsporingsbevoegdheden en de digitalisering van het strafproces.

Na de behandeling en goedkeuring door de Tweede Kamer van de Boeken 1 tot en met 8 en de eerste aanvullingswet krijgen de betrokken partijen drie jaar de tijd om de nieuwe wet in de praktijk te brengen. Dit betekent dat de organisaties zich kunnen voorbereiden op de veranderingen die de nieuwe wet met zich brengt. Naar verwachting treedt het nieuwe Wetboek van Strafvordering op 1 april 2029 in werking.

AI-model analyseert darkweb-data

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft in samenwerking met Jheronimus Academy of Data Science in Den Bosch een prototype van een AI-model getraind om snel data van het darkweb te kunnen analyseren. Het model kan opsporingsdiensten helpen bij de bestrijding van misdaad. Dat meldde het NFI 28 oktober op zijn website.

Masterstudent Ingmar Bakermans ontwikkelde het model bij het NFI als afstudeeropdracht. Het model helpt om trends en prijsontwikkelingen te signaleren voor drugs, wapens en andere illegale producten en diensten. Het is bruikbare informatie voor opsporingsdiensten en andere instanties die het criminele milieu op het darkweb willen monitoren en in kaart willen brengen. Bakermans denkt dat dit de opsporingsdiensten zal helpen. “Nu kost het opsporingsdiensten veel tijd en moeite om zicht te houden op wat er gebeurt op het darkweb. Het model kan ons helpen om eenvoudiger en sneller inzicht te geven in prijsontwikkelingen en trends in producten. Daarnaast helpt het model om te achterhalen wie er achter geheimzinnige accounts van kopers en verkopers schuilgaan.”