Tekst Tineke Zwart, persvoorlichter parket Oost-Nederland
De krantenkoppen waren alarmerend: steeds meer jongeren radicaliseren online. De ‘tienerterroristen’ verheerlijken geweld of zijn online bezig met het plannen van aanslagen. Het OM en de Reclassering waarschuwen; de opsporingsdiensten zitten op het vinkentouw. Een waarschuwing die te laat kwam voor de timide jongeman in het verdachtenbankje.
Wat voor beeld de term ‘tienerterrorist’ ook oproept, deze jongeman voldoet er niet aan. Een onschuldig gezicht, een bijna engelachtige oogopslag. Tot afgrijzen van zijn moeder werd hij vorig jaar zomer geblinddoekt door een arrestatieteam de ouderlijke woning uit gevoerd. Lange tijd wist moeder niet precies wat haar zoon online had uitgespookt. Tot het tijdens een emotioneel gesprek bij de Reclassering grotendeels werd opgebiecht. “Mag je nog haar zoon zijn,” vraagt de rechter. “Ik hoop het,” piept de tienerterrorist.
Via Insta verspreidde hij een dreigement, dat mensen in een moskee hun laatste adem zouden uitblazen. Dreiging met een terroristisch misdrijf, aldus de aanklacht van het OM. Ook ging hij online op zoek naar wapens, want ‘aan messen en zwaarden heeft hij niet genoeg’ bij het uitvoeren van zijn plan. Het is geen incident; ook als minderjarige was hij al lid van meerdere appgroepen waarin extremistische, antisemitische, racistische en discriminerende uitlatingen werden gedaan.
In coronatijd is het begonnen, verklaart hij. Het delen van gruwelijke filmpjes als tijdverdrijf: ‘’Onthoofdingsfilmpjes zijn zo erg dat het een soort grap wordt.’’ Langzaam ontwikkelde hij twee persoonlijkheden; online een tienerterrorist, in het fysieke leven een jongen waar de Reclassering zich eigenlijk geen zorgen over maakt.
Online wil hij ‘negers de handjes afhakken’, in het echte leven praat hij met vrienden over studie, sport en bijbaantjes. “Online is óók het echte leven’’, houdt de rechter hem voor. Hij snapt best dat politie en OM hebben ingegrepen: ‘’Tenminste, als je mij niet kent.’’ Want wie hem wel kent, weet dat hij altijd de clown wil uithangen, net iets verder wil gaan dan anderen, een tegenreactie wil uitlokken, gevoelig is voor groepsdruk. Hij vat het allemaal samen in de term ‘shockhumor’.
Maar wie door de donkere krochten van het internet dwaalt, radicaliseert in rap tempo verder, waarschuwt de officier van justitie. Wie geweld verheerlijkt, voedt de radicalisering bij anderen en geeft misschien het laatste duwtje waardoor die ander wél tot geweld overgaat.
In het verdachtenbankje ziet de officier het prototype van de tienerterrorist waar een terrorisme-expert in de media voor waarschuwt. Wat begint met een fascinatie voor geweld, kan uitmonden in ideologisch gedachtengoed: ‘Ze hebben geen idee wat ze in de samenleving aanrichten, maar eigenlijk ook zichzelf aandoen’, aldus de deskundige. Want een veroordeling voor dreiging met een terroristisch misdrijf blijft eeuwig aan de tienerterrorist plakken.
En die veroordeling komt er. Conform de eis van de officier van justitie; tachtig uur werkstraf, waarvan 40 uur voorwaardelijk. Prima te doen tussen studie, sport en een bijbaantje door. Toch hoopt de tienerterrorist dat er in hoger beroep nog een streep door gaat. Want niemand zal het stempel zien dat hij in de justitiële systemen meedraagt. Tot de dag dat zijn jeugdzonde ineens doordringt in het echte leven.