Tekst Jochem Davidse
Foto Loes Spruijt-van der Meer
Met de officier van justitie de klas in
Dinsdagochtend, 9.00 uur. Meestal staat adjunct-officier van justitie Mounaim El Mokhtari rond deze tijd oog in oog met een rechter, een verdachte en een advocaat. Nu staat hij voor een schoolbord en kijkt een klas vol MBO’ers hem wantrouwend aan. Aan hem de taak om - in het kader van het lesprogramma Wie Grijpt in? - de studenten iets bij te brengen over het werk van het OM, en de werking van het strafrecht in het algemeen. “Doe jij je koptelefoon nog even af?”
'Alsof mensen met een goede opvoeding geen domme shit doen'
“Ouders zouden gestraft moeten worden wanneer hun minderjarige kinderen een misdrijf begaan,” leest adjunct-officier van justitie Mounaim El Mokhtari de stelling voor die zojuist op het digitale schoolbord is verschenen.
“Eens of oneens? Zeg het maar.”
Verwachtingsvol kijkt El Mokhtari de klas in. Elf tienerjongens kijken hem zwijgend aan. De meesten hebben hun jas nog aan. Sommigen hangen lusteloos achterover op hun stoel, anderen liggen half over tafel, hun hoofd rustend op hun onderarmen.
“Doe jij je koptelefoon nog even af,” vraagt de leerkracht aan een van hen.
“Jij misschien,” wijst de officier een van de jongens aan. “Stel jij doet iets wat niet mag, moeten dan ook jouw ouders daarvoor worden bestraft?”
“Nee,” klinkt het antwoord.
“Waarom niet?” vraagt El Mokhtari door.
“Waarom wel? Dan kun je expres je ouders naaien door steeds domme shit te doen.”
“Oké, goed argument,” vindt de officier. “Iemand anders?”
Opnieuw gaan zijn ogen de klas rond. Wanneer zijn blik blijft hangen aan een van de jongens vooraan in de klas, duikt die snel weg achter de rugtas die voor hem op tafel ligt. Te laat.
“Wat vind jij bijvoorbeeld?”
“Hetzelfde als wat hij zei,” zegt de jongen, met een minimale hoofdknik in de richting van de vorige spreker.
“Wat zei hij dan?” vraagt El Mokhtari.
“Weet ik veel,” lacht de jongen vanachter zijn tas.
“Het is ook een kwestie van opvoeding,” zegt iemand verderop in de klas.
“Goed punt,” zegt de officier. “Dat kan het zeker zijn. Toch?”
“Alsof mensen met een goede opvoeding geen domme shit doen,” klinkt het vanachter de tas.
Dan gaat de deur van het klaslokaal open. Twee laatkomers sloffen het lokaal binnen.
“Sorry,” mompelt een van hen zonder op te kijken van zijn telefoon.
Een bijzondere gastdocent
Het eerste lesuur van klas SYD 1A van het Techniek College in Schiedam is vandaag anders dan anders. De MBO’ers (16 tot 18 jaar) volgen hier een IT-opleiding en lijken in het strafrecht vooralsnog niet bijster geïnteresseerd. Toch vindt de school het belangrijk dat ze ook daar het een en ander van af weten. Daarom doet de school mee aan Wie Grijpt In?, een lesprogramma dat werd ontwikkeld om scholieren kennis te laten maken met de rechtstaat, met de werking van het strafrecht in het algemeen, en met het werk van het Openbaar Ministerie in het bijzonder.
In dat kader staat er vandaag een bijzondere gastdocent voor de klas: Mounaim El Mokhtari, adjunct-officier van justitie van Parket CVOM. Zijn gastles vormt het sluitstuk van in totaal drie Wie Grijpt In?-lessen. De eerdere twee werden verzorgd door zogenoemde peer educators: studenten die in opdracht werken van Diversion, een maatschappelijk bureau dat het lesprogramma samen met het OM ontwikkelde. Een van hen is ook vandaag aanwezig om de afsluitende les te begeleiden.
'Als je een scooter jat van iemand die hem zelf ook heeft gestolen, is dat dan illegaal?'

In de twee eerdere lessen stond de democratische rechtstaat centraal. Wat is dat eigenlijk? Hoe werkt het? Wie zijn daarin de belangrijkste spelers? Maar ook: hoe zien de studenten hun eigen ideale rechtstaat? Wat zouden ze anders doen? Wat zouden de belangrijkste wetten en regels zijn? En wat rechtvaardige straffen voor wie zich daar niet aan houdt? Na afloop van die twee lessen stelden de peer educators een document op dat door officier El Mokhtari als briefing kan worden gebruikt.
Daarin wordt onder andere de dynamiek in de verschillende klassen geschetst (‘Ze vinden het best interessant, maar je moet het er wel een beetje uit trekken’), en een overzicht gegeven van de belangrijkste vragen die onder de jongeren leven. Vragen zoals: wat doet een officier van justitie precies, hoeveel verdien je, is het moeilijk om als officier objectief te blijven, en naar welke factoren wordt er gekeken voordat een zaak in behandeling wordt genomen? Vragen zoals: wanneer is iets discriminatie, en waarom word ik zo vaak staande gehouden terwijl ik niets heb gedaan? Vragen zoals: hoeveel jaar is levenslang, en waarom is het illegaal om een wapen te hebben? Vragen zoals: hoeveel kun je krijgen voor het plegen van pinpasfraude, en als je een scooter jat van iemand die hem zelf ook heeft gestolen, is dat dan illegaal? En ook goed om te weten: welke straf krijg je als je een kartel opricht?
Kijk uit, boys
Wanneer ook de laatkomers op de gewenste plek zitten (“niet helemaal achterin alsjeblieft, jongens”) legt officier El Mokhtari uit dat in Nederland ouders in principe niet worden bestraft voor een misdrijf dat door hun minderjarige kind is gepleegd. Althans, niet direct.
“Want hoe zit het met de schade? Wie betaalt die?”
“Je ouders natuurlijk,” zegt een van de jongens.
“Maar die hebben toch niets gedaan?”
“Die kunnen het betalen, ik niet.”
“Is dat zo?” vraagt El Mokhtari. “Wie van jullie heeft er wel eens zonder rijbewijs op een scooter gereden?”
“Kijk uit, boys, kijk uit,” waarschuwt de jongen vanachter de rugzak.
Geen enkele vinger gaat de lucht in. Dan vertelt de officier over een zaak waarbij een 14-jarig meisje stiekem de scooter van haar moeder leende. Ze was nauwelijks de hoek om toen ze een overstekende vrouw aanreed die kort daarna met een ambulance zwaargewond werd afgevoerd. “Wat denken jullie dat de schade was?”
Klas SYD 1A doet er opnieuw het zwijgen toe.
“Duizend euro?” gokt iemand.
“47.000 euro,” geeft El Mokhtari het juiste antwoord. “Die vrouw moest maandenlang revalideren en kon al die tijd niet werken, waardoor ze inkomsten misliep. De alleenstaande moeder van dat meisje heeft uiteindelijk haar huis verkocht om de schade te kunnen betalen. En dat alles omdat haar dochter die ene keuze had gemaakt om op die scooter te rijden, zonder het hebben van een rijbewijs.”
Tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden houdt Mounaim El Mokhtari zich bij Parket CVOM vooral bezig met verkeerszaken. Daarnaast is hij SSR-docent en opleider, maar twee of drie keer per jaar houdt hij in zijn agenda een dagdeel vrij om dit soort lessen te verzorgen. Omdat hij het zinvol vindt, maar zeker ook omdat hij het leuk vindt. “Natuurlijk is het soms duwen en trekken met zo’n klas,” vertelt hij na afloop. “Maar je moet bedenken: dit is MBO-niveau 2. Dat is heel praktijkgericht. Die jongens zitten niet voor hun lol met hun neus in de boeken. Laat staan in het Wetboek. De meesten zitten ook helemaal niet te wachten op een gastles van een officier van justitie. De uitdaging voor mij is om op zo’n manier met ze te levelen dat je ze er toch actief bij betrekt. Dat lukt misschien niet bij iedereen, maar bij de meesten wel. Die komen binnen met zo’n uitstraling van ‘ik zit mijn tijd wel uit,’ maar die raken vervolgens toch betrokken bij een discussie en steken er uiteindelijk ook iets van op. Dat kunnen en willen levelen moet wel in je zitten. Je moet een beetje dezelfde taal spreken. Aanvoelen waar je die gasten mee triggert. Maar dat probeer je op een zitting met een minderjarige verdachte net zo goed. Daar ligt vaak ook de focus op de pedagogische insteek. Dat mijn naam een bi-culturele achtergrond verklapt, kan voor sommigen ook een positieve rol spelen.”
#AskingForAFriend
Een van de dingen die El Mokhtari al snel ontdekte is dat een vast draaiboek niet werkt. Voor zijn lessen gebruikt hij vooral de briefing van de peer educators om aan te voelen welke vragen en thema’s zich mogelijk lenen voor een zinvolle en levendige discussie. Ook het niveau van de studenten speelt daarbij een rol. “Ik heb deze Wie Grijpt In?-lessen ook aan VWO-leerlingen gegeven. Dan zijn de discussies die je voert, en de vragen die je krijgt heel anders. Deze jongens volgen het nieuws waarschijnlijk niet dagelijks. Veel van hun vragen halen ze uit hun eigen omgeving of ervaring. Als je een scooter steelt van iemand van wie je weet dat die ‘m ook heeft gejat, is dat dan strafbaar? Hashtag AskingForAFriend, haha! Of zo’n vraag als: waarom word ik zo vaak staande gehouden op straat terwijl ik niks heb gedaan? Maar vergis je niet: ook deze MBO-jongens weten vaak meer dan je denkt. Ze vinden het alleen niet cool om daarmee te koop te lopen. Ze hoeven niet zo nodig het slimste jongetje van de klas te zijn. Op basisscholen waar ik ook regelmatig gastlessen geef aan de groepen 7 en 8, is dat vaak heel anders. Daar vliegen de vingers met brandende vragen je om de oren.”
'Veel van hun vragen halen ze uit hun eigen omgeving of ervaring'

Ook de actualiteit kan van invloed zijn op de inhoud van de lessen. Zo haalde Schiedam, een paar weken voor El Mokhtari’s bezoek aan het Techniek College, het landelijk nieuws toen een 13-jarige jongen werd doodgestoken, vermoedelijk door een leeftijdsgenoot. “Je kunt je voorstellen dat zo’n heftige gebeurtenis ook bij deze jongens vragen oproept,” zegt El Mokhtari. “Misschien kende een van hen de verdachte of het slachtoffer zelfs wel. Of een broer of zus van hen. Die actualiteit kwam kort ter sprake, maar ik had niet de indruk dat er behoefte was om daar veel dieper op in te gaan. Ook goed. Dan gaan we het over andere zaken hebben. En zo is elke les ook voor mij weer een verrassing.”
Deze ochtend geeft hij drie lessen van elk een uur die inderdaad alle drie anders zijn. Toch zijn er ook overeenkomsten. Zo polst El Mokhtari aan het begin van elke les telkens wat de studenten al weten van de gang van zaken in een strafzaak en van de rol van de officier van justitie daarbij.
“Hoe begint een strafrechtelijk onderzoek meestal?” vraagt hij.
“Met een wapen?” probeert iemand.
“Dat kan, maar ik bedoel iets anders. Iets met een A.”
“Een aanklacht?”
“Bijna. Met een aan…”
“Aangifte!”
“Dat is ‘m!” jubelt de officier. Even later gaat het over het belang van bewijs in een strafzaak.
“Stel dat dat er onvoldoende is,” zegt El Mokhtari. “Geen getuigen, geen letsel, geen sporen, geen camerabeelden, niets. Alleen het woord van de een tegen dat van de ander. Wat dan?”
“Dan kunnen jullie er niets mee!” roept een van de jongens.
“Klopt. Meestal inderdaad niet. En hoe heet dat als we besluiten dat we niets met zo’n zaak kunnen? Iets met een…”
“Seponeren!”
De officier straalt inmiddels van oor tot oor. “Héél goed! Maar wat nu als een van die twee een politieagent is die een verslag opstelt van wat hij of zij heeft gezien en gehoord. Hoe noem je zo’n verslag trouwens? Iets met een P.”
“Proces-verbaal!”
De klas krijgt er nu duidelijk lol in.
“Maakt dat verschil, als het een politieagent is? Heb je dan wel voldoende bewijs?”
“Nee!” maakt een van de jongens enthousiast korte metten met de reeks goede antwoorden.
“Toch wel,” zegt de officier. “De verklaring van een politieagent weegt als bewijs zwaarder dan de verklaring van een verdachte. Waarom? Omdat een politieagent zo’n verklaring aflegt op… Iets met een A.”
Zwijgend kijkt de klas hem aan. “Dat is ook een lastige,” geeft de officier toe. “Op ambtseed of op ambtsbelofte heet dat, maar dat mogen jullie vergeten.”
“Kan de politie ook corrupt zijn?” klinkt het vanachter de rugtas. “Iets met een J.”
Mission accomplished
Docente Randy Robinson spreekt na afloop van een leerzame en bijzonder inspirerende gastles. “Ik denk dat de impact hiervan op de studenten groot is. Ze gaan straks naar huis met meer inzicht in de rechtstaat en met een beter begrip van hun eigen positie binnen de samenleving.”
Ook Mounaim El Mokhtari stapt rond lunchtijd goedgemutst in zijn auto. Zoals altijd na zijn gastlessen in het kader van Wie Grijpt In? “Wat ze er uiteindelijk concreet van opsteken is moeilijk te zeggen,” erkent hij. “Ik heb ze een inkijkje kunnen geven in de werking van het strafrecht en in de rol van het Openbaar Ministerie daarbij. En een aantal van hun vragen kunnen beantwoorden. Misschien heel basaal, maar toch, dat is waar ik mijn voldoening uit haal. Na de laatste les kwam een van die jongens zelfs nog naar mij toe om te zeggen dat hij zich er nooit eerder in had verdiept, maar dat hij het allemaal erg interessant had gevonden. Mission accomplished, denk ik dan. Het is nooit voor niets en elke keer weer leuk.”
Wie Grijpt In?
Het lesprogramma Wie Grijpt In? werd in 2012, in samenwerking met het OM, ontwikkeld door Diversion, een bureau dat op een creatieve manier maatschappelijke problemen bespreekbaar maakt en aanpakt. Sindsdien bedient het programma elk schooljaar zo’n 1200 jongeren, verdeeld over 50 klassen en 15 scholen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het programma bestaat uit drie lessen. Tijdens de eerste twee gaan jonge rolmodellen, zogenaamde peer educators, aan de hand van prikkelende stellingen en herkenbare voorbeelden het gesprek aan met de studenten. Deze lessen worden gegeven door studenten rechten en criminologie. Tijdens de afsluitende derde les staat de officier van justitie voor de klas. Doel van het lesprogramma is jongeren uitdagen om, aan de hand van thema’s en onderwerpen die raakvlakken hebben met hun eigen leefwereld, na te denken over het belang van de Nederlandse rechtstaat, een veilige samenleving en hun eigen rol en verantwoordelijkheid daarin. Tegelijkertijd biedt Wie Grijpt In? voor het OM een kans om rechtsreeks met jongeren in gesprek te gaan. Deelnemende officieren leren zo hoe jongeren denken over actuele, diverse en complexe maatschappelijke en strafrechtelijke vraagstukken. Ook komen ze erachter hoe jongeren naar straffen kijken. Wat vinden zij effectief en rechtvaardig, en waarom?
Scholen (binnen het Randstedelijk gebied) die geïnteresseerd zijn in het lesprogramma Wie Grijpt In? kunnen contact opnemen met Tara Tas van Diversion: ttas@diversion.nl. Of telefonisch via 020 578 7997.