Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes Spruijt-van der Meer
Met alleen strafzaken van het OM wordt het probleem niet opgelost, stelt Anita van Dis-Setz
Het OM moet niet alleen witwas- en afpakzaken doen. Om echt effectief te zijn moet het samen met partners ‘het criminele verdienproces’ onderuithalen. Daarvoor zijn wetgeving en nieuwe tools, goed toezicht, informatiedelen en bewustwording van risico’s kernwoorden. Dat stelt Anita van Dis-Setz, officier van justitie en adviseur criminele geldstromen bij het Functioneel Parket. “Ik wil niet méér meldingen, maar bétere meldingen.”
“We plakken het begrip ondermijning constant op de drugs: drugsgebruik, drugsgeweld, drugsafval. Snap ik hoor, maar die drugs staan niet op zichzelf. We moeten onze ogen openen voor hoe ondermijnend het witwassen van winsten van drugs- en andere criminaliteit is. Juist in de bovenwereld. Denk nou niet dat het daar niet gebeurt. Daar zijn het normale bedrijven die ofwel onachtzaam zijn en daardoor meehelpen met witwassen, of willens en wetens zich laten gebruiken om contant geld wit te wassen.”
Op de revers van haar blazer blinken een minisetje ogen, handboeien en een al even klein pistool. Die sierraden kreeg ze ooit cadeau van een vriendin. “Ik vind ze leuk, ze staan voor zien, aanpakken en behouden.”
Het lijkt te suggereren dat Anita van Dis- Setz bovenop de praktijk van opsporen en vervolgen staat. Criminelen op de korrel nemen. Aanhouden en berechten. Dééd ze ook jarenlang. Zo draaide ze als officier van justitie onder meer de Ahold-zaak, die draaide om boekhoudfraude.
Maar gaandeweg, vertelt ze vanuit een overlegkamertje in de Amsterdamse vestiging van het Functioneel Parket (FP), werd haar missie breder. Dat begon toen ze in 2010 binnen het FP de witwasportefeuille kreeg toegespeeld. Destijds waren de ambities bepaald niet torenhoog, bekent ze. “Een parttimefunctie was het toen, je deed het ‘erbij’. In de sfeer van: we moeten wat met die FIU (Financial Intelligence Unit van de politie – red.), dus moet er ook iemand van het OM wat beleidsmatig ernaar kijken.”
De beleidsbeweging zette door. Hoewel ze af en toe nog steeds als officier of plaatsvervangend advocaat-generaal zittingen doet – “fijn met de voeten in de klei” – is het tegenwoordig beleid dat bij haar de boventoon voert. Veelzeggend: op haar visitekaartje staat niet ‘officier van justitie’, maar ‘adviseur criminele geldstromen’. Van Dis-Setz: “Want die beleidskant is hartstikke belangrijk. Daarmee moeten we ons verhaal vertellen.”
Wat is dat verhaal?
“In onze strafrechtelijke onderzoeken zien we heel veel. De meldingen van verdachte transacties. Of alle witwasinformatie uit gekraakte versleutelde communicatiediensten. Dat moeten we niet alleen gebruiken in de strafzaak zelf. Want je kunt wel zaken blíjven doen, maar met zaken alleen lossen we het probleem niet op. Dat moeten we met zijn allen doen en dus moet je vanuit die zaken een vertaalslag maken naar een bredere maatschappelijke aanpak en preventie van criminele geldstromen. Het is aan de wetgever om wetten te maken, maar het is belangrijk om onze operationele visie daar voor het voetlicht te brengen. Het kan écht verandering bewerkstelligen als we onze beelden delen: jongens, dít zien we, dít moeten we oplossen.”
Eerst naar ons eigen opsporen en vervolgen. Begint financieel rechercheren, witwasbestrijding en afpakken binnen het OM volwassen te worden?
“Nou, er zijn nog steeds officieren die me zeggen dat ze het ‘niet interessant’ vinden hoeveel wordt afgepakt. Dan denk ik: je raakt criminelen juist door aan hun geld te komen. Daarom houd ik de parketten een beetje in de gaten: lopen ze in de pas, hebben ze het goed georganiseerd? Gelukkig zie je per saldo dat er bij elke parketleiding wel aandacht is voor afpakken. Het OM kent in elk parket afpakofficieren, -secretarissen en vermogenstraceerders die de collega’s bijstaan. Bij het FP is het topprioriteit en vragen we er steeds aandacht voor.”
'Om misbruik van rechtspersonen tegen te gaan, willen we graag dat de vervuilde registers van de Kamer van Koophandel worden geschoond'
Vroeger vielen vooral de woorden ‘afpakken’ en ‘witwassen’, tegenwoordig gaat het om ‘criminele geldstromen’. Nieuw beleid, of ouwe wijn in nieuwe zakken?
“Het is niet zo dat we met de huidige koers flink willen afwijken van vroeger. Maar we verleggen wel de koers. Naast afpakken en witwasbestrijding, zetten we nu ook in op het verstoren van het verdienmodel van criminelen. We hadden voor afpakken en witwassen afzonderlijke actielijnen en programma’s. Binnen het OM deed Janneke de Smet het afpakdossier en ik het witwassen. Maar feitelijk zaten we bij dezelfde overleggen en hadden we dezelfde belangen. Daarom hebben we vlak voor coronatijd gezegd: we moeten het in elkaar vlechten, de aanpak moet integraler. Afpakken zien we het liefst al aan de voorkant van je onderzoek, anders krijg je geen optimaal resultaat. Op dit moment kunnen we niet afpakken zonder een bewezen strafbaar feit. En bij ontnemingen zien we vaak ook het delict witwassen op de tenlastelegging staan. Daarom kozen we voor het Strategische programma criminele geldstromen (SPCG). Een programma voor het hele OM en de hele opsporing; niet alleen meer voor landelijke opsporings- en vervolgingsteams met geoormerkte capaciteit, zoals de FIOD, FIU, LP en FP. In dat SPCG zetten we voort wat we deden én richten we ons meer op het frustreren van het criminele verdienmodel. Er is vaak veel aandacht van de pers voor afpakcijfers, maar het is gewoon niet in de macht van het OM om miljarden crimineel vermogen af te pakken die wereldwijd verspreid zijn. Dus kun je beter, samen met partners, dat verdienmodel frustreren. Overigens komt er binnenkort nieuwe wetgeving voor afpakken zónder veroordeling, de non-conviction based confiscation. Dat zou een tool moeten zijn waarmee we gemakkelijker en sneller kunnen afpakken.”
Licht dat criminele witwasproces en verdienmodel eens toe?
“Van de omzet van bijvoorbeeld een drugsorganisatie gaat een deel naar de logistieke financiering van het proces. Zo moet je het transport regelen, een bedrijfshal, investeer je in nieuwe partijen cocaïne, en heb je personeelskosten. Veel van dat geld is contant. Als je dat in de bovenwereld wilt gebruiken, moet je witwassen. Als het geld nog dicht op het drugsdelict zit, gaat dat vaak via ondergronds bankieren. Dan verandert het van eigenaar maar soms wordt het geld niet eens getransporteerd maar blijft het fysiek in Nederland, ondergronds als het ware. Vaak met brokers daartussen die in het buitenland zitten.
Naast ondergronds bankieren zijn er meer werkwijzen die een groot risico van witwassen kennen. Zoals trade based money laundering, dus handelsconstructies met goederen; offshore structuren; vastgoed; faciliterende dienstverleners en stromannen en crypto currencies. En overal zien we misbruik van rechtspersonen. Je kunt zonder kritische vragen van de Kamer van Koophandel rechtspersonen inschrijven in het handelsregister. Met rechtspersonen kun je bijvoorbeeld een bankrekening of een BTW nummer aanvragen. Die rechtspersoon wordt gebruikt bij het witwassen van criminele gelden en – als je die dan toch hebt – ook voor zorgfraude of fiscale fraude.
Wat dat betreft ligt de basis van het OM-beleid in de National Risk Assessments Witwassen van het Wetenschappelijk onderzoek- en datacentrum. Op basis van interviews en witwaspraktijk benoemen zij achttien risico’s voor witwassen, en koppelen dat aan de vraag van weerbaarheid: wat hebben de financiële sector en poortwachters daarin zelf aan maatregelen genomen?”

Hoe maken criminelen hun cash ogenschijnlijk legaal?
“Bijvoorbeeld via trade based money laundering. Dan vervoer je als crimineel geen geld, maar goederen, zoals nogal onschuldig lijkende aardappelen. Zo kocht een criminele buitenlandse organisatie massaal aardappelen met contant geld van Nederlandse handelaren. Loopjongens van de organisatie kwamen met plastic tassen vol bankbiljetten afrekenen, terwijl ze geen idee hadden voor welke klant ze kwamen en welke factuur ze kwamen betalen. Ze kwamen gewoon cash afstorten bij de aardappelhandelaar. De ingeslagen aardappelen verkocht de criminele organisatie vervolgens in Mauritanië. Voor aardappels is een wereldmarkt en dus kan je ze gewoon overal verkopen, daarmee heb je een grote stap gezet in het witwastraject.
Nederlandse bedrijven die op die manier contant bedragen van boven de 10.000 euro ontvingen, hadden klantonderzoek moeten doen: is dit geld niet van een foute bron afkomstig? Hen heeft het OM niet aangepakt voor witwassen. Maar ze zijn wegens het niet voldoen aan hun compliance-verplichtingen veroordeeld en beboet op basis van de Wet voorkoming Witwassen en Financiering Terrorisme (Wwft, red.). Zo’n bedrijf zit dan niet zelf in de drugs, en het levert echt aardappelen. Maar eerlijke handel? Nee! Het faciliteert dat fout geld onze markt corrumpeert.”
Legt dat justitiële optreden gewicht in de schaal?
“Iets. Maar met zo’n veroordeling is het probleem natuurlijk niet voorbij. Criminelen passen bijvoorbeeld hun trade based money laundering aan, door niet meer zelf en niet langer in cash te betalen voor de goederen. Girale betalingen vallen in beginsel niet onder de Wwft. Ze storten hun drugsgeld op rekening van derden en laten die dan de aardappels giraal betalen aan de aardappelhandelaar.
Iets dergelijks overkwam Prestige Perfumes, een Amsterdamse groothandel in parfums en cosmetica op de zogenoemde parallelmarkt. Die werd giraal betaald voor de geleverde cosmetica. Via deze derdenbetalingen zagen criminelen uiteindelijk dus hun cash omgezet in waardevolle cosmetica. Uit onderzoek bleek dat deze derden bedrijven waren die geen enkele band hadden met parfum of met de klanten die vervolgens de cosmetica afnamen. Maar ze bleken soms wel voor te komen in buitenlandse strafrechtelijke onderzoeken naar witwassen, of de rechtspersonen stonden op naam van katvangers. Prestige Perfumes werd beboet. In juli 2024 schikte Prestige Perfumes met het OM voor 199.000 euro omdat zij de compliance niet goed voor elkaar hadden en er dus witgewassen zou kunnen worden. Ook hier: niet omdat ze zélf betrokken waren bij drugshandel of omdat ze wisten wie ze faciliteerden. Maar omdat bij hen alarmbellen hadden moeten rinkelen. Want rekeningen werden betaald door een wirwar van soms wel vijftien verschillende bedrijven, die diverse losse bedragen overmaakten aan het parfumbedrijf. Soms was sprake van overbetaling. Opvallend was bovendien dat de tussenhandelaren regelmatig met een nieuwe bedrijfsnaam en btw-nummer kwamen, waarbij de contactpersoon en veel van de derdenbetalers hetzelfde bleven. Ook opvallend: van de derdenbetalers hadden de meeste geen websites, sociale media of vestigingen die je kan bezoeken. Ik vond het trouwens inventief van het Landelijk Parket om aan de afdoening de voorwaarde te stellen dat Prestige Perfumes een interview moest geven aan een landelijke krant om zo andere ondernemingen te waarschuwen.”
Na een dergelijke veroordeling verzinnen criminelen vast weer iets nieuws?
“Inderdaad. Dan komen we bij het cashcompensatiemodel. De FIU heeft dit systeem in eerste instantie geanalyseerd uit de meldingen van banken. Inmiddels zien we het in veel van onze onderzoeken. Dat werkt als volgt. Aan de ene kant heb je bijvoorbeeld een ondernemer in een arbeidsintensieve sector, denk aan de zorg of de agrarische sector, die van de overheid en klanten giraal betaald krijgt voor de mensen die hij te werk stelt. Deze ondernemer wil zijn personeel contant betalen, bijvoorbeeld omdat hij dat deels zwart kan doen of omdat het personeel geen werkvergunning heeft. Aan de andere kant heb je een drugshandelaar die beschikt over veel cash dat hij giraal wil maken. Hij geeft dat geld aan de zorgondernemer om de werknemers deels contant te betalen. De drugshandelaar richt een rechtspersoon op en laat die nepfacturen sturen naar de zorgondernemer voor verrichte diensten. Een tussenpersoon die partijen bij elkaar brengt en de legale onderneming die zich laat gebruiken, verdienen beide een leuk percentage van de transactie. Het resultaat van dit cash-compensatiemodel: er is weer fout geld witgewassen.
Maar we zien ook voorbeelden van verschillende strafbare feiten. Iemand die fraudeert en veelal direct giraal geld heeft, wil de papertrail doorbreken en zoekt een andere crimineel die vanuit drugshandel cash heeft. Die vinden elkaar en via een rechtspersoon sturen ze facturen voor alleen op papier bestaande diensten. Kan allemaal. Wat je in feite ziet is een opeenstapeling van strafbare feiten en een heel crimineel ecosysteem.”
Hoe gaan we dit allemaal voorkomen?
“We kunnen het hooguit proberen te beperken. Gelukkig komen er wetsvoorstellen voor de implementatie van de nieuwe Europese witwasregelingen en de nieuwe confiscatierichtlijn. Binnenkort gaat in Nederland de limiet voor contante betalingen omlaag van 10.000 naar 3.000 euro. Bovendien gaan we makkelijker informatie uitwisselen bijvoorbeeld via de Asset recovery offices (ARO’s, red.). De FIU kan straks ook transacties bevriezen.
Daarnaast willen wij graag dat overheidspartijen meer mogen melden aan de FIU. Gemeenten die vanuit BIBOB-informatie een slecht gevoel hebben over commercieel geïnd vastgoed, voelen zich vanwege de geheimhouding in de Bibob niet vrij om hiervan melding te maken. Een terecht punt, want terwijl de overheid dus veel inzet vraagt van poortwachters als banken, notarissen en anderen, is het gek dat je als overheid zelf nergens kunt melden.
Verder willen we graag dat de Kamer van Koophandel een toezichtstaak krijgt. Op dit moment kun je daar een adres op de vijfde verdieping van een flat laten registreren als garagebedrijf. Dat is nogal onwaarschijnlijk, nietwaar? Of het komt voor dat wij een pand in beslag hebben genomen, de verdachte gevlucht is naar de Verenigde Arabische Emiraten, en dat er niemand ingeschreven staat bij de gemeente maar dat er toch 400 rechtspersonen op dat adres gevestigd kunnen worden. Maar de KvK heeft nu niet als wettelijke taak om te controleren of dat klopt. Aan de wetgever hebben we aangegeven dat die registers betrouwbaar moeten zijn. Anders stuiten wij steeds op dubieuze rechtspersonen, terwijl de kraan open blijft staan. Ik heb de indruk dat men wel oren heeft naar onze oproep.
We kunnen het niet alleen. Voor een deel ligt de oplossing bij de poortwachters en bijvoorbeeld bij een alerte zakelijke markt. Bedrijven zelf kunnen kritischer zijn, wie betaalt mij eigenlijk? Is dat wel mijn klant? Ook accountants kunnen scherper zijn als ze jaarrekeningen controleren. Voor een belangrijk deel zit winst dus in bewustwording bij bedrijven die gebruikt worden of zich laten gebruiken. Voor een deel is ook de toezichthouder aan zet. En wij moeten met onze kennis uit strafrechtelijke onderzoeken voorlichten waar risico’s en kwetsbaarheden zitten.”
Moeten banken en anderen meer gaan melden?
“Ik spreek liever over béter melden. Ondanks alle energie die de opsporing en private partijen in het detecteren van criminele geldstromen steken, blijkt het lastig om signalen te krijgen die ons brengen bij het grote geld dat neerslaat in de bovenwereld. Denk aan investeringen in grote commerciële vastgoedportefeuilles, investeringen in legale bedrijven. Er zitten zoveel knappe koppen op detectie dat we meer resultaat halen als we beter informatie zouden kunnen delen. Dat is zowel publiek-publiek als publiek-privaat een wens. Als we meer delen kunnen poortwachters goed toezicht houden waar het risico hoog is, en minder waar het risico klein is. Dan heeft de burger ook minder last van al die vragen van banken voordat men een bankrekening mag openen. Wij zitten ook niet te wachten op de penningmeester van de lokale sjoelvereniging. Het gaat ons om het grote geld afkomstig van georganiseerde misdaad en fraude.”
Je wilt nogal een totaalaanpak: informatiedelen; samen met anderen overleggen; en barrières in wetgeving en toezicht opwerpen. Pleit de OM-top tegenwoordig juist niet voor focus op strafrechtelijke kerntaken?
“Dat is denk ik ook precies het resultaat als we deze zaken voor elkaar krijgen. Gelukkig heeft het College van procureurs-generaal het strategisch programma Criminele Geldstromen vastgesteld. Het opbouwen van een gezamenlijke intelligence-positie is echt een randvoorwaarde voor succes. Alle financiële informatie die politie, bijzondere opsporingsdiensten en anderen op tal van plekken hebben, komt nu nog nergens echt bij elkaar.
Afpakken door het OM is belangrijk, maar een breder barrièremodel tegen witwassen – met hulp van private partijen – is dat ook. Dus ik ben blij met die keuze van het College. Het heeft geen enkele zin om als OM in je eentje helemaal vast te lopen in het draaien van zaken, als er ondertussen om ons heen verder niks beweegt. Alleen sámen kunnen we dat ondermijnende criminele verdienmodel stoppen.”