Tekst Ivo Evers
Foto Politie

Officieren van justitie pleiten voor hardere aanpak nepagentenfraude

Meldingen over nepagenten schieten sinds de tweede helft van vorig jaar als paddenstoelen uit de grond. Bij het parket Oost-Nederland rees al snel het idee om, naast het creëren van bewustwording in de maatschappij, de verdenking tegen verdachten verder te brengen dan ‘gewone’ oplichting en te gaan voor bijvoorbeeld diefstal met geweld of woninginbraak, en aansluitend hogere straffen te eisen.

Behalve voor een hardere aanpak pleiten officieren van justitie ook voor meer capaciteit om de organisaties achter dit fenomeen te kunnen aanpakken. De modus operandi van nepagenten lijkt namelijk in rap tempo die van de bankhelpdeskfraude-babbeltruc te vervangen. Kwetsbare ouderen worden overtuigd vrijwillig hun kostbare goederen af te geven aan criminelen die zich telefonisch en vervolgens aan de voordeur (op geloofwaardige wijze) identificeren als politie.

Slachtoffers worden benaderd met angstaanjagende verhalen over inbraken of overvallen in hun directe omgeving: ‘Er komt zo een agent langs om uw waardevolle spullen veilig te stellen op het politiebureau’. De criminelen die aan de deur verschijnen doen dat in sommige gevallen zelfs in politie-uniform, onder naam van de wijkagent – die is in de regel online te vinden – en met een neppolitiepasje in de aanslag.

Wie de tapgesprekken tussen ‘callcenter’ en slachtoffer beluistert, kan niet anders dan zich boos maken om de doortraptheid: ‘Mijn man is gisteren overleden, dus we zijn met hele andere zaken bezig’, vertelt een geëmotioneerde vrouw die in de veronderstelling is dat ze met de politie te maken heeft. ‘Gecondoleerd, maar dan zijn er misschien dus zaken waar u zich zorgen over maakt als u niet thuis bent’, is het antwoord van de oplichters aan de andere kant van de lijn.

Het blijkt lucratieve handel en de organisatiegraad is hoog. Er worden complete scripts doorverkocht om senioren telefonisch op de meest slinkse manieren zoveel mogelijk kostbaarheden afhandig te maken. De bellers staan voortdurend in nauw contact met degenen die in de startblokken staan om aan de deur te gaan. Laatstgenoemden worden vaak geronseld via een berichtenapp als Snapchat. Er zit meestal een relatief klein netwerk van criminelen achter. Verdachten - vaak in eerdere zaken al voor soortgelijke feiten veroordeeld - zijn op zoek naar snel geld, laten zich gewillig aansturen en zijn beïnvloedbaar om dit soort foute keuzes te maken.

Trouwringen

Het proces om slachtoffers te overtuigen en te overrompelen gaat snel, zorgvuldig en geraffineerd. De oplichting is specifiek gericht op senioren met een vaste telefoonlijn, de enige generatie die deze nog gebruikt en waarvan in online telefoongidsen de gegevens staan vermeld. Soms geven slachtoffers werkelijk alles mee, tot trouwringen aan toe worden afhandig gemaakt. Vaak maken de daders een rondje met het slachtoffer door de woning en stelen nog meer kostbaarheden. Een perplex en kwetsbaar slachtoffer staat in sommige gevallen dus zomaar alle eigen waardevolle spullen af. In andere situaties echter verloopt de nepagentenfraude grimmiger en ontstaan er, wanneer de oplichting mislukt, worstelingen met gewonden tot gevolg. Officier van justitie Shannon Mosterd maakt zich hier boos over: “Dit is, in het geval van slachtoffers op leeftijd, extra risicovol, want een duw en een val kunnen ernstig letsel veroorzaken. Het is wachten op een keer dat het echt helemaal verkeerd afloopt.”

Er worden complete scripts doorverkocht om senioren zoveel mogelijk kostbaarheden afhandig te maken

In de ogen van Mosterd en haar collega, kwaliteitsofficier Tjade Feuth – beiden werkzaam op het arrondissementsparket Oost-Nederland - is er behoefte aan een strafvorderingsrichtlijn die het geheel in een zwaardere context plaatst. Ze leggen uit: “De overeenkomsten met bankhelpdeskfraude of oplichtingen zoals babbeltrucs zijn groot, maar er is een fundamenteel verschil. De verdachten presenteren zich als vertegenwoordigers van de rechtshandhaving, oftewel diegenen die de slachtoffers juist zouden moeten beschermen. Hierdoor lijdt het vertrouwen in de politie ernstige schade. De bestaande richtlijnen lijken geen recht te doen aan het leed dat dit teweeg brengt.” Feuth vervolgt: “Wat is erger: thuiskomen en ontdekken dat er na een insluiping zonder braakschade sieraden en contant geld zijn gestolen, of zélf kostbaarheden afgeven aan iemand die zich voordoet als politieagent?” Mosterd vult aan: “In de strafzaken die we in Oost-Nederland tot nu toe zagen, zie je dat de emotionele schade bij slachtoffers, dat zijn vaak kwetsbare ouderen, enorm en onomkeerbaar is. Slachtoffers durven soms voor niemand meer open te doen, behalve familie of een bekende. Daarnaast is er de gigantische schaamte dat zij vrijwillig spullen afgaven die persoonlijke waarde hebben en onvervangbaar zijn. Dat is me een doorn in het oog, het gaat hier echt om een heel, heel onsympathiek delict.”

Spoor van vernieling

In de rechtbank in Zutphen trok Feuth dan ook fel van leer tegen drie verdachten die als ‘bellers’ konden worden aangewezen: “Dit zijn strafbare feiten die onder de huid kruipen, die raken aan iets fundamenteels, namelijk het vertrouwen dat burgers - en in het bijzonder kwetsbare ouderen - in onze samenleving en de rechtsstaat hebben, in de politie die hen hoort te beschermen. Nepagentenfraude is laf, het is gewetenloos en trekt een diep spoor van vernieling.” Feuth eiste voor een serie oplichtingen gevangenisstraffen tot 28 maanden. De strafoplegging door de rechtbank viel lager uit - tot 10 maanden gevangenisstraf - maar de toon was gezet. Een maand later bood een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant al meer hoop en perspectief. Daar werd de vergelijking getrokken met woninginbraak. Uit dat vonnis: ‘De effecten van deze vorm van oplichting, waarbij slachtoffers in de veiligheid van hun eigen huis zijn gebeld, angst is aangejaagd en zij zich genoodzaakt zagen hun kostbaarheden, geld en bankpassen met pincode in een envelop aan de deur af te geven, zijn vergelijkbaar met die van een woninginbraak.’

Schaamte

Een echte klapper in Oost-Nederland dit jaar was onderzoek Okapi. In die zaak eiste officier Jan-Pieter Dees in juni dit jaar voor een notoire recidivist in verband met weer een hele serie oplichtingen maar liefst acht jaar gevangenisstraf. In eerste aanleg legde de rechtbank in Arnhem zeven jaar op. De hoofdverdachte maakte in 8 maanden tijd 33 slachtoffers met een eigen werkmethode: alleenstaande mannen op leeftijd waren in de veronderstelling dat ze via een (homo)datingapp een afspraak hadden. In plaats van de date verscheen een nepagent aan de deur om ‘onderzoek te doen’, bijvoorbeeld naar kinderporno. Plots stond er dus een ‘agent’ voor de deur die hen verdacht van een heftig strafbaar feit, ‘onderzoek’ moest doen en daarvoor pinpassen, bijbehorende codes en telefoons mee moest nemen. Een groot aantal van de mannen was nog niet uit de kast over hun geaardheid, wat, naast het feit opgelicht te zijn geweest, soms voor een dubbel gevoel van schaamte zorgde.

Nadat politie en OM actief media-aandacht zochten en kregen in actualiteitenrubrieken, dagbladen en talkshows, schoot ook politiek Den Haag in beweging. Afgelopen mei werd een motie van GroenLinks-PvdA en het CDA in de Tweede Kamer met een brede meerderheid van 92 stemmen aangenomen. Daarin staat dat het strafmaximum voor oplichting ‘in het geval het feit plaatsvindt in de eigen woning moet worden verhoogd’. In de motie zelf worden de zorgen geuit dat ‘tientallen keren per dag nepagenten proberen slachtoffers op te lichten’.

Op het gebied van preventie zit er ook nog een en ander in het vat. Bij talkshow Bar Laat zat niet alleen Tweede Kamerlid Frans Timmermans - die het thema mee terugnam naar Den Haag - aan tafel; ook bij directeur Jan Slagter van Omroep MAX kwam de stoom uit de oren en hij werd geïnspireerd tot een serie, die later te zien zal zijn bij de NPO.

Hobbels te nemen

In sommige situaties lijkt deze maatschappelijke bewustwording al te helpen. Op dinsdagavond 18 juni neemt een oplettend potentieel slachtoffer uit het Gelderse Borculo contact op met de politie. Hij vermoedt net gebeld te zijn door een nepagent, zegt hij. De politie vat post nabij de woning van de melder en twee uur later worden drie verdachten op heterdaad aangehouden. Desondanks zijn er nog wat flinke hobbels te nemen, ook binnen het OM. “Wat moeilijk te verkroppen is, is dat we door een gebrek aan capaciteit relatief weinig van dit soort zaken kunnen oppakken. Juist omdat we weten dat de impact zo enorm is,” stellen Mosterd en Feuth. Beide officieren zouden niet alleen meer van dit soort zaken willen oppakken, ze pleiten er ook voor om als OM nog meer in te zetten op het identificeren en vervolgen van de aanstuurders. Degenen die niet zelf aan de deur komen, maar die op de achtergrond de touwtjes in handen hebben.

Het delen van opgedane kennis en ervaring in dit soort zaken kan daarbij helpen. Daarvoor is bij parket Oost-Nederland inmiddels het één en ander opgetuigd, vertelt Mosterd: “Om effectiever te kunnen werken, hebben we als onderzoeksteam zoveel mogelijk kennis vastgelegd over de modus operandi en de opsporingsmogelijkheden. Daarnaast beschikken we nu over een voorbeeld-dossier en standaard proces-verbalen die eenvoudig in vergelijkbare zaken kunnen worden ingezet. Ons team wordt inmiddels dagelijks benaderd door andere eenheden die soortgelijke onderzoeken draaien en op zoek zijn naar tips en handvatten. Dat is hoopvol.”