Nieuwe taken en uitrusting voor boa’s
Naast het opsporen van strafbare feiten mogen buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) straks ook strafbare feiten voorkomen en beëindigen door mensen uit elkaar te halen of weg te sturen. Hierdoor kunnen zij ook optreden wanneer er niet direct een boete of proces-verbaal moet worden opgemaakt.
Ook de uitrusting van de boa wordt aangepast, passend bij de taak en omstandigheden waarin die taak wordt uitgevoerd. De standaarduitrusting gaat bestaan uit handboeien en een portofoon waarmee kan worden gecommuniceerd met andere boa’s en de politie als die de taak over moet nemen. Een eventuele aanvullende uitrusting wordt mogelijk gemaakt en kan bestaan uit een bodycam, steek- of kogelwerend vest. Als het voor bescherming noodzakelijk is kan een boa onder voorwaarden worden uitgerust met een korte wapenstok en pepperspray. Het vuurwapen behoort niet tot de algemene aanvullende uitrusting. Alleen een groene boa kan onder strikte voorwaarden uitgerust zijn met een vuurwapen.
Deze en andere veranderingen voor boa’s gaan stapsgewijs in. In 2028 moet het nieuwe stelsel voor boa’s volledig ingevoerd en operationeel zijn. Volgens minister van Justitie en Veiligheid Foort van Oosten zijn de veranderingen nodig: “De boa heeft tegenwoordig een onmisbare en belangrijke rol in het veilig houden van bijvoorbeeld onze wijken (gemeentelijke boa), het openbaar vervoer (ov-boa) en ook in natuurgebieden (groene boa). Het werken in steeds wisselende omgevingen, tijdstippen en dynamiek maakt het werk als boa aantrekkelijk, maar soms ook onvoorspelbaar. Dat vraagt om duidelijkheid over taken, bevoegdheden en uitrusting die bij het werk van een opsporingsambtenaar horen en van de werkgevers gevraagd mag worden.”