Tekst Ronald Steen, officier van justitie

Ronald Steen voelt zich als officier van justitie inmiddels helemaal thuis op Curaçao. Zozeer zelfs dat hij tijdens bezoeken aan Nederland en Bonaire – waar hij ook zittingen doet – heimwee voelt naar zijn geliefde eiland.

Ruim een half jaar is er alweer voorbij. Zes maanden waarin ik mij de routine van de voorgeleidingen heb eigengemaakt (bijna dagelijks heen en weer naar het kabinet van de rechtercommissaris voor een korte zitting die door de rc standaard wordt geopend met de vraag: ‘Is de politie aardig voor u?’). En die van de piketten. Zes maanden waarin ik heb leren accepteren dat de pauzes van de collega’s hier langer duren dan die in Nederland. Zes maanden waarin ik de overgang van de airco op kantoor naar de buitenlucht ben gaan waarderen als een dagelijks geluksmomentje.

Niet zolang geleden was ik even terug in Nederland. Samen met een collega deed ik een zaak waarbij vijf mensen terechtstonden voor het organiseren van een moord op een ander. Het bijzondere was dat in onze ogen een van de initiatiefnemers van dit plan een politieagente was, en een van de uitvoerders (naast twee hitmen) haar 15-jarige zoon. Het ultieme publicitaire doel voor oudere officieren als ik, pagina 101 van Teletekst, werd niet bereikt vanwege Prinsjesdag, maar er was veel pers. Ook was er nog een zaak waarbij de politie zich voordeed als een partij die een liquidatie zou uitvoeren. Natuurlijk kwam het zo ver niet. In plaats daarvan werden de opdrachtgevers gearresteerd.

Dit was de tweede keer dat ik terug was in Nederland voor het afdoen van zaken. Mogelijk volgt er nog een derde keer. Erg praktisch is het niet, maar toch kies ik er zelf voor. Ik heb er altijd een hekel aan gehad om zaken van anderen over te nemen. Je bent niet betrokken bij het begin van het onderzoek, je kent niet alle details en de beweegredenen waarom beslissingen genomen zijn, en soms ben je het ook niet eens met de genomen beslissingen. En het komt door mijn calvinistische opvoeding: wat je begint maak je af.     

Hopelijk geen schietpartij dit weekend, want de laatste weken is het vrijwel elk weekend prijs

Over zo’n bezoek aan Nederland vertellen uitgezonden officieren vrijwel allemaal hetzelfde: het is leuk, vooral om je kinderen weer te zien, maar het is altijd te druk. De beperkte tijd verplicht je om een selectie te maken van de mensen die je allemaal kan en wil zien, waarbij je altijd het idee hebt dat je anderen tekortdoet. En overal waar je komt is het gezellig, inclusief de daarbij behorende drank. Ik voel een griepje opkomen.  

Levenslang

De dinsdag voordat ik weer vertrok was de uitspraak in de grote zaak die ik in mijn vorige bijdrage op deze plek besprak. Die uitspraak vond in Nederland plaats omdat de verdachte daar vastzat, vervoer naar Curaçao te veel gedoe en veiligheidsissues zou opleveren en de rechter had bedacht dat hij de verdachte bij het doen van de uitspraak in de ogen wilde kijken. Ik vond het vooral spannend omdat we geen idee hadden welke kant het op zou vallen. Gelukkig viel het voor ons de goede kant op: levenslange gevangenisstraf.

De laatste dag bracht ik door met mijn ex en onze twee kinderen, waarbij ik het niet kon laten om een poging te wagen mijn kroost naar Curaçao te lokken. Mijn zoon Lionel zou er bijvoorbeeld prima zes maanden stage kunnen lopen, zo opperde ik een tijdje geleden al enthousiast. Tevergeefs, zo bleek. Voorlopig wil hij zijn energie vooral steken in het bedrijf dat hij samen met een aantal vrienden heeft opgericht. Begrijpelijk natuurlijk, en een mooie ambitie, jammer voor mij. Het belangrijkste is dat hij gelukkig is, en dat is hij. Hetzelfde geldt voor mijn dochter Mia. Wat zijn ze allebei volwassen en wat zijn ze geweldig. Fijn hoor, om de leukste kinderen van de wereld te hebben. En fijn dat ze binnenkort weer langskomen.

Parket Bonaire

Op Curaçao komt er weer een aantal grote zittingen aan. Veel oude Sky-zaken, drugsdealers en hun bevriende overheidsdienaren. Zaken waarbij mensen al meer dan een half jaar vastzitten. Dossiers die voor mijn tijd zijn gemaakt en tenlasteleggingen die langer zijn dan ik zou wensen. Soms met, en soms zonder een ontneming. Het is een gepuzzel. Maar eerst moest ik naar Bonaire. Toga in mijn handkoffertje en het vliegtuig in. Een klein propellervliegtuigje waarvoor collega’s mij al gewaarschuwd hadden. Er waren slechts twee stoelen waarop je een beetje comfortabel zat, de rest niet. Dat bleek te kloppen.

Het parket Bonaire - met slechts drie officieren die zaken doen - had een bijstandsverzoek gedaan voor zittingen. Ik was er nog nooit geweest dus ik stak mijn vinger op. Niet handig achteraf vanwege de drukte. Maar wat je begint maak je af. Het was geen moeilijke zitting. Alcohol, mishandelingen, vernielingen en een smaadschrift. De sfeer was nog kleinschaliger en gemoedelijker dan in Curaçao. In een van de zaken eiste ik een taakstraf, maar dat bleek helemaal niet te kunnen. Een taakstraf is geen hoofdstraf in Bonaire. Volgens de rechter hadden de wetgevers in Den Haag dit allang moeten veranderen, maar helaas. Wat wel kan, is een taakstraf vorderen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Dat deed ik dan maar.

Schietpartijen en drugshandel

Inmiddels zit ik op mijn hotelkamer in Bonaire. Straks vlieg ik terug naar Curaçao. Hopelijk denk ik er dit keer wél aan om als eerste in te stappen. Vanmiddag is er een installatie van nieuwe rechters en worden nieuwe officieren voorgesteld aan de bevolking van Curaçao. Een van hen ben ik. Geen idee wat ik daarvan kan verwachten. Om 17:00 uur begint mijn piket. Hopelijk geen schietpartij dit weekend, want de laatste weken is het vrijwel elk weekend prijs. Iedere officier heeft wel een of meerdere schietpartijen lopen. Vaak hebben ze met elkaar te maken, maar hoe precies is verdraaid moeilijk te achterhalen.

Hoe dan ook: ik heb zin om terug te gaan. Zin om een lang requisitoir te schrijven over hoe de drugshandel in elkaar steekt en uit te leggen wat bakens en satelliettelefoons te maken hebben met drugs en geld verdienen. Maar met name zin in Curaçao, mijn eiland.