De zon geeft het monumentale gerechtsgebouw in Zutphen een warme gloed. Groter dan op deze dag kan het contrast met de harde werkelijkheid binnen de muren bijna niet zijn. De kille betonnen wanden van zittingszaal A weerkaatsen een stortvloed aan tranen, harde verwijten en scherpe vragen. Een strafzaak die zich leent voor een real-life soap over een moeilijke jeugd, verscheurde vriendschappen en geschonden vertrouwen.
In het verdachtenbankje zit, ineengedoken, de 32-jarige Sonja. Haar blonde haar waaiert warrig over haar hardroze hoodie. Ze durft de rechters nauwelijks aan te kijken. Bij het controleren van de persoonsgegevens vloeien de tranen al. Vaderlijk biedt de rechter haar een glaasje water aan.
Sonja staat terecht voor bedreiging, stalking, smaad en een valse aangifte. Haar verhaal begint in 2014. De relatie met haar vriend Jeroen is dan al zeven jaar beëindigd. In Sonja gist de boosheid. Over haar jeugd, met een aan alcohol verslaafde moeder. Over haar familie, die maar niet wilde geloven dat Jeroen gewelddadig en overspelig was.
Dan gaat Sonja sms’jes versturen. Niet – zoals veel stalkers doen – naar haar ex.
Veel geraffineerder. Sonja zoekt contact met de vrouw met wie Jeroen ook een relatie heeft gehad en een kind heeft gekregen. Aan de keukentafel bespreken de vrouwen dat hun beider ex Jeroen “toch echt geen lieverdje was”.
Dan krijgt de vrouw sms’jes van Jeroen, vol scheldkanonnades en doodsbedreigingen. Een intensief politieonderzoek later, blijken de bizarre berichten te zijn verstuurd door Sonja, met een speciaal voor dit verderfelijke doel aangeschafte ‘dreigtelefoon’. Het heeft diepe wonden geslagen, blijkt uit de woorden van het slachtoffer: “Ze heeft bij mij aan de keukentafel gezeten. Met mijn kinderen gespeeld en ze tegelijkertijd met de dood bedreigd. Wat voor psychopaat ben je dan.”
Jeroen zelf zit bewegingsloos op de tribune. De tranen komen als de rechter vertelt wat het ultieme gevolg was van de sms’jes die Sonja uit zijn naam verstuurde. Jeroen mocht zijn dochter niet meer zien.
Ook bij een collega van Jeroen, bij wie Sonja nog over de vloer komt, speelt Sonja een dubieuze dubbelrol. Als deze man en zijn vriendin hun zoontje bij de geboorte verliezen, huilt Sonja bittere tranen op de begrafenis. Maar ze schroomt niet om de rouwende moeder vervolgens in een sms uit te maken voor “Kindermoordenaar”: “Lekker voor jullie dat jullie je kind kwijt zijn.” Was getekend: Jeroen.
Als het politieonderzoek langzaam in haar richting koerst, speelt Sonja haar laatste troef uit: ze stuurt uit naam van haar ex dreigende berichten aan zichzelf en doet hiervan aangifte.
In het verdachtenbankje lijdt Sonja aan vergeetachtigheid. De rechter frist haar geheugen op, de vaderlijke bejegening heeft plaatsgemaakt voor een messcherpe ondervraging: “Ik ga u niet zomaar grillen, maar voor de slachtoffers is het belangrijk om antwoord te krijgen op hun vragen. En voor ons ook.”
Bij ieder citaat uit haar onfrisse sms-repertoire krimpt Sonja verder ineen. Ze wil wel door de grond zakken, als de moeder van het gestorven baby’tje pal naast haar komt zitten voor haar slachtofferverklaring. Zij wenst Sonja toe “wat wij ook jaren gevoeld hebben: onveiligheid en wantrouwen.”
Waar verdachten die hun ex stalken, er nog wel eens met een taakstraf vanaf komen, vindt de officier hier een gevangenisstraf op zijn plaats. Achttien maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De raadsvrouwe benadrukt dat deze tragedie alleen maar verliezers kent. De getraumatiseerde Sonja heeft haar eigen toekomst, waarvoor ze keihard heeft geknokt, verwoest: “Haar diploma’s zullen waardeloos zijn, werken als parkeerwacht zit er niet meer in.”
De rechtbank vindt gevangenisstraf op zijn plaats. Twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. Het zal lang duren voordat ook voor Sonja de zon weer schijnt.
Uit privacyoverwegingen zijn de namen gefingeerd.