Tekst Meike Willebrands

"Ons FAST-team heeft altijd de langste adem"

Het specialistische FAST-team, een samenwerking van OM en politie, heeft één missie: voortvluchtige criminelen weer achter de dikke deur krijgen. Het team maakt jacht op de zwaarste criminelen. ‘Onvindbaren’ bestaan niet voor FAST, dat naar eigen zeggen altijd ‘de langste adem’ heeft. Dat moet ook, want veroordeelde moordenaars, drugscriminelen of zedendelinquenten die hun straf ontlopen zijn een steek in het hart van slachtoffers en ondermijnen het rechtssysteem.

Het rechercheteam dat onder gezag staat van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie, heeft een andere kijk op opsporing. Zij hebben hoofdzakelijk veroordeelde criminelen van de zwaarste soort op de korrel, geen verdachten. Om die reden hoeft het team ook geen bewijs voor strafbare feiten meer te vinden. FAST zoekt naar kansen, legt iemand zijn verleden onder het vergrootglas. Waar is de gezochte persoon gevoelig voor? Waar liggen zijn behoeftes? Iedere voortvluchtige laat zijn sporen na, is de gedachte. Dat ene belletje met hun moeder, dat ene biertje met vrienden. Zeker in de huidige tijd zijn mensen via mobiele telefoons en computers meer in contact met elkaar dan ooit. Daar liggen kansen voor de politie.

Cijfers

FAST is in 2015 opgericht als samenvoeging van het Team Executie Strafvonnissen (TES) en de Groep Opsporing Onttrekkingen (GOO) en richt zich op de opsporing van personen met een openstaande vrijheidsstraf en de opsporing van ontsnapte gedetineerden en TBS’ers.

  • Sinds de start op 1 januari 2015 tot de eerste peildatum 04 juli 2016 heeft FAST 202 voortvluchtige personen opgespoord en aangehouden.
  • Op 4 juli 2017 is de totale voorraad te executeren straffen van FAST: 891 personen. In 379 zaken gaat het om openstaande straffen boven de 300 dagen.
  • In de periode 4 juli 2016 tot 4 juli 2017 zijn in totaal 346 personen in de doelgroep van FAST opgespoord en aangehouden. Met de tenuitvoerlegging van die 346 gevangenisstraffen is een totaal strafrestant van 353 jaar gemoeid.
  • 135 personen daarvan betrof voortvluchtigen in Nederland met een strafrestant van 120-300 dagen die door de politie-eenheden in de regio’s zijn aangehouden.
  • 211 personen zijn door FAST al dan niet uit het buitenland opgespoord en aangehouden.
  • Daarnaast zijn nog eens 150 veroordeelden opgespoord door FAST die in het buitenland zitten, maar de juridische procedures voor uitlevering of strafoverdracht lopen nog.
  • 63 veroordeelden zijn opgespoord en getraceerd ineen ander land waarmee Nederland geen verdragsrechtelijke relatie mee onderhoudt.

Internationale opsporing

Binnen FAST werken politie en OM nauw samen, toch is er een verschil in taken. Het politieteam, FastNL, spoort actief voortvluchtigen op die een vrijheidsstraf moeten uitzitten van driehonderd dagen of meer (tien maanden). Het gaat om gezochte personen zonder vaste woon- of verblijfsplaats. Het team spoort ook ontsnapte Tbs’ers of PIJ’ers (jeugd tbs’ers) op. Het LPFast richt zich op een ruimere groep: het verzorgt voor alle parketten de internationale opsporing van de voortvluchtigen die nog een celstraf van 120 dagen (4 maanden) of meer op hun naam hebben staan. Het politieteam van FAST ondersteunt wel in de opsporing van deze groep, maar gaat zelf niet de straat op. FastNL houdt de politiesystemen in de gaten en deelt aanwijzingen over waar iemand zich schuil kan houden met de regionale eenheden. Zij kunnen de veroordeelde dan oppakken. Als er informatie is dat een voortvluchtige met een openstaande straf van 120 dagen of meer zich in het buitenland schuilhoudt, zorgt LPFast voor de uitvoering van het rechtshulpverzoek. De veroordeelde kan zijn onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan alsnog uitzitten in Nederland of in zijn moederland. 

Boeven vangen

Voor de zware jongens gaat het politieteam van FAST dus zelf de straat op. In burger, zo onopvallend mogelijk. Met ogenschijnlijk gewone auto’s, die toch van alle toeters en bellen zijn voorzien. In hun jacht naar de ‘on’vindbaren, mogen zij sinds 2005 gebruik maken van een palet aan bijzondere opsporingsbevoegdheden. Door telefoongesprekken af te tappen en te observeren, proberen zij zo dicht mogelijk bij hun prooi te komen. “Wij zijn veel op straat te vinden. Wat wij doen is het klassieke boeven vangen”, zegt Frank Frankema, teamleider van FastNL. Moordenaars en zedendelinquenten hebben prioriteit. Bij iedere gezochte crimineel maakt Frankema een inschatting van hoe gevaarlijk de crimineel is. Het uitgangspunt is dat het team zelf alle voortvluchtigen en ontsnapte Tbs’ers aanhoudt, maar bij vuurwapengevaarlijke klanten krijgen zij bijstand van de DSI.

Maffiabazen

Veel voortvluchtigen duiken onder in het buitenland. Als FAST de crimineel in Europa heeft kunnen traceren, houden de Europese partners die meestal aan. Het Europese samenwerkingsverband ENFAST is opgericht om de informatiedeling en de aanhouding van voortvluchtigen te versnellen. De Europese Fast-teams staan elkaar bij in het aanhouden van internationaal gesignaleerden die zich op hun grondgebied bevinden. FAST pakt dus ook buitenlandse criminelen op die hun toevlucht in Nederland zoeken. Frankema: “Eind vorig jaar hebben we bijvoorbeeld twee grote maffiabazen opgepakt voor Italië. Een van hen hielden we in Tilburg aan, waar hij zich verschanste bij familie. Door telefoontaps en observaties, kregen we hem in het vizier. Gelukkig maar, dit zijn gevaarlijke jongens die je niet in je land wilt hebben.”

Programma Executie

“Mooi, hoe het Fast-team veroordeelde criminelen alsnog achter de tralies weet te krijgen”, zegt Charlotte Grezel, OM-programmadirecteur Executie. “Want opsporing en vervolging zijn alleen zinvol als straffen ook ten uitvoer worden gelegd.”

Executie vraagt om een kéten waarin ZM, OM, CJIB/Administratie, Informatie ICE, politie, 3RO, DJI en JustID toegewijd werken, weet Grezel. Er verandert nu veel. Zo is in maart 2017 de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (‘USB’) aanvaard, waarmee de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging voor een groot deel verschuift van het OM naar de minister van Veiligheid en Justitie. Wel wordt het OM wettelijk expliciet verantwoordelijk voor de aanlevering binnen twee weken van alle strafrechtelijke beslissingen aan het AICE, en moet de ZM uitspraken binnen veertien dagen aan het OM verstrekken. Charlotte Grezel: “Met een goede aanlevering van beslissingen aan het AICE kunnen straffen snel worden geëxecuteerd, en kunnen veroordeelden die nog niet gevonden zijn, sneller worden ingesloten.”
Het aanleveringsproces tussen ZM-OM en AICE kent nog veel re-work. Met de ZM en het AICE wil het OM daarom een nieuwe werkwijze ontwikkelen en die beproeven op AP Noord-Nederland en AP Amsterdam. Grezel: “Partners als AICE en politie kunnen daarvan profiteren. Met goede dossiers kan de actieve opsporingsvoorraad en instroom in het OPS worden beperkt. Op dit moment bestaat de actieve opsporingsvoorraad openstaande vrijheidsstraffen uit ruim 2.500. Om die te verkleinen worden binnen het programma ‘(on)vindbare veroordeelden’ nu ‘toplijsten’ opgesteld. Een op 8 september 2017 bij het AICE in Leeuwarden gestarte ‘regietafel’ van OM, politie, AICE en JustID helpt daarbij.”

Buiten spel

FAST traceert ongeveer 60% van de voortvluchtigen in Nederland en 40% in het buitenland. “De echt grote jongens zijn sluw. Ze weten precies naar welk land ze moeten vluchten om niet uitgeleverd te kunnen worden aan Nederland”, weet officier van justitie Sjaak Pouw. FAST wordt op die manier buiten spel gezet. “Pijnlijk en doodzonde voor de moeite die in het traceren van de boef is gestoken. Ons werk wordt dan niet beloond met een aanhouding. Criminelen ontlopen hun verdiende straf. Dat ondermijnt ons strafproces en ons rechtssysteem”, benadrukt Robert Jansen, parketsecretaris bij FAST. Van ongeveer zestig zware criminelen in het buitenland weet FAST waar ze zijn, maar het loopt spaak omdat er geen juridische basis is voor de overdracht van de straf of uitlevering van de veroordeelde.

Hoe kan het eigenlijk dat veroordeelden de kans krijgen om op de vlucht te slaan? Volgens het drietal schuilt de oorzaak in ons rechtssysteem. De hoofdmoot zijn verdachten die het vonnis in hun zaak in vrijheid mogen afwachten en dan de benen nemen. Robert Jansen: “Het kan ook gaan om moordenaars die in eerste aanleg worden vrijgesproken door de rechtbank en in hoger beroep en uiteindelijk in cassatie toch veroordeeld worden. Die zijn dan ook met de noorderzon vertrokken.”

Sluitstuk

Sjaak Pouw heeft zich in zijn jarenlange ervaring als officier van justitie onvoldoende gerealiseerd dat het daadwerkelijk opsluiten van veroordeelden pas echt het sluitstuk is van het strafproces. “Slachtoffers doen aangifte omdat ze willen dat er wat gebeurt. Dat gebeurt, want de rechter veroordeelt iemand. Maar pas nadat diegene daadwerkelijk opgesloten zit, begint de verwerking voor een slachtoffer. Het gaat in onze zaken om ernstige delicten, gepleegd door daders die niet gevonden willen worden. Ze tonen geen enkel berouw.”

Een zaak die de officier goed is bijgebleven is een verkeersongeval waarbij drie personen omgekomen zijn. In de opsporing van de veroordeelde dader van het ongeval, heeft de officier veel contact gehad met de nabestaanden. “Toen de veroordeelde daadwerkelijk vastzat, konden de nabestaanden pas het juridische proces afsluiten en kon de emotionele verwerking beginnen. De nabestaanden vertelden dat de aanhouding voelde alsof ze weer mochten ademen en het leven weer langzaam op konden pakken. Wij leveren daar een bijdrage aan. Dat maakt ons werk zo dankbaar, zo zinvol.”

Het drietal van FAST stelt altijd ‘de langste adem’ te hebben. Op de vlucht zijn, is immers vermoeiend. Officier Pouw komt met een anekdote. Rotterdammer Said B. werd samen met zijn broer veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie die synthetische drugs produceerde. Het duo sloeg op de vlucht. Zijn broer werd gepakt, maar B. wist te ontsnappen en vertrok naar Marokko. Hij keerde toch terug naar Nederland en werd vorig jaar september alsnog door FAST in de kraag gevat. Hij moest nog een gevangenisstraf van 2035 dagen uitzitten. Bij zijn aanhouding zei hij: ‘Ik weet dat ik mijn straf nog moet uitzitten.’ Hij verzette zich niet. ‘Dit kost mij zoveel energie. Ik kan mijn moeder niet bellen, mijn familie niet zien. Dit is geen leven.’ En hij gaf op.

Programma Onvindbaren

De executieopsporing, die in 2006 is gestart, is een relatief nieuw recherchegebied voor de politie. De werkwijze van FAST blijkt succesvol bij de opsporing van hun doelgroep: voortvluchtigen met een minimaal strafrestant van 120 dagen. En voor de gerichte opsporing door FastNL van 300 dagen of meer. De opsporing van de zaken van 120 tot 300 dagen gebeurt door de regionale eenheden van de politie.
Pouw legt uit dat er landelijk nog 11.000 vrijheidsstraffen openstaan, waarvan er meer dan 2.500 in de actieve opsporing zitten. Volgens Pouw is van de grote bak van 11.000 vrijheidsstraffen die nog openstaan slechts rond de 10% die 120 dagen of meer.

Het gros gaat dus om gevangenisstraffen van korter dan vier maanden. Om de actieve opsporingsbak en ook die grote berg snel kleiner te maken, is sinds juli het programma Onvindbaren van start waar Pouw namens het OM nauw bij betrokken is. “De werkwijze van FAST kan model staan voor de verdere professionalisering van de executie van de kleinere zaken. Zodat ook daar geen onvindbaren meer zullen zijn. De wijze waarop FAST voortvluchtigen opspoort: informatie verzamelen, systemen koppelen en rechercheren, kan ook toegepast worden in de opsporing van voortvluchtigen met een strafrestant van minder dan 120 dagen. Zonder de tenuitvoerlegging van opgelegde straffen, is eigenlijk iedere strafzaak zinloos.”

Kostbare tijd

De executie van straffen heeft meer dan ooit de aandacht. De officier pleit ervoor dat dat onderdeel van het strafproces ook bij de andere parketten van het OM meer gaat leven. De kwaliteit van de executieadministratie kan beter. FAST is afhankelijk van de zaaksdossiers van de parketten. Om signaleringen in het buitenland te kunnen doen en bewijs te hebben van de veroordelingen. Het tijdig in bezit hebben van de juiste documenten is essentieel om veroordeelden internationaal uitgeleverd te krijgen of de straf over te dragen. Soms moet FAST onnodig veel moeite doen om de juiste documenten te krijgen. Dat is zonde van de kostbare tijd. Hoe eerder een crimineel immers achter de dikke deur verdwijnt, hoe beter.