Foto Loes van der Meer

Procureur-generaal Theo Hofstee

Revolutionair, zo werden de vonnissen die de rechtbanken Limburg en Rotterdam afgelopen december wezen door diverse media gekenschetst. En niet zonder reden. Deze rechtbanken gingen voor het eerst mee in afspraken die de officier van justitie en de verdediging maakten over de wijze van procederen, de bewijspositie en over de strafeis van de officier van justitie. Sindsdien houdt het fenomeen ‘procesafspraken in strafzaken’ de gemoederen flink bezig. Diverse media besteedden aandacht aan het onderwerp, in de Tweede Kamer werden vragen gesteld over de werkwijze en zelf mocht ik een interview in een landelijk dagblad geven over de conceptaanwijzing waaraan diverse OM’ers hard hebben gewerkt.

De uitspraken van de rechtbanken Limburg en Rotterdam passen naadloos in een streven dat het OM al in 2019 naar voren bracht: vaker werken met procesafspraken. Laura Peters, Rijksuniversiteit Groningen, deed onderzoek naar hoe andere Europese landen ‘dealen met ondermijningsdelicten’ en omschreef het afsprakenmodel onlangs als een ventiel voor het verstopte strafrechtsysteem. En zo is het. Procesafspraken zijn geen wondermiddel, maar wel een manier om zaken die zich ervoor lenen efficiënter en sneller af te doen doordat de rechtszitting daarmee kan worden toegespitst op hetgeen OM en verdediging nog verdeeld houdt. En dat loont. Slachtoffers, verdachten en samenleving krijgen eerder duidelijkheid over de uitkomst van een zaak en straffen worden sneller tenuitvoergelegd. In 2020 is binnen het OM dan ook een werkgroep ingesteld om een handelingskader voor het werken met procesafspraken uit te werken. Een mijlpaal in de gedachtevorming was de zaak Cymbal. Die zaak, in de literatuur neergezet als eerste zaak waarin OM en verdediging procesafspraken maakten, leverde waardevolle inzichten op welke zijn vertaald naar een conceptaanwijzing.

‘Een procesafspraak is nadrukkelijk géén buitengerechtelijke afdoening, maar leidt tot een onafhankelijk rechterlijk oordeel’

In deze editie van Opportuun vertellen officieren van justitie Ellemieke van Doorn en Dävid van Kuppeveld over hun ervaringen in de veelbesproken Rotterdamse en Limburgse zaken. Voordat u snel doorbladert, neem ik u graag nog even mee in wat procesafspraken nu eigenlijk zijn. En wat ook vooral niet. Een procesafspraak is nadrukkelijk géén buitengerechtelijke afdoening, maar leidt tot een onafhankelijk rechterlijk oordeel over de zaak en resulteert in een vonnis. De rechtbank is en blijft verantwoordelijk voor de vaststelling van de feiten, de volledigheid van het onderzoek en voor de uiteindelijke strafoplegging. Dat past bij de rechterlijke onafhankelijkheid en straftoemetingsvrijheid die onze strafrechtspraktijk kenmerkt. Erkenning van schuld is geen vereiste voor procesafspraken. We doen niet aan plea bargaining: strafkorting in ruil voor een bekentenis. Het is geen handjeklap. Procesafspraken kunnen vooral een rol spelen in geval OM en verdediging het eens zijn over de bewijspositie. We laten ons niet onder druk zetten door het vooruitzicht van een langdurig proces. We blijven bij onze maatstaven.

Het maken van procesafspraken vraagt niet om een aanvullende wettelijke basis. De wet biedt hiervoor de ruimte en waarborgen in de vorm van het opportuniteitsbeginsel en de grondslagleer, zo bevestigden de rechtbanken Limburg en Rotterdam. Dit betekent dat het initiatief bij het OM ligt, maar ook dat geen sprake mag zijn van willekeur. De officier van justitie moet de belangen van slachtoffers en de samenleving betrekken in zijn of haar afweging. Om te verzekeren dat die afweging op eenduidige en transparante wijze wordt gemaakt, zijn de waarborgen die het OM in acht neemt vastgelegd in een conceptaanwijzing. Daarover treedt het College in overleg met de Raad voor de rechtspraak, de Nederlandse Orde van Advocaten en met de minister van Justitie en Veiligheid. We verwachten de inwerkingtreding vóór de zomer.

Theo Hofstee