Tekst Jeroen de Ridder, Fact Factory OM
Foto Loes Spruijt-van der Meer
Je hoort en leest regelmatig dat iemand door omstandigheden in de criminaliteit terecht is gekomen. Bijvoorbeeld door schulden, verslaving aan alcohol of drugs of door een geestelijke stoornis.
Regelmatig leidt het een tot het ander. Iemand met een verslaving raakt zijn baan kwijt en komt in de schulden. Of andersom, iemand raakt door omstandigheden in de schulden en vlucht in verdovende middelen. Schulden en verslaving leiden vervolgens tot echtscheiding. En als je eenmaal het stempel ‘crimineel’ hebt, dan is het moeilijk om een nieuwe start te maken en is doorgaan op het criminele pad vaak de makkelijke optie. Deze situatie van elkaar versterkende negatieve factoren wordt in beleidstermen ‘multiproblematiek’ genoemd.
Maar bij hoeveel verdachten die een misdrijf hebben gepleegd is sprake van multiproblematiek? Dat is een vraag die twee collega’s het afgelopen jaar hebben onderzocht met data van het OM en data van het CBS1. Zij bestudeerden de gegevens van 1,3 miljoen verdachten in strafzaken die werden geregistreerd tussen 2013 en 2019. De gegevens van deze verdachten zijn door het CBS gekoppeld aan gegevens die erop wijzen dat er sprake is van een problematische situatie in een of meer leefgebieden. Zo zijn bijvoorbeeld gegevens beschikbaar of een verdachte in het verleden gebruik maakte van specialistische GGZ-zorg, in een schuldsaneringstraject heeft gezeten, als wanbetaler bekend stond, in aanraking is gekomen met jeugdzorg of bekend is als voortijdig schoolverlater. Als de verdachte in twee of meer andere probleemgebieden ‘scoort’ is de conclusie dat er sprake is van multiproblematiek. Recidive Het resultaat van het onderzoek is dat bij 36% van de personen die een of meer keer verdachte zijn geweest, sprake is van multiproblematiek. Zij zijn verdachte in meer dan de helft (51%) van alle strafzaken die bij het OM instromen. Er is dus een samenhang tussen multiproblematiek en recidive. Bij 46% van de verdachten met multiproblematiek is sprake van recidive, waarbij 6% van deze groep verdachten voorkomt in 8 of meer strafzaken. Uiteraard kiest niet iedereen die persoonlijk in de problemen zit het criminele pad. Vandaar dat ook een vergelijking is gemaakt met de situatie van een – qua leeftijd en geslacht – vergelijkbare groep uit de Nederlandse bevolking die niet geregistreerd staat als verdachte. In die groep bleek in 11% van de gevallen sprake te zijn van multiproblematiek. De constatering dat bij verdachten drie keer vaker multiproblematiek voorkomt wijst op een duidelijk verband tussen criminaliteit en multiproblematiek.
Wat betekent dit voor het OM? Het OM wil immers zorgen voor de meest effectieve interventie die recht doet aan het slachtoffer, de verdachte én de maatschappij. Dat betekent niet alleen dat verdachten een passende straf krijgen, maar dat moet worden geprobeerd om herhaling van crimineel gedrag te voorkomen. Dat heet binnen het OM ‘Straf met Zorg’. Straf met zorg is meer dan een ‘klassieke’ strafrechtelijke beoordeling van de strafzaak. Samen met partners als zorginstellingen en gemeentelijke organisaties bepaalt de officier de best passende sanctie of maatregel. Dat kost extra tijd en capaciteit. Uiteraard is bekend dat het strafrecht alleen geen oplossing biedt voor deze verdachte. Gemeenten, zorgaanbieders, de fiscus: ze zullen allemaal hun bijdrage moeten leveren om de negatieve spiraal waarin de verdachte is beland te doorbreken.
Hoewel deze aanpak volstrekt logisch klinkt, staat het haaks op de manier waarop het OM wordt gefinancierd. De financiering is namelijk voor meer dan 50% gebaseerd op het aantal strafzaken dat behandeld wordt en is geënt op het gedachtengoed dat maatschappelijke organisaties bedrijfsmatig moeten worden aangestuurd. Het maatschappelijk effect, bijvoorbeeld of toekomstig crimineel gedrag wordt voorkomen, telt daarbij niet mee. Een cynicus zou daarom kunnen beweren dat het OM juist belang heeft bij een zo groot mogelijke groep multiprobleemverdachten; want hoe meer recidive, hoe meer strafzaken en hoe meer strafzaken, hoe meer budget. Gelukkig ontvangen officieren van justitie aan het eind van het jaar geen bonus op basis van de jaaromzet!