Tekst Ina Hendriks en Yascha van ’t Hof, Fact Factory OM
Kindermishandeling in huiselijke kring
Kinderen die opgroeien in een onveilig gezin, krijgen later vaker als dader of slachtoffer te maken met geweld in relaties. Ook zijn ze vaker gewelddadig tegenover hun ouders.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut waarvan zij de resultaten dit najaar publiceerden in het rapport ‘Huiselijk geweld: een complex en hardnekkig probleem’. In het onderzoek gaven twee op de drie slachtoffers van kindermishandeling aan zelf ook geweld tegen hun vader of moeder te gebruiken. En wanneer ze als puber een relatie krijgen, zijn ze regelmatig gewelddadig tegen hun partner.
Al veel langer was bekend dat een deel van de mishandelde kinderen in de huiselijke kring later zelf ook geweld gaat gebruiken. Hoewel ze het zelf misschien niet willen, ‘kunnen’ ze soms niet anders. Ze hebben van huis uit geleerd dat agressie een wapen kan zijn dat je kan inzetten om je doelen te bereiken. Dit kan verbaal zijn, maar ook fysiek. De omvang van dit maatschappelijk probleem blijkt na dit onderzoek nog groter dan gedacht.
In 2022 behandelde het OM bijna 750 zaken waarbij sprake was van huiselijk geweld tegen kinderen. In 60% van de zaken was hierbij sprake van fysieke mishandeling. In een kwart was er sprake van het opzettelijk onttrekken aan het wettig over het kind gestelde gezag. Een opvallende piek in zowel 2021 als 2022 is te zien in het aantal misdrijven tegen het leven. Hierbij gaat het om moord en doodslag of een poging hiertoe. Vooral het grote aandeel nog hele jonge slachtoffers van nog geen jaar oud valt in deze categorie op. Inmiddels nemen deze hele zware zaken in aantal weer af.
Toch gaat het ook in de wat lichtere feiten om ernstige zaken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de veiligheid in een gezin indien mogelijk weer kan worden hersteld als er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling?
Bij het bepalen van de strafmaat is de bescherming van kinderen het uitgangspunt. Het geweld tegen een of meer kinderen moet zo snel mogelijk stoppen. Dat betekent dat het OM rekening houdt en overleg voert met de hulpverlening die aan het gezin wordt aangeboden. Maar het OM heeft ook een belangrijke normstellende rol. Ook het aspect van vergelding moet voldoende doorklinken in de strafmaat. Dat wat het kind is aangedaan, is strafbaar en wordt door de samenleving niet geaccepteerd.
Het vaststellen van de strafbare feiten in zaken waarbij sprake is van kindermishandeling in huiselijke kring is vaak complex. Indien er voldoende wettig en overtuigend bewijs kan worden vergaard, legt het OM in beginsel de zaak ter beoordeling aan de rechter voor. Vaak is in deze zaken sprake van een achterliggende (agressie)-problematiek. In de strafeis wordt door het OM dan ook waar passend een voorwaardelijk strafdeel opgenomen, teneinde de verdachte in een gedwongen kader aan de achterliggende problemen te laten werken en het kind te beschermen. Hiermee kan de inzet van of door instanties als Veilig Thuis, de Reclassering of de Raad voor de Kinderbescherming worden ondersteund.
We weten al heel lang dat geweld van generatie op generatie wordt doorgegeven. Het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut laat zien dat de problematiek nog groter is dan gedacht. Hoe kunnen we deze cirkel doorbreken? Hoe kunnen we voorkomen dat de slachtoffers van nu de daders van de toekomst worden?
Het is een probleem dat niet alleen binnen het strafrecht kan worden opgelost. Ook vanuit hulpverlening is gerichte aandacht voor slachtoffers van kindermishandeling noodzakelijk. Deze vaak nog jonge kinderen zullen ook van andere mensen moeten leren hoe zij met conflicten moeten omgaan. Dat zij meningsverschillen of onenigheid kunnen oplossen met praten en luisteren. Wanneer we daar als maatschappij in slagen, dan zullen in de toekomst minder kinderen slachtoffer worden van huiselijk geweld. Kinderen hebben immers het recht om in veiligheid op te groeien.