Tekst Morena Lam
Foto Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn
De aanpak van probleemfokkers
Een grote hoeveelheid aan dieren, op elkaar gepropt in te kleine hokken met weinig of geen drinkwater. Dit schrijnende beeld komt de laatste jaren aan de lopende band langs. Het gaat hierbij vaak om probleemfokkers, die door zoveel mogelijk dieren te houden zoveel mogelijk geld willen verdienen. Met de inwerkingtreding van de Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing hoopt het OM hier op een efficiëntere manier tegen te kunnen optreden.
Het is een zonnige dag in september 2023 in het vissersdorpje Huizen. Op de dijk, een populair hondenlosloopgebied, is het een drukte van jewelste. Het wemelt er van de vrolijk spelende honden. Te midden van de rennende, dartelende viervoeters ligt een lichtblond teefje roerloos op haar buik in het gras. Ze lijkt schuchter, compleet in zichzelf gekeerd en maakt totaal geen aanstalten om zich bij haar spelende soortgenootjes te voegen.
“Dat was een fokteefje uit Eersel. Van die fokker uit het nieuws, weet u wel,” vertelt haar baasje. “Ze heet Fien, maar ze had nog geen naam toen ik haar adopteerde.”
Fien is één van de vele honden die is weggehaald bij een probleemfokker, in de volksmond vaak ‘broodfokker’ genoemd. Officier van justitie Daniëlle van Ieperen en commissiesecretaris Max van Vilsteren, beiden werkzaam bij het Functioneel Parket Zwolle, zien zaken met betrekking tot deze foute fokkers regelmatig voorbijkomen. Ze lichten toe hoe deze fokkers te werk gaan en op welke manier de in 2024 vernieuwde wetgeving kan bijdragen aan het tegengaan van deze dieronwaardige praktijken.
Vijf vrijheden
Deze vernieuwde wetgeving was echter nog niet van kracht toen officier Van Ieperen en commissiesecretaris Van Vilsteren eind vorig jaar met een omvangrijke zaak met betrekking tot een probleemfokker op zitting stonden. Deze fokker hanteerde een modus operandi die kenmerkend is voor probleemfokkers: te veel dieren in te kleine hokken, slecht verzorgd en ondanks bestuursrechtelijke handhaving blijven de fokkers maar doorgaan.
“Dieren hebben net als mensen rechten, ze hebben waarden, ze hebben recht op vrijheid en welzijn. Die rechten zijn als vijf vrijheden opgenomen in de wet. Als ik die bekijk, zijn ze eigenlijk heel vanzelfsprekend: vrij van dorst, honger en ondervoeding; vrij van fysiek en fysiologisch ongerief; vrij van pijn, verwonding en ziektes; vrij van angst en stress; en vrij zijn om het normale gedrag te kunnen uitvoeren.”
Met deze woorden opent officier Daniëlle Van Ieperen haar requisitoir. Ze stelt dat het de verantwoordelijkheid van de eigenaar is om deze vrijheden te waarborgen. De desbetreffende fokker heeft hier duidelijk niet aan voldaan.
“De manier waarop verdachte met zijn honden omgaat en de mate waarin hij tekortschiet in de verzorging, is ronduit weerzinwekkend te noemen. Verdachte heeft daarmee als eigenaar niet zijn verantwoordelijkheid genomen. Hij had moeten inzien dat hij op alle vlakken tekortschoot en maatregelen had moeten nemen. Hij is keer op keer door toezicht en opsporing gewaarschuwd dat de verzorging niet in orde was. Dit alles heeft echter geen gedragsverandering teweeg gebracht. Hij bleef de honden onvoldoende verzorgen.”
De strafzaak is opgebouwd uit drie dossiers die door de (dieren)politie en de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) zijn opgemaakt. Door zijn omvang verscheen deze zaak voor de meervoudige economische kamer. De fokker die hier centraal stond hield verscheidene dieren onder erbarmelijke omstandigheden. Om dit te illustreren haalt Van Ieperen een deskundigenrapport van een dierenarts aan: ‘Als ik vervolgens zie hoe de katten gehouden worden, dan schrik ik oprecht. Het hok is klein, er is geen licht en bij het openen van het hok komt er een penetrante walm van ontlasting naar buiten. De dieren zijn daarnaast zeer mager, hebben geen water en het was een vieze bende. Geen afleiding… niets.'
Op 2 oktober 2023 deed de rechtbank Zwolle uitspraak in deze zaak en werd de fokker veroordeeld tot achttien maanden cel, waarvan negen voorwaardelijk, met daaraan gekoppeld een houdverbod voor dieren gedurende de proeftijd van tien jaar en een (zelfstandig) beroepsverbod. Hij is in hoger beroep gegaan.
Dat veel probleemfokkers tekortschieten in de zorg voor hun dieren, heeft alles te maken met eerder genoemde modus operandi. Er worden veel dieren op grote schaal gehouden en gefokt, met als enig doel zoveel mogelijk te verkopen. De jonge dieren worden via Marktplaats en mond-tot- mondreclame aangeboden.
Het OM komt deze malafide fokkers vaak op het spoor wanneer melding wordt gemaakt van geluids- of stankoverlast, of wanneer men een ziek dier gekocht blijkt te hebben en hierover een melding indient. Als de LID en de politie ter plaatse gaan en een situatie aantreffen waarin dieren onder onhygiënische omstandigheden en in te kleine hokken worden gehouden, kan de LID in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemers bestuursrechtelijk handhaven en kan een proces-verbaal worden opgemaakt. Ook wordt gecontroleerd of de fokker wel aan de vereisten uit het Besluit houders van dieren, wetgeving omtrent het bedrijfsmatig houden van dieren, voldoet.
Weet waar je koopt
Want dierenverwaarlozing is niet de enige reden waarom veel van dit soort fokkers gedagvaard wordt. Commissiesecretaris Max Van Vilsteren: “Als je meer dan twintig dieren houdt, wordt dat in elk geval gezien als bedrijfsmatig en gelden er aanvullende eisen. Zo moet je een administratie bijhouden van de dieren die je houdt, een gezondheidsprotocol hanteren en een vakbekwaamheidsdiploma hebben. Als een fokker niet aan deze eisen voldoet, is er sprake van een economisch delict en kan de zaak voorkomen voor de meervoudige economische kamer.”
Het houden van dieren op zo’n grote schaal zonder bekwaam genoeg te zijn om er goed voor te zorgen, lijkt iets van de laatste tijd. Gelijksoortige zaken als die van de eerder genoemde fokkers halen steeds vaker het nieuws. Max van Vilsteren en Daniëlle van Ieperen weten echter dat deze praktijken niet nieuw zijn. Wellicht is het aantal probleemfokkers, en zo ook de media-aandacht, wel toegenomen, wat te maken zou kunnen hebben met de vraag naar huisdieren. Deze is in coronatijd, toen mensen veel thuis moesten blijven, flink gestegen. Daardoor is er ook meer markt ontstaan voor probleemfokkers.
“Deze fokkers kunnen alleen bestaan omdat men blijft kopen wat ze aanbieden,” stelt Van Ieperen. “Wanneer je een pup koopt bij een malafide fokker, houd je deze in stand. Let als consument op of je te maken hebt met een professionele fokker die goed voor zijn dieren zorgt. Zo kun je voorkomen dat je de verkeerde fokker steunt. Kijk bijvoorbeeld of het dier niet te jong is, of het er gezond uitziet en of het goed gechipt en ingeënt is.”
“Een andere indicatie dat je niet te maken hebt met een professionele fokker, is dat je de pup zonder moederhond te zien krijgt. Een pup of kitten mag pas na acht weken bij de moeder worden weggehaald,” voegt Van Vilsteren hieraan toe.
Op het internet zijn talloze artikelen te vinden die consumenten kunnen helpen bij het herkennen van een foute fokker. Kijk bijvoorbeeld op: koophiernooiteenpuppy. com. De stichting House of Animals, die zich inzet tegen dierenleed, houdt op haar website een lijst van malafide fokkers bij. Deze stichting houdt zich ook bezig met het opsporen en onder de aandacht brengen van dierenmishandeling en dierenverwaarlozing.
Liever zitten dan stoppen
Op 1 januari 2024 is de Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing in werking getreden. De nieuwe wetgeving maakt het mogelijk om als officier van justitie voorafgaand aan de rechtszaak een gedragsaanwijzing op te leggen en daarbij te bepalen dat een verdachte geen dan wel minder dieren mag houden. Ook is het vanaf nu mogelijk voor de rechter om bij vonnis een zelfstandig houdverbod op te leggen en daarbij te bepalen dat deze maatregel direct geldt. Daarnaast zijn ook bij de bestuurlijke aanpak meer mogelijkheden in de wet opgenomen om locaties te sluiten. “Hiermee wordt een enorme stap voorwaarts gezet in het aanpakken van probleemfokkers, en dierenmishandeling en verwaarlozing in het algemeen,” aldus Van Ieperen. “Het biedt ons handvatten om probleemfokkers echt te laten stoppen. Voorheen moesten we een houdverbod koppelen aan een voorwaardelijke gevangenisstraf of andersoortige straf. Er waren dan fokkers die de afweging maakten dat ze liever gingen zitten om vervolgens daarna weer dieren te kunnen houden. Nu is het negeren van het houdverbod een losstaand strafbaar feit geworden.”
Van Vilsteren: “Een ander voordeel is dat het houdverbod eerst pas gold wanneer het vonnis onherroepelijk was geworden, dus dan moest je afwachten tot de zaak langs het hof en soms langs de Hoge Raad was geweest voordat deze in kon gaan. Nu kan de rechter bepalen dat een houdverbod meteen ingaat.”
Van Ieperen: “Eerst was onze enige mogelijkheid bij een economisch delict om een voorlopige maatregel op grond van de Wet op de economische delicten op te leggen of laten leggen. Dat houdt in dat we een vordering bij de rechtbank kunnen indienen, die vooruitlopend op het vonnis kan bepalen dat iemand geen dieren meer mag houden. Maar zo’n voorlopige maatregel kan twee keer voor zes maanden opgelegd worden en daarna kun je niks meer.”
De nieuwe wetgeving geldt niet alleen voor grootschalige dierenverwaarlozing, maar voor alle zaken met betrekking tot dieren. Ook hoeft er nu niet sprake te zijn van een economisch delict, om zo’n houdverbod op te leggen. Als officier hoef je voorafgaand aan de zitting niet eerst langs de rechtbank, maar kun je zelf een gedragsaanwijzing opleggen. Het verbetert de slagkracht dus enorm.
Begin maart 2024 werd de vernieuwde wetgeving in het bestuursrecht voor het eerst in de praktijk gebracht. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) legde de eerder genoemde fokker uit Eersel via het bestuursrecht een permanent verbod op het houden van dieren op.
“De nieuwe bestuursrechtelijke bevoegdheid maakt het voor de NVWA mogelijk om inrichtingen, bedrijven of locaties te sluiten waar het welzijn van dieren in gevaar gebracht kan worden. Van deze bevoegdheid kan in beginsel geen gebruik worden gemaakt bij particuliere houders,” benadrukt Van Vilsteren.
Beslag op dieren
Het gebeurt zo nu en dan dat dieren van een probleemfokker in beslag worden genomen. Dit kan bestuursrechtelijk of strafrechtelijk gebeuren. In beide gevallen kunnen de dieren herplaatst worden, zoals het geval was met teefje Fien uit Eersel. Het verschil is dat, wanneer de dieren bestuursrechtelijk in beslag worden genomen, er nog mogelijk zicht is op herstel. Betrokkenen kunnen de dieren later terugkrijgen, maar moeten dan wel laten zien dat ze er beter voor kunnen en gaan zorgen. In het strafrecht is het dier weliswaar een levend wezen, maar juridisch ook een goed waartegen het strafbare feit wordt gepleegd. Ook dan wordt echter naar de omstandigheden van het geval gekeken.
Van Ieperen: “Enkele weken geleden heb ik een strafrechtelijk in beslag genomen hond weer terug laten gaan naar de eigenaar, omdat deze kon aantonen alles weer op orde te hebben. Maar wanneer er sprake is van ernstige of structurele verwaarlozing of mishandeling kunnen we een machtiging vervreemding afgeven en worden de dieren herplaatst.”
De twee FP’ers stellen dat de samenwerking tussen de ketenpartners in de strijd tegen dierenverwaarlozing op grote schaal erg belangrijk is. “Dit is niet alleen een ‘ding’ van het Functioneel Parket of een arrondissementsparket. Alleen door een goede samenwerking met politie, de LID en NVWA kunnen we deze werkwijze vroegtijdig proberen te stoppen,” zegt Van Ieperen. “Ook de media-aandacht, de oplettende consument en een stichting als House of Animals versterken de gezamenlijke vuist tegen malafide fokkers.”