Ik kan mij mijn eerste zitting als officier van justitie nog levendig herinneren. Wat was ik blij en trots toen ik mijn naam als officier op de zittingslijst zag staan.
Een van de zaken betrof een man die voor meerdere zaken moest voorkomen. Welke zaken dat waren, dat weet ik niet meer. Wat ik nog wel weet, is dat de parketpolitie vooraf de zaal binnenkwam en aan de rechter vroeg of deze zaak wel door kon gaan. De verdachte was wat lastig. De rechter durfde het wel aan. Maar de verdachte bleek bij binnenkomst enorm dronken en agressief. Hij had het op mij als officier voorzien en wilde met mij vechten. Vier mannen van de parketpolitie stonden om mij heen als ware bodyguards. Ik heb geen idee meer wat ik heb gezegd en of hij is veroordeeld. Wat ik wel weet, is dat ik dit nu nooit meer zou accepteren. Maar ja, je bent jong en denkt dat dit er kennelijk bij hoort. Ik had toen een heel fijne opleider, maar ik vraag mij zelfs af of ik dit toen wel heb gedeeld.
Gaandeweg kom je er achter dat je als officier van justitie vaak de kop van jut bent, maar dat er ook grenzen zijn. In bepaalde opzichten is officier van justitie een hondenbaan. Je komt standaard tijd tekort en het werk is nooit af. Haperende systemen helpen daarbij niet. En soms twijfel je ook aan jezelf of raak je gefrustreerd. Kan ik dit nog wel aan? Is het niet teveel? Desondanks vind ik dat ik als officier van justitie de mooiste baan heb die er bestaat. Het werk is zinvol, heel divers en je kunt vaak echt het verschil maken.
Vijftien jaar later kom ik als praktijkopleider van officieren in Amsterdam in contact met jonge, enthousiaste, leergierige en gedreven mensen. Ik probeer mijn liefde voor het vak aan hen mee te geven. Met veel aandacht voor praktische zaken. Zo bespreek ik: wat zijn in het dossier de knelpunten en de discussiepunten? Wat is een goede eis? Hoe ben je een zinvolle luis in de pels op zitting? Hoe organiseer je je werk en hoe delegeer je? Hoe zet je de politie aan het werk? En ook: zoek bij twijfel overleg met je collega’s en bespreek je zaken. En heel belangrijk: ik probeer vertrouwen te geven.
Iedere persoon heeft een eigen aanpak nodig. De achtergrond van de officieren in opleiding is hier divers. Sommigen groeien door vanuit onze organisatie en nemen zo al voorkennis mee. Anderen komen van buiten en hebben vaak meer begeleiding nodig. Daarbij probeer ik met mijn tricks en tips mijn pupillen zoveel mogelijk de spreekwoordelijke wind onder de vleugels te geven zodat zij uiteindelijk zelf kunnen vliegen en vertrouwen op de vleugels die hen dragen.
In deze Opportuun aandacht voor de eerste zitting van Paula de Haas. Zij is een van mijn pupillen. Van het stuk spat de blijdschap van het officier zijn af. En dat maakt mij weer blij. Daar doe ik het voor.
Rik Duyvendak is officier van justitie en praktijkopleider bij arrondissementsparket Amsterdam.