Recent strafrechtelijk nieuws.
Nummer 1, 2018
De Eerste Kamer heeft op 23 januari ingestemd met de inwerkingtreding van de voorgelegde wetsvoorstellen: Wet verplichte GGZ, de Wet zorg en dwang en de Wet forensische zorg.
Deze nieuwe wetten vervangen de huidige BOPZ-wetgeving. Het programma Straf met Zorg begeleidt de arrondissementsparketten bij de invoering van de nieuwe wettelijke taken.
Al in 2010 werd het eerste wetsvoorstel voor de Wet verplichte GGZ ingediend bij de Tweede Kamer en in 2015 nam de urgentie toe met het verschijnen van het rapport van de commissie Hoekstra naar aanleiding van de moord op Els Borst. In 2016 stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel en ook de Eerste Kamer heeft nu dus ingestemd.
De nieuwe wet maakt het mogelijk dat gedwongen behandeling van mensen met psychische problemen straks ook buiten een instelling opgelegd kan worden. Binnen de nieuwe wet is er ook veel aandacht voor informatie-uitwisseling tussen ketenparters. Verder krijgt het OM binnen de nieuwe wet de rol van procesregisseur en centrale verzoeker.
Eind maart verschijnt ‘Twee Minuten’, een boek over de fatale overval op de Haagse juwelier Ruud Stratmann in 2012.
Het is geschreven door Vincent Veenman, nu persvoorlichter van arrondissementsparket Den Haag. Destijds volgde hij de zaak als journalist bij Omroep West. Voor het boek dook Veenman in zijn eigen verslagen en interviewde hij betrokkenen.
Het boek begint met het telefoontje van de vrouw van de juwelier, Els Lokker, naar 112. “Volgens mij zijn er nog mensen binnen, maar ik durf niet naar beneden want ik heb een kleintje hier. De overvaller liep net met een pistool door de gang, maar de deur zit op slot.”
Daarna wordt stap voor stap het opsporingsonderzoek gevolgd, waarbij de rechercheleider en officier van justitie zelf vertellen welke keuzes ze moesten maken. Hierdoorheen is naadloos een tweede verhaallijn gevlochten, over de verontwaardiging in de maatschappij, het spel tussen journalisten en woordvoerders en hoe Els Lokker alle aandacht beleeft en zich voorbereidt op de uitvaart.
Alle medewerkers in de kinderopvang – ook stagiairs, uitzendkrachten, vrijwilligers en zelfstandigen – moeten zich sinds 1 maart 2018 inschrijven in het Personenregister Kinderopvang (PRK).
Sinds 1 maart 2013 moesten vaste medewerkers al continu worden gescreend en moesten tijdelijke medewerkers elke twee jaar een nieuwe VOG aanvragen. Die screening was een van de maatregelen na de schokkende ‘Amsterdamse zedenzaak’.
De continue screening heeft tussen de invoering en het najaar van 2016 186 signalen opgeleverd. Deze signalen hebben in veel gevallen geleid tot het vertrek van een medewerker of een andere passende maatregel.
Het nieuwe PRK geeft nu een volledige en continue screening van alle personen met een VOG-plicht als eis om in de kinderopvang te mogen werken. Goede registratie door het OM is daarbij belangrijk. Als door een OM-registratie een wijziging plaatsvindt in de justitiële gegevens van een persoon die werkzaam is in de kinderopvang, levert de Justitiële informatiedienst (Justid) deze informatie aan screeningsautoriteit Justis. Justis beoordeelt zo snel mogelijk of het nodig is de betreffende persoon opnieuw een VOG te laten aanvragen.
De pilot Alcoholmeter bij de eenheden Rotterdam en Oost-Nederland is met 1 jaar verlengd.
De Alcoholmeter, een enkelband, wordt gedragen in combinatie met reclasseringstoezicht. De Alcoholmeter is op te leggen bij alle type delicten waarbij drank een rol speelt, denk aan huiselijk geweld, uitgaansgeweld, eenvoudige mishandeling en bedreiging, of rijden onder invloed. Zowel first-offenders als recidivisten kunnen ervoor in aanmerking komen.
De Alcoholmeter kan worden ingezet als controlemiddel bij een - als bijzondere voorwaarde opgelegd - alcoholverbod of bij verplichte controle op alcoholgebruik. Ook bij schorsing van voorlopige hechtenis in combinatie met een alcoholverbod of bij toezicht is de Alcoholmeter toe te passen. Het grote voordeel van de alcoholmeter is dat die 24 uur per dag monsters neemt van het zweet van de drager.
“Daarbij kan niet alleen het alcoholgebruik worden aangetoond maar ook inzichtelijk worden gemaakt wanneer er alcohol is gebruikt. Daarmee confronteert het de drager met zijn gedrag”, aldus officier van justitie Ron Gravendeel, teamleider ZSM parket Oost-Nederland.
De pilot moet uitwijzen of de Alcoholmeter het toezicht kan verbeteren en of dit een gunstige invloed heeft op het terugdringen van het alcoholmisbruik en het daarmee gepaard gaande strafbare gedrag van de verdachte of veroordeelde
26 tot 43 procent van al het geweld in Nederland wordt gepleegd onder invloed van alcohol. Jaarlijks veroorzaakt drankmisbruik meer dan drie miljard euro aan maatschappelijke schade. Het beperken van de schade en het geweld onder invloed is een speerpunt van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, OM, politie en reclassering.
Binnenkort zijn verdachten van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven verplicht te verschijnen in de rechtszaal als slachtoffers gebruik maken van hun spreekrecht.
Dat maakte minister Dekker voor Rechtsbescherming bekend op 22 februari, tijdens de Europese Dag van het Slachtoffer.
Daarnaast wil de minister het spreekrecht uitbreiden door slachtoffers en nabestaanden de mogelijkheid te geven om te spreken op het moment dat de dwangverpleging van tbs-gestelden voorwaardelijk wordt beëindigd. Slachtoffers mogen dan aangeven welke voorwaarden zij gepast achten, zoals een locatie- of contactverbod. Daarnaast krijgt stieffamilie van slachtoffers de mogelijkheid om tijdens de rechtszitting te spreken.
Behalve een versteviging van de positie van slachtoffers in de rechtszaal moet ook de omgang met slachtoffers door hulpinstanties verbeteren. Zo krijgt de politie meer personeel (124 fte) om slachtoffers de bescherming te geven die ze nodig hebben, om zo herhaald slachtofferschap te voorkomen. Ook zal Slachtofferhulp Nederland de online dienstverlening uitbreiden. Daarnaast wordt de privacy van slachtoffers beter gewaarborgd, doordat persoonsgegevens van slachtoffers zoals adres en woonplaats in de toekomst niet meer automatisch in het strafdossier terecht komen. Ook het verhalen van de schade die slachtoffers hebben geleden dient te worden verbeterd.
Theo Hofstee en Marjolein ten Kroode versterken het College van procureurs-generaal.
Op 1 februari is Theo Hofstee toegetreden tot het College. Hij was vanaf 2011 hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Amsterdam. Hij begon zijn carrière bij het OM in juli 1987 en werkte achtereenvolgens als (hoofd)officier bij de parketten Amsterdam, Utrecht, Zeeland-West-Brabant en Den Haag.
Marjolein ten Kroode treedt per 1 juni 2018 in dienst en is de eerste procureur-generaal bedrijfsvoering. Zij zal zich als procureur-generaal richten op de bedrijfsvoering van het OM. Zij is de eerste procureur-generaal zonder meestertitel, dit is door een wetswijziging sinds 2017 mogelijk. Hierdoor kunnen mensen met een andere relevante opleiding tot procureur-generaal worden benoemd. Majolein ten Kroode is voorzitter van de raad van bestuur van GGZ Rivierduinen, waar zij in 2009 startte als bestuurder. Daarvoor was zij vice-voorzitter van de raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank.
Verwarde verdachten
“Straffen vind ik vreselijk. Kun je er iemand beter mee maken? Het helpt niet om iemand jaren in de gevangenis op te sluiten. Maar sommige dingen zijn zo erg, dat je er iets mee moet: vergelding. Ik denk dat het niet helpt. Als je geliefde is vermoord, wil je maar één ding: dat het niet is gebeurd.”
Wilma Duijst, bijzonder hoogleraar forensische geneeskunde aan de Universiteit Maastricht, strafrechter in Arnhem én forensisch arts bij de GGD IJsselland
Dagblad de Limburger, 27 januari 2018
Kroongetuigen
“Grote drugshandelaren in de jaren tachtig en negentig waren toch vaak van het type marktkoopman. Vrije jongens die zich niks van de overheid aantrokken, maar nog wel een bepaald moreel besef hadden. Er lopen nu steeds meer hele jonge jongens rond in het milieu die maffiafilms als enige referentiekader hebben. Dat maakt de dreiging nu zo onvoorspelbaar.”
Marian Husken, misdaadjournalist
NRC Handelsblad, 2 januari 2018
Reddende engelen
“Daar lag ik dan. Het ene moment leidde ik een vergadering, het volgende moment bevond ik me op de Eerste Hulp. Zijn hart, dacht de arts. Verkeerde medicatie, bleek een week later. Wat me buiten de schrik vooral bijbleef, was het optreden van mijn collega’s. De één legde een natte handdoek in mijn nek, de ander hield me aan de praat, een derde belde naar de Eerste Hulp en een vierde – vers uit het blauw – reed me sluipdoor, kruipdoor in zijn voormalig werkgebied naar het ziekenhuis. Ik was er in vijf minuten. Het wemelt bij de politie van de reddende engelen, ook onder de niet-executieven zo ervoer ik.”
Remco Spaninxs, hoofdredacteur 24/7
24/7, personeelsblad van de politie, nr. 48
Burgeropsporing
“Het begint met onschuldige apps, maar op de lange termijn moet je je afvragen of je het wel wilt stimuleren dat de burger zich steeds meer uitgenodigd voelt om aan recherchewerk bij te dragen. Je wilt niet in een politiestaat leven, maar al helemaal niet in een amateurpolitiestaat.
Sven Brinkhoff, strafrechtjurist Radboud Universiteit
NRC Next, 16 januari 2018