Foto Loes van der Meer

Het Openbaar Ministerie heeft de afhandeling van Artikel 12-klachten sterk verbeterd.

De Artikel 12 strafvorderingsprocedure is de manier voor burgers om bezwaar te maken wanneer het OM besluit een verdachte niet te vervolgen, en de zaak seponeert. De procedure was lang een ondergeschoven kindje, met lange doorlooptijden als gevolg. Kritiek van advocaten, het Gerechtshof en OM-medewerkers zelf werd steeds luider. De afgelopen jaren is er geëxperimenteerd met slimme oplossingen, nu behoren de grootste problemen tot het verleden. Secretaris Hans Banken: “Het is onze plicht om de burger snel en op een menselijke manier duidelijkheid te geven.”

Landelijk hoofdadvocaat-generaal Mariëtte Bode staat aan het hoofd van het Ressortsparket.

Op de vestiging Arnhem-Leeuwarden van het Ressortsparket (RP) merkt men dagelijks hoe belangrijk het is dat Artikel 12-strafvorderingprocedures snel en zorgvuldig worden opgepakt. Als bij het Gerechtshof een klacht wordt ingediend via de Artikel 12-procedure, krijgt het Ressortsparket opdracht om een advies aan het Hof op te stellen. “Bij zaken met grote impact is het voor de klagers heel vervelend dat de procedure lang duurt”, zegt Marleen van Loon, hoofd administratie. Haar team houdt de voortgang van de procedures in de gaten en werkt daarbij samen met de secretarissen en advocaten-generaal van het RP, die de adviezen voor het Hof schrijven. “Politiek gevoelige zaken, geweldsmisdrijven, zedenzaken: als er een Artikel 12-zaak wordt ingediend moeten mensen snel weten waar ze aan toe zijn.” Haar collega, parketsecretaris Hans Banken, valt haar bij. “Dat is niet alleen voor het slachtoffer belangrijk, maar ook voor de verdachte. Wanneer je bijvoorbeeld onterecht verdachte bent kan dat veel kapotmaken.”

Naar aanleiding van groeiende kritiek gaf in 2016 toenmalig landelijk hoofdadvocaat-generaal Hugo Hillenaar opdracht tot een onderzoek naar het functioneren van de Artikel 12-procedure. De conclusies van de onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam logen er niet om. Het afwikkelen van klachten duurde veel te lang en de communicatie met de burger was ronduit slecht. Er zijn toen OM-brede pilots opgestart om de doorlooptijd te verkorten en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.

Versnellen

Een van de maatregelen om de doorlooptijd van een klacht te verkorten, is de zogenaamde triage. Als het verzoek tot advies voor een Artikel-12-procedure van het Hof bij het Ressortsparket binnenkomt, kijkt eerst een secretaris naar de aard van de zaak. Bij juridisch eenvoudige zaken vraagt het RP niet langer hulp van het seponerend parket, maar stelt het advies zelf op. Voorheen vroeg het RP bij elke zaak een ambtsbericht aan de officier van justitie, met daarin argumentatie voor het sepot. Dat is tegenwoordig bij ongeveer de helft van de zaken niet meer nodig: die zijn zodanig eenvoudig dat in de beschikbare stukken voldoende informatie zit voor een advies aan het Gerechtshof. “Op dat punt was wel wat koudwatervrees bij sommige parketten,” zegt Mariëtte Bode, landelijk hoofdadvocaat-generaal.  “Wil het parket toch een ambtsbericht sturen, dan is dat binnen de afgesproken termijn zeker welkom.” Door dit soort maatregelen, en met de inzet van meer capaciteit is het gelukt om de grote werkvoorraad op te lossen. Er staan geen klachten uit 2018 meer open en aan het einde van 2019 moet het jaar bij het OM zonder voorraad worden afgerond. “In de doorlooptijden heeft altijd de grootste pijn gezeten”, zegt Bode. “Nu hebben we de gemiddelde doorlooptijd flink omlaag gebracht. Bovendien zijn er geen verschillen tussen parketten meer: de wachttijd kon voorheen sterk uiteenlopen.”

Het verloop van de Artikel 12-strafvorderingsprocedure

  1. Als op een Arrondissementsparket, op het Landelijk parket of het Functioneel parket wordt besloten een zaak niet op te pakken, wordt dat seponeren genoemd.
  2. Een slachtoffer of benadeelde van een geseponeerde zaak kan daarover een klacht indienen bij het Gerechtshof.
  3. Het Gerechtshof geeft het Ressortsparket opdracht om een advies in de zaak uit te brengen.
  4. Het Ressortsparket beziet hoe gecompliceerd de zaak is. Voor een overzichtelijke zaak met duidelijke redenen voor een sepot wordt direct een advies opgesteld. Bij ingewikkelde zaken vraagt het Ressortsparket een ambtsbericht aan het parket dat de zaak heeft geseponeerd.
  5. Het parket verzoekt de politie om het proces-verbaal.
  6. De beslissing om te seponeren wordt beargumenteerd in een ambtsbericht dat naar het Ressortsparket wordt gestuurd.
  7. Een advocaat-generaal beoordeelt de zaak kritisch en stelt samen met een secretaris een advies op voor het Gerechtshof.
  8. De raadsheren van het Gerechtshof bepalen op een zitting of het sepot terecht is.

Menselijke behandeling

Naast het versnellen van de behandeling van klachten werken parketten samen aan het voorkomen van klachten. Wat maakt dat mensen klagen? Het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam wijt dat voor een deel aan de wijze waarop de slachtoffers de sepotbeslissingen ontvangen. Van Loon werkt al lang bij het OM en heeft veel brieven aan slachtoffers langs zien komen. “Die sepotbrieven zijn lange tijd heel slecht geweest, met veel moeilijke juridische taal,” zegt ze. “Sommige brieven gebruikten zelfs codes: 02: te weinig bewijs stond er dan, of 57: eigen schuld . Zo’n onduidelijke uitleg zorgt ervoor dat mensen eerder gaan klagen.” Daarom is er gewerkt aan het verbeteren van de brieven. Bode: “We hebben een aantal dingen geprobeerd. We merkten dat het niet per se beter is om uitgebreider uit te leggen waarom een zaak geseponeerd is. De brief wordt dan alleen maar langer en ingewikkelder, dat zorgt niet voor minder klachten. Wat wel heel goed werkt is een gesprek met slachtoffers. Als er wordt geseponeerd bij ernstige zaken, moet de officier van justitie dat besluit mondeling toelichten. Die gesprekken zorgen wél voor minder klachten. Burgers voelen zich menselijk behandeld, er is naar ze geluisterd en er is ruimte om vragen te stellen. Let wel: het doel is niet mensen ervan te weerhouden een klacht in te dienen, het doel is ze zo goed mogelijk uit te leggen waarom het OM seponeert.”

“Een onduidelijke uitleg zorgt ervoor dat mensen eerder gaan klagen”

Meer dan een bierviltje

Om zicht te houden op de voortgang is samen met de Gerechtshoven een digitale monitor gemaakt waarin per Gerechtshof de openstaande klachten worden bijgehouden, hoe lang de doorlooptijd is en op wie het wachten is. Dit overzicht is voor iedereen inzichtelijk, zowel bij het OM als bij het Hof. “De Artikel 12-zaken werden er lang maar een beetje bij gedaan”, zegt Van Loon. “Als mensen het druk hadden, was dat het eerste wat bleef liggen.” Banken zag dat als secretaris ook gebeuren. “Als niemand wordt aangesproken dan gaan die procedures steeds langer duren,” zegt hij. “Als ik aankondigde op maandag de Artikel 12-zaken te gaan controleren, dan werden er op vrijdag opeens heleboel weggewerkt. Zo werkt dat nu eenmaal bij mensen. Dus nu er in de digitale monitor doorlopend statistieken worden gepubliceerd, houden mensen het beter bij. Zeker ook omdat iedereen van elkaar kan zien hoe de vlag erbij hangt.”

Marleen van Loon is hoofd van de afdeling Administratie op het Ressortsparket Arnhem-Leeuwarden.

De onafhankelijkheid van het Ressortsparket

Omdat het OM een advies uitbrengt aan het Hof bij een klacht over het OM, bestaat bij sommigen het beeld van een slager die zijn eigen vlees keurt. Landelijk hoofdadvocaat-generaal Mariëtte Bode verzet zich tegen dat beeld. “Ten eerste oordeelt het Gerechtshof over de klacht, niet het OM,” zegt ze. “Wij schrijven alleen een advies aan het Hof. Bovendien moet je je realiseren dat het Ressortsparket een eigenstandige organisatie is: het is onderdeel van het Openbaar Ministerie, maar opereert onafhankelijk. Onze advocaten-generaal maken altijd hun eigen afweging in een Artikel 12-advies, en hun onafhankelijke blik wordt door andere parketten gerespecteerd.”

Die onderlinge transparantie is een deel van het succes. In het systeem kan Amsterdam zien wat Arnhem doet en Den Bosch weet hoe het in Den Haag gaat. Op sommige locaties hangen zelfs grote beeldschermen met de laatste stand. “Het is meer dan een afspraak op een bierviltje of een belofte tijdens een vergadering”, zegt Bode. “Het is een overzicht waarin precies staat op wie er wordt gewacht, tot op de zaak uitgesplitst. We hebben het belangrijk gemaakt in alle lagen van de organisatie. De resultaten worden zelfs maandelijks met het College van procureurs-generaal besproken. Als iedereen het belangrijk vindt, dan gebeurt er ook iets.”

Geen bedankjes

Voor het Ressortsparket is het zaak om de verbeteringen door te zetten. “Wij zijn nu trots op onszelf”, zegt Van Loon, “we hebben de doorlooptijd van een klacht van gemiddeld 280 naar 190 dagen teruggebracht en het duurt niet lang voordat we op de wettelijk afgesproken termijn van 180 dagen zitten. Maar ik besef ook dat dat voor een burger minder als een overwinning voelt. Er is je iets overkomen, het OM besluit niet te vervolgen, en als je daarover klaagt duurt het ook nog 180 dagen voordat je iets te horen krijgt. Zo snel is dat niet. Als je een nieuw paspoort aanvraagt heb je dat na een week binnen. Onze ambitie stopt dus zeker niet bij 180 dagen.”

“Natuurlijk valt het de burger niet op als je hem eindelijk de behandeling geeft die hij altijd al verdiende,” zegt Banken. “De voldoening moet in jezelf zitten. Een klacht betekent dat een burger is aangetast in zijn rechtsgevoel. Dan is het onze plicht om het sepot op een menselijke manier uit te leggen en binnen een schappelijke termijn duidelijkheid te geven.” Voor Bode is die maatschappelijke plicht een belangrijke drijfveer. “Het vertrouwen van burgers in de overheid neemt significant toe als zij op een rechtvaardige manier worden bejegend. En rechtvaardigheid zit niet alleen in rechtspraak en vervolging. Het rechtvaardigheidsgevoel van mensen is ook gebaat bij korte wachttijden en een menselijke bejegening.”

“Het is meer dan een afspraak op een bierviltje of een belofte tijdens een vergadering”