Tekst Steven Beek
Foto Loes van der Meer

Onderzoek en vervolging van dierenmishandeling door het OM

Op 4 oktober, dierendag, worden huisdieren in Nederland in het zonnetje gezet. Officier van justitie Carlijn Casteleijns en haar politiecollega Hans Manse zijn ook de rest van het jaar druk met het beschermen van dieren. “Een dier in beslag nemen of laten inslapen, dat zal altijd moeilijk blijven.”

“Politie! Opendoen!” Agent Hans Manse en officier Carlijn Casteleijns staren door de brievenbus van een verlopen Rotterdamse woning, de ramen dichtgetimmerd. Ondanks het warme weer draagt Manse een kogelwerend vest. Het zal niet de eerste keer zijn dat mensen agressief reageren als hij zich met hun huisdieren bemoeit. Casteleijns en Manse komen vanochtend kijken of de aan drugs verslaafde bewoonster haar hond voldoende verzorgt. Een week eerder constateerde Manse dat de hond werd verwaarloosd. Na overleg werd besloten de vrouw een kans te geven het zelf op te lossen.

“Op zo’n moment wil je eigenlijk de hond meteen meenemen”, vertelt Casteleijns. “Maar we bedenken altijd: wat bereiken we hier met het strafrecht, met vervolging? Soms is het beter voor het welzijn van een dier om een baasje advies te geven, te waarschuwen en een kans te geven het beter te doen.” Manse en Casteleijns maken een praatje met de buren; de vrouw lijkt niet thuis te zijn. De kooi in de politieauto van Manse blijft leeg. Ze besluiten later terug te komen. Ze gaan verder naar het dierenasiel om te zien hoe het is met de honden van een recent gedetineerde.

Carlijn Casteleijns is de officier van justitie op het parket Rotterdam die zich het meeste bezighoudt met dierenzaken: de dierenofficier. Ze heeft veel en goed contact met Hans Manse, de agent die de dierenzaken oppakt op het bureau. Het komt weinig voor dat ze samen op pad gaan, maar ze overleggen wekelijks over lopende zaken en de dingen die Manse in zijn werk tegenkomt. Is dit een zaak voor het OM, of niet?

Bestuursrecht of strafrecht

Want niet elke zaak van een gevaarlijk of verwaarloosd dier komt bij de dierenofficier terecht. Bij een bijtincident is in eerste instantie de gemeente aan zet. Dat is bestuursrecht, geen strafrecht. “De veiligheid van de openbare ruimte is de verantwoordelijkheid van de gemeente”, zegt Casteleijns. “Bij een agressieve hond kan de gemeente een eigenaar verplichten een dier thuis te houden, of een muilkorf te dragen. Houdt iemand zich daar niet aan en bijt de hond een dier of mens, dan komt het strafrecht erbij kijken.”

“Laatst kreeg ik een melding van een agressieve hond die zwanen doodbeet”, vertelt Manse. “De ooggetuige had zelfs een dood jong zwaantje mee naar huis genomen en in de vriezer gelegd, als bewijs”, zegt hij. “Daar kunnen we niet veel mee, maar het getuigt wel van een grote betrokkenheid.”

“Een dier is niet zomaar een bezitting, het is een wezen met een intrinsieke waarde.”

Casteleijns: “De hond bleek een Staffordshire, een ras dat geselecteerd wordt op sterke kaakspieren. Bepaalde risicorassen worden gefokt op jachtinstinct en roofdiergedrag. Naast het doodbijten van de zwanen waren er ook eerdere meldingen van bijtincenten. Dan grijpen wij in. Dat kan variëren van een muilkorfplicht tot inbeslagname.

Carlijn Casteleijns is officier van justitie op het parket Rotterdam. Naast dieren en dierenmishandeling houdt ze zich bezig met discriminatiezaken.
Hans Manse is dierenagent in Rotterdam. Sinds het opheffen van de dierenpolitie is hij officieel taakaccenthouder handhaving dierenwelzijn.

Gedragstest

Bij het in beslag nemen van dieren spelen vaak heftige emoties. Daarom brengt een speciaal daarvoor gescreende dierenambulance het dier na inbeslagname naar een geheime locatie, en worden in processen-verbaal codes gebruikt. “Het ligt allemaal erg gevoelig”, zegt Casteleijns. “We willen niet dat er straks eigenaren of dierenactivisten op de stoep staan die het dier willen beschermen, of juist familie van een slachtoffer dat het dier wil lynchen.”

De hond moet eerst een aantal dagen acclimatiseren in een kennel. Gedragsdeskundigen van de Universiteit Utrecht nemen daarna een risico-assessment af. “Zij doen gedragstesten, simuleren diverse situaties en kijken in hoeverre het dier een risico vormt voor andere dieren, kinderen en volwassen mensen.”

Uit elk assessment komt een van drie adviezen. De eerste twee zijn terug naar de eigenaar of herplaatsing, waarbij een nieuw baasje wordt gezocht dat beter met het dier kan omgaan. “Aan terugkeer of herplaatsing zijn eigenlijk altijd wel voorwaarden verbonden”, zegt Casteleijns. “Dan kun je denken aan een gedragstraining, een aanlijn- en muilkorfgebod of castratie. Zeker als het een jonge hond is, kun je met dat soort maatregelen veel vooruitgang boeken.” De derde optie, tenslotte, is het minst prettig: euthanasie.

Intrinsieke waarde

Het is niet toevallig dat Casteleijns dierenofficier is; ze is een groot dierenvriend. Daarom denkt ze niet licht over het euthanaseren van een dier. “Ik wil die beslissing absoluut niet te snel nemen”, zegt ze. “Een dier is niet zomaar een bezitting, het is een wezen met een intrinsieke waarde. Maar we moeten ons ook realiseren dat een bijtgrage hond een gevaar voor de maatschappij kan zijn. Om die veilig te houden, moet het mogelijk zijn om zo’n gevaarlijke hond onschadelijk te maken. Maar de beslissing moet altijd goed worden onderbouwd.”

Een uitgebreide gedragstest is niet altijd nodig; soms is de situatie zo ernstig dat Casteleijns meteen weet dat het goed mis is met een dier. “Ik zie bijtincidenten waarbij een arm helemaal is opengetrokken door een hond, zodat je de spieren ziet lopen. Als een hond zoiets doet, is er echt iets mis. Dan kun je wel allemaal tijdrovende en kostbare testen gaan doen, maar je weet eigenlijk al genoeg.”

“Als een buurvrouw of een dierenarts aan de bel trekt, vindt de mishandeling soms al heel lang plaats.”

Verwaarlozing en mishandeling

Naast gevaarlijke dieren heeft de dierenofficier veel te maken met verwaarlozing en andere vormen van dierenmishandeling. “Het was een hete zomer, dus de processen-verbaal van honden in snikhete auto’s stroomden weer binnen. Maar misschien nog wel erger zijn de mensen die hun dieren bewust pijn doen, vaak door slaan of schoppen.”

Casteleijns ziet parallellen tussen de vervolging van dierenmishandeling en huiselijk geweld. “Het kan lang duren voor je erachter komt, omdat het achter gesloten deuren plaatsvindt. Bij dieren zijn blauwe plekken nauwelijks te zien omdat een vacht de huid bedekt. Als een buurvrouw of een dierenarts aan de bel trekt, vindt de mishandeling soms al heel lang plaats.”

“Als Hans mij belt met een geval van ernstige verwaarlozing of mishandeling doe ik niet moeilijk: meteen in beslag nemen. Als Hans tekenen ziet die wijzen op hondengevechten nemen we de hond ook meteen mee.”

Interpretatie

Of een dier goed verzorgd wordt, hangt voor een deel af van interpretatie. Een grote hond die zijn leven lang doorbrengt op een balkon is volgens dierenagent Hans Manse bijvoorbeeld een vorm van verwaarlozing. “Je kunt die hond dan wel voldoende eten geven en af en toe de poep opruimen, maar de hond wordt niet in zijn waarde gelaten. De meeste honden hebben beweging nodig en een fijne plek om te liggen. De hond dat onthouden is strafbaar.”

Bij een recente zaak met een verwaarloosde pony was het direct duidelijk. “Een oudere man hield een pony maar verzorgde deze niet. De hoeven van waren zo uitgegroeid dat het dier bijna niet meer kon staan. Die man is vaak aangesproken op zijn gedrag door de gemeente en de inspectiedienst van de dierenbescherming, maar hij heeft niets veranderd. Het dier moesten we uiteindelijk laten inslapen. In dat soort zaken is de eigenaar zijn dier kwijt, maar daar houdt het niet bij op. Dit is zorgonthouding, een strafbaar feit. Die man wordt vervolgd.”

“Waar dieren worden mishandeld kunnen ook mensen gevaar lopen.”

Forensisch onderzoek

Soms heeft Casteleijns meer onderzoek nodig om aan te tonen dat een dier wordt mishandeld. Een sectie op het lichaam van een dier behoort tot de mogelijkheden. “Tegenwoordig kunnen we ook een volledige CT-scan maken van een overleden dier,” vertelt Casteleijns. “De Universiteit Utrecht en het NFI werken daarbij samen. Forensisch antropologen en andere specialisten op het gebied van botten of weke delen zien aan de gescande botten en de aard van de breuken of het incidentele verwondingen zijn, of dat het waarschijnlijker is dat een dier structureel letsel is toegebracht.” Casteleijns past deze methode spaarzaam toe: vanwege de kosten kun je niet bij elk vermoeden van mishandeling een forensisch onderzoek instellen. In een recente zaak heeft Casteleijns door een scan vast kunnen stellen dat een hond is mishandeld. “Op de foto’s zag de dierenarts dat niet alleen de ribben van de hond gebroken waren, maar ook de heup. Die verwonding komt nooit meer helemaal goed, dat dier kan nooit meer normaal lopen. De hond is in beslag genomen.”

Dierenmishandeling als voorbode

Van Amerikaanse seriemoordenaars wordt gezegd dat ze begonnen met het mishandelen en doden van dieren, voordat ze overstapten naar mensen. Hoe is dat in Nederland? Hoewel je er niet automatisch vanuit kunt gaan, kan extreme dierenmishandeling volgens Casteleijns een teken zijn van een ziekelijke stoornis. “Waar dieren worden mishandeld kunnen ook mensen gevaar lopen. Naar het verband tussen geweld tegen mens en dier is in Nederland maar beperkt wetenschappelijk onderzoek gedaan. In Amerika is echter in talrijke onderzoeken een verband gevonden tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling. Mensen die dieren mishandelen zijn toch vaak mensen met problemen met agressieregulatie. Dus bij een zaak waarin sprake is van het echt toetakelen van dieren, let ik wel op of gezinsleden net zo behandeld worden.”

In het dierenasiel in Vlaardingen zit een sterk vermagerde bull terriër uit een recente zaak. Casteleijns en Manse komen even kijken hoe het met het dier gaat. In het asiel wordt direct duidelijk dat de dierenofficier en agent veel gevoel hebben bij de dieren: elke hond krijgt een krabbel of een aai. Casteleijns: “Ik realiseer me dat geen dier hetzelfde is, dat elke zaak los moet worden beoordeeld. En een dier in beslag nemen, of laten inslapen… dat zal altijd moeilijk blijven, maar die beslissingen moet ik als officier nu eenmaal nemen.”

Reza Gerretsen

Onderzoek naar de doodsoorzaak van dieren: mishandeling of niet?

Bijdrage van Reza Gerretsen, Arts-forensisch antropoloog bij het Nederlands Forensisch Instituut.

Forensisch onderzoek bij dieren is eigenlijk niet heel anders dan het onderzoek naar misdrijven bij mensen. Daders van dierenmishandeling plegen niet zelden ook strafbare feiten tegen mensen.

Sinds 2005 onderzoek ik overleden dieren voor het Openbaar Ministerie. Als arts-forensisch antropoloog bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) ben ik verantwoordelijk voor het onderzoek aan botten en tanden van mensen. Diezelfde kennis kan ik toepassen bij dieren. Mijn doel is altijd om een uitspraak te kunnen doen over het type voorwerp waarmee het letsel is toegebracht, waar dat voorwerp van gemaakt is en of er eventuele unieke kenmerken van het voorwerp zijn te herkennen in de beschadigingen.

Die kennis en ervaring doe ik gelukkig niet alleen op. Samen met het NFI en de Universiteit Utrecht, waar zeer specialistische medische kennis over dieren aanwezig is, is het Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling (LED) opgezet. Bij een vermoeden van dierenmishandeling wordt het overleden dier door een veterinair radioloog onderzocht. De dierenarts en dierenpatholoog bepalen of het een natuurlijke dood was of niet.

Net als bij mensen wordt bij sectie of radiologisch onderzoek gekeken naar botbeschadigingen. Als die er zijn, worden deze botten uitgenomen. Op het NFI onderzoeken we de botdelen met onder andere een elektronenmicroscoop. Zo probeer ik te achterhalen wat het mogelijke wapen kan zijn geweest. NFI-collega forensisch arts Huub Nijs interpreteert de schade in de zachte delen van het lichaam.

Deze jarenlange samenwerking heeft dus uiteindelijk geresulteerd in de oprichting van het LED. We willen onze forensische kennis inzetten bij het duiden van letsel, maar ook de maatschappij bewust maken van de ernst van dierenmishandeling. Dit doen wij door middel van scholing en onderzoek, waarbij we meer en meer inzicht krijgen in het probleem van dierenmishandeling en de motieven van daders.

Ik hoop dat Huub en ik, nu er steeds meer aandacht komt voor de forensische kant van dierenmishandeling, veel vaker benaderd zullen worden door het OM voor advies. Wij kunnen de haalbaarheid van een zaak toetsen en mogelijk adviseren over verder onderzoek. Met een adequate voorselectie voorkomen we dat zaken sneuvelen in de rechtszaal.