Tekst Klaas Jan Bos
Foto Roel Dona
Alles was al klaar, de dienstdoende advocaat-generaal (AG) in Den Haag had zijn toga al bijna aan. Toen hij nog even zijn mail checkte, zag hij dat ook de tweede zaak van die dag was ingetrokken. De beide zogenaamde coronahoesters hadden onafhankelijk van elkaar hun appèl ingetrokken. De AG kon, volledig geprepareerd, thuisblijven. Twee dagen werk voor niets.
Nu worden er wel vaker zaken op het laatste moment ingetrokken. Toch is hier waarschijnlijk iets bijzonders aan de hand. Hard bewijs is er niet, maar je hoeft geen wetenschapper te zijn om een link te leggen met een zitting van twee dagen eerder. In Den Bosch veroordeelde het gerechtshof een coronahoester en -spuger tot een gevangenisstraf van opgeteld liefst vier maanden. Hij was in hoger beroep gegaan, nadat de Bossche politierechter hem een gevangenisstraf van ‘slechts’ tien weken had opgelegd, waarvan ook nog eens twee weken voorwaardelijk.
De AG in deze Bossche zaak was Winfried Korver. Hij eiste in hoger beroep een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van bij elkaar drie maanden. De raadsheren deden daar dus nog een schepje bovenop. “Deze straf zag ik eerlijk gezegd niet helemaal aankomen, omdat ik toch ook al een forse eis had neergelegd”, zegt Korver een paar dagen daarna, “maar het maakt duidelijk dat we in een bijzondere tijd leven en dat dit gedrag stevig wordt gesanctioneerd.”
"Iedere zaak verdient maatwerk. Zo ook deze Bossche zaak. De verdachte is hier veroordeeld voor meerdere strafbare feiten. Hij stond in een rij voor een coffeeshop. De regering had op dat moment net bekend gemaakt dat in het hele land winkels, dus ook coffeeshops, om 18:00 uur moesten sluiten. Korver: “Het was druk, iedereen wilde kennelijk nog een voorraadje halen.”
Bedreiging met zware mishandeling
In de rij veroorzaakte verdachte angst en onrust door mensen opzettelijk in het gezicht te hoesten. Daarbij riep hij dat hij corona had. Toen agenten hem aanhielden hoestte hij ook nog een agent in zijn gezicht en bespuugde hij hem met daarbij de opmerking hij corona had. En passant beledigde hij hem ook nog eens door te schelden en een middelvinger naar hem op te steken.
De verdachte is voor vier strafbare feiten veroordeeld. Korver somt het nog eens op. “Hij kreeg voor de overtreding van de APV conform eis twee weken hechtenis. Daarnaast is hij veroordeeld voor wederspannigheid (verzet plegen bij de arrestatie, red.), eenvoudige belediging van de agent en bedreiging met zware mishandeling. Al zijn de andere strafbare feiten ook niet te tolereren, het gaat in deze tijden van corona natuurlijk vooral om dat laatste strafbare feit.”
Het Bossche gerechtshof vindt dus dat alleen al voor het spugen in de richting van een agent en het daarbij dreigen met corona, een gevangenisstraf van drie maanden passend is. “Dat is een forse straf”, aldus Korver, “als je bedenkt dat in het pre-corona tijdperk voor bedreiging met zware mishandeling van een politieagent waarschijnlijk een werkstraf zou zijn opgelegd, al dan niet gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Maar het hof onderschreef mijn standpunt dat die richtlijnen niet voor deze uitzonderlijke situatie zijn geschreven.”
Voor- en nadelen
Het is volgens hem al met al overduidelijk dat de rechtspraak een signaal afgeeft. En daar is door het OM ook uitdrukkelijk om verzocht. Want de strafeis van drie maanden voor alle strafbare feiten loog er immers ook al niet om. “In die eis zit het corona-gerelateerde feit verdisconteerd. Ik vond dat daarvoor twee maanden gevangenisstraf passend was.”
Ook de zitting zelf was opmerkelijk. De verdachte werd via een videoverbinding vanuit de gevangenis gehoord Korver: “Na wat gedoe in het begin werkte dat goed. Dat gebeurde via een groot scherm, alles was prima te zien. Zeker voor raadkamerzittingen en preventieven-zittingen smaakt dit wat mij betreft naar meer. Misschien dat daardoor deze ellendige pandemie voor ons soort werk toch nog wat voordelen kan opleveren.”
Het is niet het enige dat anders was. Het verzoek van Korver om meteen uitspraak te doen is gehonoreerd. Verder stond deze zaak bijzonder snel op zitting. Ook daar heeft het OM op aangedrongen. Tussen het plegen van het strafbare feit en het wijzen van het arrest zit slechts vijf weken. “Ik loop toch al aardig lang mee, maar dit heb ik werkelijk nog nooit meegemaakt. Het moet haast wel een landelijk record zijn.”
Toch is er nog een klein minpuntje. Minder praktisch vond Korver het zittend requireren. “Dat moet zo omdat je anders te ver van de microfoon af staat en dus niet te verstaan bent. Dat vond ik niks, het voelt onnatuurlijk en bovendien, we heten niet voor niets de staande magistratuur.”
Achter de oren krabben
Als het Bossche arrest richtinggevend is, is het maar de vraag hoeveel zaken uiteindelijk in hoger beroep behandeld gaan worden. In een overzicht van het Ressortsparket blijkt dat er op het moment van schrijven in coronagerelateerde zaken twintig keer hoger beroep is ingesteld. Korver vraagt zich af hoeveel van deze zaken uiteindelijk zullen doorgaan. “Ik wil natuurlijk niemand het recht op het instellen of doorzetten van hoger beroep ontzeggen, maar ik zou mezelf met dit arrest toch wel achter mijn oren krabben voor ik daartoe zou overgaan.”
Tot slot: het zal verder niemand verbazen dat de verdachte in de zaak cassatie heeft ingesteld.