Tekst Pieter Vermaas
Foto NFI
Gelukkig gaat het om kinderbedjes zonder kind en wordt slechts een etalagepop het ‘dodelijk slachtoffer’. Maar de Explosievendag van het Nederlands Forensisch Instituut, op 15 juni in het tegen de Belgische grens gelegen Riel, toont urenlang hoe verwoestend de kracht van illegaal vuurwerk is.
Het NFI doet een aantal maal per jaar met partners zoals de Explosieven Opruimingsdienst van Defensie, de politie en het OM ‘beproevingen’ waarin het explosieven uit strafzaken test. Onderzoekers meten de kracht en de schade van knallen, hoe ver scherven terechtkomen en hoe groot de drukgolf is.
Bommenmakers die zelf iets in elkaar knutselen, gebruiken vooral wat makkelijk voor handen is in het illegale circuit, zegt explosievendeskundige Jan Dalmolen van het NFI. “We zien dat vaak explosieve ladingen uit gedemonteerd zwaar illegaal vuurwerk, zoals de onder de jeugd zeer populaire Cobra’s, worden gebruikt om bijvoorbeeld een geldautomaat op te blazen en om aanslagen te plegen.”
Het gebruik neemt sinds 2019 een enorme vlucht, weet officier van justitie vuurwerk Karin Broere van het Functioneel Parket OM. Zwaar vuurwerk wordt door brievenbussen geschoven, tegen woningruiten geplakt en door relschoppers naar handhavers en politie gegooid. “Verdachten en advocaten in de zittingszaal doen of het gewoon knalvuurwerk is, maar het zijn in werkelijkheid zeer zware explosieven met de explosieve kracht van een handgranaat.”
Het zijn niet alleen criminelen die voor gevaar zorgen. Naïeve huisvaders en zonen slaan een doos illegaal vuurwerk op onder het bed of achter knieschotten. “Zo opgeslagen is het een ‘massa-explosief’; als er per ongeluk één afgaat, ontploft de gehele partij. Letterlijk levensgevaarlijk,” waarschuwt Broere.