Telefoon in de plantenbak, drugs in de Pringles-koker
De politie krijgt een melding dat er een steekpartij is geweest in een huis in Vlissingen. Ter plaatse aangekomen ziet een agent een vrouw in de tuin. Ze lijkt iets in een plantenbak te verstoppen. Bij forensisch onderzoek wordt een in plastic verpakte mobiele telefoon tussen de planten gevonden. Wanneer de vrouw daarover gehoord wordt, zegt ze dat haar vriend haar toen de politie verscheen had gevraagd de telefoon bij zich te houden. Hij wilde dat de telefoon weg zou zijn, omdat die anders in beslag zou worden genomen. Ze gaf toe de telefoon daarna verstopt te hebben. Bij de rechtbank wordt de vrouw vrijgesproken van betrokkenheid bij de steekpartij, maar ook van medeplichtigheid aan drugshandel: in de woning was namelijk in een koker van Pringles-chips een flinke klomp softdrugs gevonden. Wel wordt ze veroordeeld voor het strafbare feit ‘begunstiging’ omdat ze de telefoon had verstopt.
Begunstiging komt neer op het dwarsbomen van de opsporing nadat er een strafbaar feit is gepleegd. Dan kan het gaan om het helpen wegdragen van een in een Perzisch tapijt gewikkeld lijk, het wissen van camerabeelden of het verborgen houden van een gezocht persoon.
Een moderne variant van begunstiging dook vorig jaar op bij het hof Arnhem-Leeuwarden. Iemand had in Groningen op een student geschoten en deze zo verwond dat hij een dwarslaesie opliep. Vervolgens was de schutter op de vlucht geslagen. Verdachte had hem op zijn schuiladres bezocht en daar samen met de voortvluchtige vlogs opgenomen waarin deze stoer deed over het feit dat de politie hem niet te pakken kreeg. Nadat de voortvluchtige in de kraag was gevat, werd de vlogger voor begunstiging vervolgd. De verdediging pleitte voor vrijspraak, omdat verdachte niets actiefs zou hebben gedaan waardoor de schutter zich verborgen kon houden. Het gerechtshof dacht daar anders over en veroordeelde hem. Het hof vond dat hij actief had begunstigd door het maken van ‘grappende en grollende’ vlogs over het voortvluchtig zijn van de schutter: zo had hij diens overtuiging gevoed om ondergedoken te blijven.
In het wetsartikel over begunstiging (art. 189 Sr) staat wel een uitzondering: wie begunstigt om te zorgen dat zijn of haar echtgenoot of een naast familielid na het plegen van een misdrijf vrijuit gaat, is niet strafbaar. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad geldt dat ook voor degene die vervolging van zichzelf probeert te voorkomen.
In de zaak van de Vlissingse plantenbak bracht de verdediging deze strafuitsluitingsgrond in stelling toen de zaak door het gerechtshof werd behandeld. Verdachte wist dat op de telefoon bewijs stond van drugshandel door haar vriend. Wanneer de politie dat zou zien, zou het huis doorzocht worden en dan zou de hasj tevoorschijn komen. Dan zou zij mogelijk ook verdachte worden, bijvoorbeeld vanwege vingerafdrukken op de Pringles-koker. Volgens haar advocaat maakte dat haar extra angstig. Ze wilde namelijk solliciteren naar een functie als buitengewoon opsporingsambtenaar bij de NS en wist dat – in de woorden van haar advocaat - haar strafrechtelijke blazoen daarvoor brandschoon moest zijn. Dat was de reden dat ze de telefoon in de plantenbak stopte. Dat zij deze verklaring voor haar gedrag niet al eerder tijdens de procedure had gegeven, was volgens de verdediging omdat zij in eerste aanleg ook nog voor betrokkenheid bij de drugsfeiten was vervolgd. Pas nadat de rechtbank haar daarvan had vrijgesproken, stond het haar vrij om het hele verhaal te vertellen zonder zichzelf te belasten.
Het gerechtshof ging daar niet in mee en veroordeelde verdachte tot een taakstraf. Zij ging in cassatie. En met succes: de Hoge Raad vond dat het gerechtshof beter had moeten motiveren waarom het geen geloof had gehecht aan de uitleg van de vrouw.
Het gerechtshof mag de zaak nu weer overdoen.