Tekst Jochem Davidse
Foto ANP/Ramon van Flymen
Demonstratie bij Tata Steel
Zaterdag 24 juni, een groep actievoerders van Greenpeace verschaft zich toegang tot het terrein van Tata Steel in het Noord-Hollandse Velsen. Vanuit een commandokamer in een nabijgelegen politiebureau wordt de aangekondigde demonstratie nauwlettend gemonitord door een Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden. Onder hen ook officier van justitie Joost van Bree van het parket Noord-Holland, die eerder die week, bij wijze van verkenning, zelf een rondleiding kreeg over het Tata Steel-complex.
“Op zo’n enorm industrieel terrein is de grens tussen ‘niet gevaarlijk’ en ‘heel gevaarlijk’ voor leken niet of nauwelijks herkenbaar. Klimt men bijvoorbeeld op een bepaalde installatie dan is er in principe nog weinig aan de hand, maar opent men daar de deur naar de machinekamer, dan is het een ander verhaal. Dan zouden processen abrupt moeten worden stopgezet, waardoor mogelijk een grote ammoniakwolk was vrijgekomen, die vervolgens richting IJmuiden had kunnen waaien waar op dat moment het Havenfestival plaatsvond, met 30.000 bezoekers. Dat soort mogelijke scenario’s zorgen ervoor dat zo’n dag van begin tot eind spannend blijft en je je informatievoorziening continu op orde moet hebben.
Uiteindelijk is er tijdens de demonstratie niet ingegrepen. Ook niet toen de actievoerders een hek forceerden en het terrein betraden. Dat is op zichzelf een strafbaar feit, maar daarmee kwam de veiligheid nog niet direct in gevaar en dus was er wat ons betreft geen noodzaak tot ingrijpen. Later begreep ik dat de actievoerders het optreden van de politie, of beter: het uitblijven daarvan, een beetje vonden tegenvallen en dat in de loop van de dag zelfs de verveling toesloeg. Kennelijk was men er vanuit gegaan dat ze werden aangehouden. Ook demonstranten die zichzelf hadden vastgeketend aan een transportband hebben uiteindelijk zichzelf maar weer losgemaakt en zijn uit eigen beweging vertrokken.”