Tekst Pieter Vermaas
Foto Raymond Rutting
In de Vlissingse haven speuren tientallen rechtshandhavers naar verborgen, ondermaatse vis
Schuifelend over gladde dekken en afdalend via steile trappen, geven twee officieren en een rechter-commissaris leiding aan een actiedag tegen handel in zwarte vis. Opportuun ging in hun kielzog mee. Reportage uit de Vlissinger haven.
Het is half vier ’s ochtends als officier Jelle Bekke met stevige pas naar de volgende viskotter loopt die is vastgelegd aan de Visserijkade in de Vlissingse haven. Boven het door een halve maan verlichte water klinkt het geluid van krijsende meeuwen. Direct daarna zwelt van achteren het geluid van zoemende heftrucks aan, die met witte viskisten af en aan crossen bij de Visafslag. Snel zet de officier van justitie van het Functioneel Parket twee stappen opzij, terwijl hij waarschuwt: “Pas op! Let goed op je veiligheid, want het zijn ook gasten die niet zo blij zijn met onze komst.”
‘Ons’ is een grote hoeveelheid medewerkers van (vooral) politie, OM, Rechtspraak en Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), die tijdens een actiedag speuren naar ‘zwarte’ vis en verborgen ruimtes in de kotters.
In het diepste geheim is de actiedag - die donderdagavond 13 april begint en een hele nacht door zal gaan – opgezet, om bewijs te verzamelen voor de aanwezigheid van zwarte vis op de vijf boten die na een dag of vijf vissen op de Noordzee, nu door de politie aan de ketting zijn gelegd. Zwarte vis is vis die buiten de administratie wordt gehouden. Vis die door de kapitein niet wordt geregistreerd, die niet direct wordt aangeland en niet wordt geregistreerd bij de visafslag of bij handelaren. Waar de vis vandaan komt en waar hij uiteindelijk wordt gegeten valt moeilijk te traceren, ook omdat die vis vaak cash wordt betaald, buiten het zicht van de fiscus.
Met de handel in zwarte vis worden Europese regels en visquota overtreden die moeten voorkomen dat vissoorten uitsterven. Sommige vis mag niet, of niet in bepaalde periodes, worden gevangen, en er moet zo veel mogelijk worden voorkomen dat ondermaatse vis – zoals tong en schol kleiner dan respectievelijk 24 en 27 centimeter – in de netten verstrikt raakt. Te kleine vis mag sinds een aantal jaar niet meer worden teruggegooid in zee, want dan sterven ze meestal alsnog. Die moet dus ook worden aangeland, en mag dan niet in winkels en restaurants worden verkocht, maar moet worden verwerkt in bijvoorbeeld vismeel. Voor vissers is het echter veel winstgevender om deze zwarte vis toch voor menselijke consumptie te verkopen.
Vuilniszakken
Maar als zwarte vis buiten het zicht wordt gevangen en verhandeld, hoe ontdek je hem dan? “Dat startte in dit onderzoek bij informatie van Team Criminele Inlichtingen,” zegt parketsecretaris Max van Vilsteren. “Vervolgens zijn van maart tot oktober 2022 camera’s in de haven geplaatst. Dat leverde een sterk vermoeden op dat sommige vissers eerst hun legale vis lossen en op de visafslag verkopen. En dat ze vervolgens, als NVWA-inspecteurs hun hielen hebben gelicht, hun achtergehouden zwarte vis alsnog in vuilniszakken aanlanden, waarna die in bestelbusjes naar handelaren of rechtstreeks naar de horeca wordt gereden.”
Dan gaat het om strafbare feiten als het overladen en aanlanden van ondermaatse vis, schendingen van vangstregistratieverplichtingen, het verbergen van of knoeien met bewijsmateriaal. Plus heling: het voorhanden hebben en handelen in zwarte vis.
Die zwarte vis vang, los en verkoop je niet per ongeluk, zegt Chris Knook van de Landelijke Eenheid, team Milieu. “Als dat gebeurt beseft élke betrokkene dat: de visser die de zwarte vis verbergt en buiten de boeken houdt; de handelaar die met bestelauto’s de ondermaatse vis ophaalt. En de restauranthouder die buiten de veiling om wordt bevoorraad en zijn klanten illegale vis voorschotelt. Dus het is lastig om je straks te verweren met het excuus dat je niet wist dat het illegale vis is.”
De Actiedag van vandaag moet meer licht werpen op de modus operandi rond de foute vis. De handhavers gaan met name op zoek naar de zwarte vis en naar verborgen ruimtes in de kotters. “Die ruimtes zijn door toezichthouders moeilijk te vinden in hun reguliere toezicht,” zegt FP-officier Jelle Bekke. “Via het strafrecht met een doorzoeking zouden we die ruimtes vannacht wel kunnen vinden. Daarmee wordt je strafzaak sterker en geeft je interventie een duidelijke boodschap af: jullie zijn niet straffeloos.”
Vluchten
De scheurende heftrucks op de kade worden vannacht nog als minste gevaar gezien. Politiemensen en OM’ers denken niet graag terug aan een handhavingsactie zo’n decennium geleden in Vlissingen. Die schoot bij kapiteins, bemanningsleden en havenpersoneel bepaald in het verkeerde keelgat, weet Chris Knook. “De weerstand in de Vlissingse haven was zo groot, dat politie en OM zelfs moesten vluchten voor geweld van boze vissers. Uiteindelijk moest toen in allerijl de ME worden opgeroepen.”
Daarom moet vandaag het scenario dat binnen de hechte vissersgemeenschap de vlam in de pan slaat, worden voorkomen. Er is een Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (SGBO) opgetuigd en de actiedag kent een uitgebreid operationeel draaiboek.
De actiedag begon in Nieuwdorp, op zo’n tien minuten rijden van de haven van Vlissingen. Daar verzamelen alle handhavers zich om 21.30 uur in een politielocatie waar agenten normaal hun beroepsvaardigheden trainen.
Terwijl de verdachte viskotters nog op de Noordzee varen, zijn de FP-officieren Jelle Bekke en Martijn Zwiers dan aanwezig in een mobiele commandoruimte van de politie, samen met onder meer rechter-commissaris Jan Gillesse en zijn griffier. Op een scherm zijn daar vier beelden van de haven tegelijk zichtbaar. “Rond 23.30 zal het losgaan,” verwacht senior intelligencemedewerker Michel. Ondertussen scannen andere medewerkers van de politieafdeling Open Source Intelligence (OSINT) het internet. Michel: “Op dit moment wordt er binnen de visserijgemeenschap nog niet over de op handen staande actie gecommuniceerd; dat is goed.”
Terwijl de viskotters Vlissingen naderen, maakt een leger aan handhavers zich op voor de actie. De leden van de Ondersteuningsgroep (OG) zullen straks als eerste de aanmerende boten opstappen om de situatie veilig te stellen. Op enige afstand zullen ME’ers het havengebied afzetten en op de kade de veiligheid waarborgen. Een boot van de maritieme politie zet eveneens koers naar het havengebied.
Rond 22.30 uur krijgen de officieren, de RC en griffier, die de mobiele commandoruimte hebben verlaten, een tas met eten en drinken van de politie. Ook zwemvesten in reflecterend politiegeel worden aangereikt: “Asjeblieft, er zijn er een paar bij waarmee je wél blijft drijven.” Twee politievrouwen geven een laatste veiligheidsbriefing, ondersteund door beelden op hun laptop.
Dan is het wachten. Om 23.25 uur komt het seintje bij de officieren dat de laatste viskotter nu aanlegt en dat ME’ers hun positie innemen. Nadat deze laatste kotter zijn reguliere lading vis heeft gelost, zal de OG gaan enteren.
Pas om 0.29 uur is het zover, horen de juristen telefonisch: “De OG-groep gaat nu aan boord.” Al die tijd bevindt officier Jelle Bekke zich dus nog op afstand van de actie. “Want het gaat er nu om de boel veilig te houden. Er hoeven op de boten nu geen officiersbeslissingen te worden genomen.”
1.03 uur. Terwijl officier Maarten Zwiers nog even in de commandopost blijft, lopen officier Jelle Bekke en parketsecretarissen Mimi van Hövell en Max van Vilsteren naar hun auto, inmiddels warm gekleed en met stevige schoenen met een goed profiel.
Onderweg horen ze dat de inzet van OG’ers in de haven zijn uitwerking niet mist. Kapiteins en bemanningsleden van de kotters verzetten zich alleen verbaal, en staan hun telefoons af aan digitale en forensisch specialisten van de politie. Het voordeel daarvan: als een ‘quick scan’ uitwijst dat telefoons geen communicatie en beeldmateriaal bevatten die wijzen op strafbare feiten waarnaar de politie nu op zoek is, worden ze vrijwel direct teruggegeven. Wie niet instemt, riskeert dat zijn telefoon langdurig in beslag wordt genomen voor nader onderzoek.
Gerechtsdeurwaarder
Rijdend naar de haven blijkt de officier, die vannacht het gezag voert over de acties, goed op de hoogte van de voortgang. “Op dit moment gaat de politie in Arnemuiden ook op een busje af waaronder een peilbaken geplaatst is. Dat bevat misschien zwarte vis, afkomstig van een boot die al twee dagen eerder aanlandde. Bij dat busje zagen we eerder op camerabeelden dat daarmee buiten de reguliere tijden vuilniszakken van boord werden gehaald.”
Daarna belt hij, al sturend, een gerechtsdeurwaarder die nu ook onderweg is. Want als het OM straks besluit om de boten in beslag te nemen om die later eventueel verbeurd te verklaren, moeten deze boten – registergoederen – worden ingeschreven in het kadaster. En dat mag alleen een deurwaarder doen, die zelf op de boten aanwezig moet zijn om onder meer het kenmerk van de boten te noteren.
“Ik zou nog heel even wachten,” zegt officier Bekke tegen de deurwaarder, “maar het zal niet lang meer duren. Er is stevige bewaking door de politie, dus ik ga nu de teamleider van de politieleiding inseinen dat jij eraan komt. Nee, je moet niet bij de Eerste Binnenháven zijn, maar bij de Eerste Binnenhavenwég. Tot zo!”
“Normaal gesproken,” zegt Bekke nadat hij opgehangen heeft, “houd je beslag bij je en gaat het naar de domeinen. Maar bij een boot is dat lastig en duur. Daarom nemen wij boten alleen juridisch in beslag, waarbij we de eigenaar een overeenkomst laten tekenen dat hij de bewaarder is. De bewaarder mag de boot dan voorlopig blijven gebruiken.”
‘Kogelvis’ van de Noordzee
Om 1.51 uur is het eindelijk zo ver. De op de kade aangekomen officier, rechtercommissaris Jan Gillesse en de griffier kunnen het eerste schip op. Eerst trekken ze een zwemvest aan en klikken die vast. Daarna stappen de juristen de veertig meter lange boot op, daarbij het advies opvolgend dat ze een paar uur eerder in hun veiligheidsbriefing hebben gehoord:
“Denk aan je veiligheid aan boord. Zet je trots opzij en pák bij het instappen die hand van de OG’er aan. Op de schepen is het vaak donker en glad. Let op olie op het dek en op rommel en obstakels. Een railing kan loszitten. In de schepen liggen vaak gevaarlijke schoonmaakspullen en ontvetters. Messen van de bemanning ook. In ongeventileerde ruimtes kunnen giftige dampen en gassen hangen. Loop nóóit alleen door het schip. En blijf af van gevangen vis zoals de zeebaars en de grote en de kleine pieterman. Die grote pieterman is de ‘kogelvis van de Noordzee’. Word je gestoken, roep dan direct hulp. Want je kunt enorme pijn en hartklachten krijgen en bewusteloos raken. Dan bellen we gelijk 112, om wonden te spoelen en antibiotica te gebruiken.”
De juristen klimmen op het dek naar boven en betreden de stuurhut, waar ze zich voorstellen aan de kapitein. In die stuurhut is ook de pandcoördinator (‘paco’) van de politie, die het overzicht op alle acties en zoekhandelingen houdt en zorgt dat alles geregistreerd wordt. Daarna pakken de leden van de rechterlijke macht een steile trap terug naar het dek, waar de netten liggen. Een verdieping lager komen ze langs slaapvertrekken, sanitaire voorzieningen, de kombuis en werkruimtes. Gevangen vis komt daar op een band, en wordt op zee gesorteerd, schoongemaakt, gespoeld en naar beneden gegooid in het ruim, waar de vis wordt gewogen en in bakken met ijs gegooid.
Na dit inventariserende rondje is het tijd voor deel twee van de zoeking. Waar in deel één werd gezocht naar telefoons, is het nu tijd voor het zoeken naar ondermaatse vis en verborgen ruimtes. Dat gebeurt door tactisch rechercheurs, en bijzondere opsporingsambtenaren van de NVWA, maar ook door een politieteam bijzondere zoekingen, waarin ook leden zitten die kennis van boten hebben. Zij weten dat zwarte vis onder zware netten kan liggen, of dat een watertank aan boord een geschikte verstopplek is. Omdat boten worden gezien als woningen, mogen politiemensen pas kasten en luiken opentrekken, nadat de RC de zoeking heeft geopend. Zijn griffier zal dat tijdstip in een proces-verbaal noteren, net als de per boot in beslag genomen goederen.
BEKLAG TEGEN BESLAG
Op de actiedag is beslag gelegd op de viskotters. Het gaat om klassiek beslag met als doel om de boten door de rechter verbeurd te laten verklaren. De rederij van een viertal schepen is daarop een klaagschriftprocedure gestart bij de economische raadkamer van de rechtbank. Een belangrijk belang voor opheffing van het beslag was dat de rederij een saneringssubsidie heeft aangevraagd en verleend heeft gekregen. De subsidieverlening gaat om bedragen tussen de 2,5 en 3 miljoen euro per viskotter. Eén van de voorwaarden voor toekenning van de subsidie was dat de boten uiterlijk eind juli gesloopt moeten worden. De rechtbank besloot desalniettemin op 29 juni jl. dat het beklag ongegrond moet worden verklaard. Dit betekent dat het beslag op de schepen blijft voortduren.
Nagelbijtend
Het is 3.29 uur als RC Jan Gillesse de stuurhut van inmiddels de derde boot binnenstapt. Als hij zich heeft voorgesteld aan de jonge kapitein in een zwarte Pumahoody die nagelbijtend de politieacties gadeslaat, probeert hij die wat gerust te stellen. “Ik ben er ter controle of alles correct en volgens de regeltjes gaat. Als je vragen hebt of het ergens niet mee eens bent, kun je dat tegen mij zeggen, ook gedurende de doorzoeking. Als er wat gevonden wordt en ze willen het in beslag nemen, hebben ze mijn toestemming nodig, en daar mag jij ook wat van vinden. Helder? Dan ga ik nu een rondje lopen; je mag meelopen en het laten zien.” Even later passeert de RC ook de rest van de bemanning die in een apart compartiment er zwijgend bijzit, ‘bewaakt’ door OG’ers.
Na het rondje door de ruimtes van het schip, verheft de RC zijn stem: “Ik open nu, om 3.48 uur, de doorzoeking.”
Daarop komen de met zaklantaarns gewapende zoekers in actie. Ze schuifelen langs deuren, kasten en luiken. Trekken aan panelen en vloerdelen. Kijken onder visnetten en in tanks. Twee politiezoekers schijnen hun zaklantaarn op het kijkglas van een roestvrijstalen tank. “Die wordt vaak gebruikt voor drinkwater. Maar er zit een net in, en een grote buis naar buiten, hier nog een aanvoer en een pomp, met een uitgang naar buiten. Dat zou een verborgen ruimte kunnen zijn.”
“En waarom gooi je hier nou een visnet in?”, zegt een ander. “Nooit eerder gezien. Zo’n grote buis gebruik je ook niet voor drinkwater. En hij heeft een functie om te spoelen. Waarom zou je netten erin laten zakken en die spoelen? We kunnen hem open maken, hij is gedeeltelijk al los. Zal ik eens boven op het dek kijken, waar die grote buis uitkomt?”
Wachtwoord
Dat tijdens de doorzoeking de RC zijn onafhankelijke positie waarmaakt, blijkt als officieren Jelle Bekke en Maarten Zwiers toegang willen tot de computer aan boord van deze viskotter, om geregistreerde data te kunnen bekijken. Alleen, de kapitein weigert zijn wachtwoord te verstrekken. Terwijl het op het dek zo’n drie graden Celsius is, luisteren de vertegenwoordigers van de staande en de zittende magistratuur en de kaptein naar een digitaal rechercheur.
“Het liefst zou ik alles meenemen,” zegt de rechercheur. “De digitale viskaarten worden gebruikt om vis te vinden, gevangen vis te registreren en ook voor een stukje navigatie. Maar ik kan nu niet in de systemen. Als ik het meeneem, kunnen we het in alle rust gaan ‘imagen’. Dat duurt waarschijnlijk een week en dan kunnen we daarna in de kopieën van de database bekijken of het relevant is. Ik weet niet of het schip dan onbruikbaar is?”
De kapitein: “Zonder kaarten kunnen wij niet vissen. Sterker, zonder onze navigatiesystemen mag ik niet eens uitvaren.”
Officier Jelle Bekke tegen de rechercheur: “En als je het wachtwoord krijgt, gaat het dan snel?
Rechercheur: “Ik durf niet met zekerheid te zeggen dat ik dan snel vind wat ik zoek. Wij zijn niet bekend met de systemen die zij gebruiken.”
Officier Martijn Zwiers: “En waarom duurt een image een week?”
Rechercheur: “Omdat je het forensisch moet veilig stellen. Nou ja, het kan vast sneller. Maar daar kan ik mijn hand niet voor in het vuur steken, want er is veel beslag en ik stel daarin de prioriteiten niet.”
Martijn Zwiers: “Als wij dat nodig vinden, staat het bovenaan de lijst.”
De RC: “Als ik dat vind, ja.”
Officier Zwiers tegen de kapitein: “En wat is je vaarplan de komende tijd?”
De kapitein: “Zondagavond wil ik weer varen.”
Zwiers: “Het is lastig beloven dat de computer dan bij je terug is.”
Rechercheur: “Als we het wachtwoord nu zouden krijgen, kunnen we in ieder geval kijken, of er relevante databases op staan om later te onderzoeken.”
Officier Jelle Bekke waagt nog een poging bij de schipper: “Ben jij bereid om je wachtwoord te geven?”
De kapitein: “Dan wil ik eerst mijn advocaat spreken.”
Het gezelschap besluit even te overleggen zonder bijzijn van de kapitein.
Officier Bekke, direct terzake: “Ik vind dat we in beslag moeten nemen.”
RC Jan Gillesse: “Maar heb je die computer dan nog nodig als bewijs? Volstaat het niet dat je hier net al zwarte vis hebt gevonden?”
Bekke: “Dat is maar een deel. We willen ook voor een langere periode leveringen in kaart brengen. Hoe vaak ze hebben gevaren en hoeveel ze hebben gevangen.”
De RC: “Maar juist die zwarte vis zal vast niet in hun registratie staan.”
Officier Zwiers: “Kapiteins moeten hun logging compleet maken, ze hebben administratieplicht op zee. Dáár ontstaat voor ons de keten. Want we zitten voor de handelaren wel op ‘heling’, maar dan moeten we wel het misdrijf daarvóór goed in kaart hebben.”
De RC: “Ondermaatse vis aan land brengen is toch ook een misdrijf?”
Bekke: “Die ondermaatsheid moet morgen nog wel door metingen worden vastgesteld. Overigens, dat de kapitein zijn wachtwoord niet afstaat, versterkt wel mijn vermoeden dat er relevante informatie op staat voor het onderzoek.”
Zwiers: “Als hij zijn wachtwoord niet geeft, kúnnen we alleen maar meenemen.”
De RC: “De schipper vaart zondagavond 21 uur weer uit. Dan hebben jullie nog tweeënhalve dag. Dan denk ik: in die tijd moet je de loggegevens eruit kunnen halen. En als dat niet kan…”
De digitaal rechercheur: “In theorie kan dat. Maar ik kan niemand dwingen om zaterdag en zondag te werken.”
De RC hakt de knoop door: “Oké, ik probeer het nog een keer bij de kapitein. Geeft hij zijn wachtwoord niet, dan mogen jullie de computer meenemen. Maar die moet zondagavond terug zijn voordat de kapitein uitvaart, dan weet ik ook zeker dat er prioriteit aan wordt gegeven. Lukt het in die tijd niet om een image te maken, dan is het pech.”
Even later staat de kapitein toch zijn code aan de RC af.
Na het gesprek bereikt de officieren het bericht dat er op een andere boot ook een verborgen ruimte is gevonden. Mét inhoud. “Uiteindelijk twintig kratten met zwarte vuilniszakken erin,” weet Jelle Bekke een kwartier later. “Die hebben ze niet gelost maar die lagen onder een soort plank onder aan een trap waar je normaal gesproken overheen loopt, maar die ze dus nu hebben gelicht en daar lag vis die niet is afgegeven bij de visafslag, terwijl de wet voorschrijft dat vis direct moet worden aangeland. Die zwarte vuilniszakken zagen we ook op de camerabeelden, dus dit zal zwarte vis zijn. Wat dat betreft ben ik wel blij nu. Van tevoren maakten we ons om een paar dingen zorgen. De veiligheid. Het afbreukrisico dat onze actie bekend zou raken. En dat we in deze grootschalige actie niets zouden gaan vinden. Maar alles verloopt nu dus prima.”
RESULTATEN
Tijdens de actienacht van donderdag 13 op vrijdag 14 april hield de politie drie verdachten aan. Één handelaar werd in de Vlissingse haven aangehouden, twee handelaars apart in hun woning. Daarbij zijn ook de voertuigen in beslag genomen die bij de handel gebruikt zouden worden. De personen worden ervan verdacht in een jaar tijd tienduizenden kilo’s illegale en ondermaatse vis te hebben verhandeld en daarmee honderdduizenden euro’s te hebben verdiend.
Het onderzoek concentreerde zich op de handelaars; er is in de actienacht geen kapitein of bemanningslid gearresteerd. De handelaren spelen een cruciale rol in de illegale handel, omdat zij vraag en aanbod bij elkaar brengen. De politie sluit verdere aanhoudingen in dit onderzoek niet uit.
Alle vijf in de haven doorzochte viskotters zijn in beslag genomen. In drie van de vijf viskotters trof de politie verborgen ruimtes aan. Op de boten troffen rechercheurs van de Landelijke Eenheid grote hoeveelheden vis aan, waaronder ondermaatse zeebaars. Het ging om naar schatting zo’n 4000 tot 6000 kilo (bruto gewicht) vis die niet officieel geregistreerd was in de logboeken en illegaal zou zijn gevangen. Later is een deel van de in een bestelauto aangetroffen vis door de officier van justitie teruggegeven aan één handelaar. De handelaar kon aantonen dat deze partij afkomstig was van de reguliere handel.