Tekst Jochem Davidse
Foto Loes Spruijt-van der Meer
De opmars van 3D-geprinte vuurwapens
Steeds vaker duiken er in strafrechtelijke onderzoeken vuurwapens op die gemaakt zijn met een 3D-printer. Blauwdrukken daarvoor staan openlijk online, compleet met handleidingen en links naar instructiefilmpjes op YouTube. Het is een ontwikkeling die politie en justitie grote zorgen baart. Temeer omdat veel van de modellen op het eerste oog nauwelijks van speelgoed te onderscheiden zijn. “Het is nu nog een niche, maar het is niet moeilijk te voorspellen waar dit naartoe gaat.”
“U dient te beslissen in een niet alledaagse zaak. Een zorgelijke zaak, omdat deze zaak laat zien hoe de 33-jarige verdachte een appartement in het Zuid-Hollandse Rhoon had ingericht als 3D-wapenfabriek, bedoeld om op grote schaal vuurwapens te produceren met behulp van 3D-printers.”
Op 4 oktober 2024 staat officier van justitie Zlatko Trokic in de rechtbank Amsterdam met een bijzondere zaak op zitting. Als landelijk officier Vuurwapens en Munitie is drie jaar eerder onder zijn gezag door de Landelijke Recherche een fenomeenonderzoek gestart naar een op dat moment betrekkelijk nieuw en potentieel zeer zorgwekkend verschijnsel: 3D-geprinte vuurwapens. Dodelijke vuurwapens waarvan de kunststof onderdelen betrekkelijk eenvoudig geprint kunnen worden met een standaard 3D-printer van enkele honderden euro’s.

Terwijl dat fenomeenonderzoek in volle gang is, wordt in de buurt van Leiden een automobilist aan de kant gezet. Dat gebeurt op basis van de Wegenverkeerswet, maar al snel krijgt het verhaal een heel ander karakter. De vondst van een vuurwapen onder de bekerhouderunit van de middenconsole leidt dezelfde dag nog tot twee huiszoekingen. Op een van die adressen treft de politie een ruimte aan met negen 3D-printers, waarvan er op dat moment zes bezig zijn met het printen van vuurwapenonderdelen. Later blijkt het te gaan om onderdelen van een FGC-9, een pistoolmitrailleur waarvan de drie-letterige afkorting weinig aan de verbeelding over laat: Fuck Gun Control. De 9 refereert aan de 9 millimeter patronen die met het semiautomatische wapen kunnen worden afgevuurd.
In dezelfde woning worden een grote hoeveelheid al geprinte vuurwapenonderdelen aangetroffen en een aantal notities waaruit rechercheurs afleiden dat de verdachte vergevorderde plannen heeft om zijn ‘printerfarm’ flink uit te breiden. De voorgenomen schaalvergroting zou hem in staat stellen zeker honderd 3D-vuurwapens per maand te printen. Het uiteindelijke vonnis – 27 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf – stemt officier Trokic tevreden, maar zijn zorgen omtrent de ontwikkelingen rond 3D-geprinte vuurwapens worden er niet minder door.
Fenomeenonderzoek
In een vergaderkamer van het Landelijk Parket in Amsterdam schuift hij ruim een half jaar na het bewuste vonnis een verzameling papieren over tafel. Het is de samenvatting van het eerder genoemde fenomeenonderzoek genaamd 26Darwen. “Lees dit maar eens door, dan begrijp je waarom.”
‘De voordelen van een 3D-geprint vuurwapen zijn legio. De eenvoudige online toegang tot blauwdrukken en handleidingen maakt 3D-geprinte vuurwapens voor een groot publiek toegankelijk en aantrekkelijk. Door deze ontwikkeling kunnen personen die geen toegang hebben tot conventionele vuurwapens, bijvoorbeeld door een gebrek aan (criminele) contacten of omdat zij antecedenten hebben, toch vrij eenvoudig beschikken over een vuurwapen. De drempel tot het zelf vervaardigen van een vuurwapen is lager geworden doordat complexe onderdelen nu geprint kunnen worden. Ook zijn de kosten voor het materiaal relatief laag, zeker bij het type 3D-geprinte vuurwapens waarbij er geen commerciële onderdelen aangeschaft hoeven te worden. Doordat een 3D-geprint vuurwapen niet is voorzien van een registratienummer, is er sprake van een ongeregistreerd wapen, ook wel ‘ghostgun’ genoemd. Indien een vuurwapen volledig bestaat uit plastic kan deze bovendien minder eenvoudig worden gedetecteerd.’
Zo luidt een van de eerste alinea’s van het rapport. Is het niet van de zotte dat printfiles en handleidingen voor het vervaardigen van dodelijke vuurwapens online vrij beschikbaar zijn? Zou dat niet zo snel mogelijk verboden kunnen en moeten worden?
“Dat was ook mijn eerste reactie na het lezen van dit rapport,” zegt officier van justitie Trokic. “Maar de onlinewereld is grenzeloos. Nederland kan het verspreiden en downloaden van zo’n handleiding wel strafbaar stellen, maar veel meer dan symboolpolitiek zou dat niet zijn. Hoe ga je zo’n verbod handhaven? Dat is praktisch onmogelijk. Zoiets moet je op z’n minst Europees regelen. Alleen dan zal het enig effect hebben. Daar wordt inmiddels ook over gesproken, maar dat is een traject van jaren. Een andere voor de hand liggende maatregel om dit probleem in te dammen is het technisch onmogelijk maken van het printen van dit soort files. Zoals het bijvoorbeeld ook onmogelijk is om op een standaardprinter bankbiljetten te printen. Dat soort afspraken moet je met de industrie maken, maar ook daarvoor geldt dat het alleen zin heeft als je dat op Europees niveau doet.”
Allemaal even strafbaar
Tot het voorjaar van 2025 zijn er in Nederland twaalf afgeronde strafzaken geweest waarbij een 3D-geprint vuurwapen, of een onderdeel daarvan, een rol speelde. Zaken die vrijwel allemaal tot een veroordeling leidden. Ook wanneer het slechts plastic onderdelen van een printbaar vuurwapen betrof. Trokic: “Voor de Wet Wapens en Munitie maakt het geen enkel verschil of het om een conventioneel vuurwapen gaat of om een kunststof vuurwapen dat is geprint. Hetzelfde geldt voor onderdelen ervan. Het voor handen hebben of vervaardigen ervan is allemaal even strafbaar.”
'Hoeveel onzichtbare radicalen hebben door een simpele 3D-printer de beschikking over een vuurwapen?'
Incidenten waarbij er daadwerkelijk met een 3D-geprint vuurwapen is geschoten kennen we in Nederland nog niet, maar dat lijkt een kwestie van tijd. Over de grens zijn daar al meer dan genoeg voorbeelden van, met als bekendste de aanslag op de synagoge in het Duitse Halle in 2019. Daarbij werd gebruik gemaakt van meerdere 3D-geprinte vuurwapens. Het idee dat mensen met dergelijk extremistisch gedachtegoed, zich zonder contacten in het criminele milieu zo eenvoudig kunnen bewapenen, baart Trokic grote zorgen.
“Een jaar of twee geleden hielden we in een onderzoek een verdachte aan, ergens in een dorp op het Zeeuwse platteland. Een op het oog doodnormale man, vader van vier kinderen. Hij bleek in het bezit van een 3D-geprint vuurwapen. Hij meende zichzelf te moeten kunnen verdedigen in de rassenoorlog die volgens hem aanstaande was. Zo iemand heeft geen strafblad en staat ook niet op de radar van politie en justitie, maar vormt potentieel wel een enorm risico. Hoeveel meer van dat soort onzichtbare radicalen hebben door een simpele 3D-printer de beschikking over een vuurwapen?”
Het eerste min of meer ‘succesvolle’ 3D-geprinte vuurwapen stamt uit 2013 en droeg de veelzeggende naam Liberator. Veelzeggend voor wie de belangrijkste drijfveer kent die door de internationale 3D-community wordt geclaimd: iedereen moet kunnen beschikken over een vuurwapen, zonder inmenging van een overheid en zonder enige vorm van inperking van de beschikbare technologie. ‘Sindsdien hebben de ontwikkelingen op het gebied van geprinte vuurwapens een vlucht genomen’, zo valt te lezen in het genoemde fenomeenonderzoek. In verschillende online communities houden steeds meer mensen zich bezig met het verbeteren van bestaande, en het ontwerpen van nieuwe modellen. Ontwerpers ervan worden door hun fans op handen gedragen en hebben op YouTube en andere online platforms honderdduizenden volgers. Steeds meer blauwdrukken, handleidingen, instructievideo’s en kant en klare printfiles staan openlijk online en zijn eenvoudig te googelen. Van kleine, handzame zakmodelletjes tot Kalasjnikov-achtige apparaten. Gratis te downloaden voor iedereen.

Het aantal 3D-geprinte vuurwapens dat wereldwijd in beslag wordt genomen groeit al jaren exponentieel. In Nederland is die groei vooral waarneembaar sinds de introductie van de FGC-9 in 2020. Om tot een werkend vuurwapen te komen, waren voor het vervaardigen van eerdere modellen nog altijd gereguleerde wapenonderdelen nodig, zoals bijvoorbeeld een loop, een slede en een afsluiter. Onderdelen die in een land als Amerika eenvoudig te verkrijgen zijn, maar in veel Europese landen niet. De FGC-9 werd speciaal ontworpen om de Europese wapenwetgeving zoveel mogelijk te omzeilen. Sinds de introductie ervan volstaat een bezoek aan de bouwmarkt om, in combinatie met 3D-geprinte onderdelen, een pistoolmitrailleur te kunnen samenstellen. Alleen het bemachtigen van de juiste munitie staat een dodelijk schot dan nog in de weg.
“Jaarlijks worden in Nederland zo’n 6000 vuurwapens in beslag genomen,” zegt Trokic. “Als je kijkt naar het aandeel geprinte vuurwapens, dan is dat duidelijk groeiende, maar nog altijd marginaal. Dat zijn er hooguit enkele tientallen. Maar die cijfers geven een vertekend beeld. Conventionele vuurwapens worden door de politie onmiddellijk als dusdanig herkend. Hetzelfde geldt voor de onderdelen ervan. Met 3D-geprinte vuurwapens is dat anders. Die kunnen vormen hebben die niet direct aan een vuurwapen doen denken. Bovendien kunnen ze in allerlei vrolijke kleuren worden geprint, waardoor ze nauwelijks van speelgoed te onderscheiden zijn. Zeker als er ook nog een logo van een speelgoedmerk op staat. Dat maakt het voor de politie bijzonder ingewikkeld. Wapen- en munitie-experts van de verschillende politie-eenheden hebben inmiddels behoorlijk wat kennis in huis op dit gebied, maar hoe zit dat met agenten op straat en met basisteams die een woning doorzoeken? In hoeverre zijn zij in staat om dit soort wapens, zonder context, zonder dat ermee geschoten is, als vuurwapens te herkennen? Of de onderdelen ervan? Gaan zij het verband leggen tussen een stuk plastic en de Wet Wapens en Munitie? Hetzelfde geldt voor beginnende officieren van justitie die bij Interventies met dit soort zaken te maken krijgen. Om dit probleem optimaal aan te kunnen pakken, zullen we er eerst voor moeten zorgen dat het breed gesignaleerd wordt. Daar ligt nu de grootste uitdaging.”
IKEA is er niets bij
“Zeg het maar: vuurwapen of speelgoed?”
Martin Janssen, materiaalexpert bij het Nederlands Forensisch Instituut, onderwerpt zijn bezoek graag aan een kleine quiz. Op het scherm prijkt een afbeelding van een plastic oranjegeel wapen met een Nerf-logo erop. Ogenschijnlijk een stuk speelgoed dat op talloze kinderkamers in Nederland te vinden is.
“Speelgoed?” gokt Opportuun.
Wanneer Janssen op het plaatje klikt begint er een YouTube-video te spelen waarop te zien is hoe een man met het bewuste ‘Nerf-pistool’ zijn hele magazijn leeg schiet, compleet met terugslag en vuur uit de loop.
“Dit is dus zo’n FGC-9,” zegt Janssen.
Ook de overige quizvragen heeft Opportuun zo goed als allemaal fout. Net als de meesten die aan de quiz worden onderworpen, zo verzekert Janssen. Zijn quiz maakt deel uit van een presentatie over het fenomeen van 3D-geprinte vuurwapens, die hij regelmatig houdt. Als expert van het NFI volgt hij de ontwikkelingen al jaren op de voet. In die tijd heeft hij de plastic vuurwapens steeds beter zien worden, en het vervaardigen ervan steeds laagdrempeliger.
“De markt is vooral gericht op mensen die in principe weinig of geen kennis hebben van vuurwapens. Je hoeft dus echt geen techneut te zijn om zo’n ontwerp te printen en zo’n wapen goed in elkaar te zetten. Online zijn uitgebreide, full colour handleidingen en stappenplannen te vinden, compleet met linkjes naar instructiefilmpjes op YouTube. IKEA is er niets bij. Een goede printer, waar je verder niks van hoeft te snappen, koop je al voor 700 euro.”
'Je hoeft echt geen techneut te zijn om zo'n wapen te printen'
Janssen spreekt uit eigen ervaring. In zijn werkruimte, twee deuren verderop, staan twee 3D-printers te snorren. Op een werkbank liggen eerdere prints uitgestald. Stukken plastic in alle kleuren van de regenboog. Sommige met de herkenbare vorm van een vuurwapen, andere helemaal niet.
“Dit is een Harlot,” zegt Janssen terwijl hij een magenta-kleurig stuk plastic ter grootte van een pakje sigaretten in zijn hand houdt. “Wat denk je dat het kost om zoiets te maken? Vijf euro. Hooguit. Heb je dan een goed vuurwapen? Nee, natuurlijk niet. Met de meeste 3D-geprinte vuurwapens die wij hier testen kun je hooguit een paar schoten lossen. Dan lopen ze vast of zijn ze stuk. En gericht schieten over een behoorlijke afstand is hiermee onmogelijk. Maar als ik met dit ding van dichtbij op iemand schiet, kan dat dan dodelijk zijn? Zeker weten.”

Ook Hardwin Scheper schuift bij het gesprek aan. Hij is teamleider van het National Firearms Focal Point, een relatief nieuw team van de Nationale Politie dat in het leven werd geroepen om informatie en expertise over wapens en munitie te centraliseren.
“Vooral als het gaat om dit soort relatief nieuwe ontwikkelingen is die centralisatie, het delen en bundelen van bevindingen, kennis en ervaring, van groot belang. Voorheen gebeurde het nog te vaak dat dit soort zaken bij de verschillende regionale politie-eenheden bleven hangen. Dan werd zo’n wapen of onderdelen ervan bijvoorbeeld wel in beslag genomen, maar bleef het daar vervolgens bij. Omdat men gewoon niet goed wist wat men ermee aan moest. In zo’n geval blijven een hoop vragen onbeantwoord en een hoop mogelijkheden onbenut. In het kader van de opsporing draait het hier immers niet alleen om de hardware, maar ook om het digitale beslag. Kun je dat wapen bijvoorbeeld linken aan een bepaalde printer en printopdracht? Hoe zit het met de computer die daaraan gekoppeld is? Tref je daar misschien ook interessante zoektermen of downloads op aan? Elke casus is leerzaam voor ons als politie. Alles wat we aantreffen kan als mogelijk signaal dienen om in het vervolg op aan te slaan. Daarom is het zo belangrijk dat dit breed gedeeld wordt met collega’s in het land.”
“En dat alles wat op het gebied van 3D-geprinte vuurwapens uiteindelijk hier bij het NFI terechtkomt,” vult Janssen aan. “Alleen op die manier kunnen we de juiste verbanden leggen en de kennis ontwikkelen die nodig is om dit probleem aan te pakken. Als het gaat om onderzoek naar, en kennis van 3D-geprinte vuurwapens, dan behoort het NFI internationaal gezien tot de koplopers. Tegelijkertijd vrees ik dat het slechts het topje van de ijsberg is dat we nu zien. De vraag is niet zozeer hoe vaak de politie dit soort wapens in de praktijk tegenkomt, maar meer hoe vaak de politie deze wapens in de praktijk herkent. Daar valt nog een hoop te winnen, is mijn inschatting.”
Alerter
“Natuurlijk zijn onze mensen op de hoogte van deze ontwikkelingen,” zegt politieman Scheper. “We zijn als politie een stuk alerter geworden. Dat maakt dat er anders gekeken wordt naar dit soort kleurrijke plastic wapens, en bijvoorbeeld ook naar 3D-printers die bij huiszoekingen worden aangetroffen. Maar het wordt er allemaal niet eenvoudiger op. En dan heb ik het nog niet eens over losse onderdelen ervan. Zo is er online tegenwoordig ook een printfile te vinden voor een onderdeel waarmee je semiautomatische wapens eenvoudig kunt ombouwen tot volautomatische wapens. Dat is een plastic blokje dat je zonder specifieke kennis nooit aan vuurwapens zou linken. En wie weet wat er over een jaar nog meer allemaal mogelijk is? De ontwikkelingen gaan enorm hard. Het is nu vooral zaak om te zorgen dat de kennis die we opdoen op de juiste plekken landt. Daarvoor hebben we elkaar hard nodig. Politie, OM en NFI.”
Janssen: “Het is nu nog een niche, maar als je je hier een beetje in verdiept, dan is het niet moeilijk te voorspellen waar dit naartoe gaat.”