Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes Spruijt-van der Meer
Tijdens de Nationale Requireerwedstrijd voor Studenten volgde Opportuun de Leidse finaliste Sarah van der Kamp
Aan hun ontbijt kregen de deelnemers aan de Requireerwedstrijd geen hap door de keel. Eenmaal in de rechtszaal strooien de studenten strafeisen als gepokte en gemazelde aanklagers. Onder hen de Leidse rechtenstudent Sarah van der Kamp. Tijdens de finaledag van OM’s eisprijs volgde Opportuun haar. “Verdachte heeft de heer Wang doelbewust gekleineerd.”
“Mevrouw de officier van justitie, u heeft het woord voor uw requisitoir.”
Na die woorden van de rechtbankvoorzitter kan Sarah van der Kamp beginnen. Een slokje water nog. Dan rolt ze behoedzaam haar stoel naar achter, zonder haar toga tussen de wieltjes te laten verstrikken. Op het podium van zaal 11 van het Gerechtshof van Amsterdam – die vandaag als rechtbank fungeert – gaat de 23-jarige rechtenstudent van de Rijksuniversiteit Leiden staan. Om straf te eisen tegen een verdachte van bedreiging, mishandeling en belediging.
Vanmorgen was ze nog ontspannen. Waar menig andere finalist van de Nationale Requireerwedstrijd voor Studenten (NRWS) nauwelijks een hap door de keel kreeg aan het gezamenlijke ontbijt in viersterrenhotel Room Mate Aitana, voelde Sarah gewoon zin. Maar nu, zo merkt ze als ze naar haar papieren requisitoir grijpt, zijn haar handen toch wat klam – misschien vooral door het wachten vlak voordat ze moest beginnen, zal ze later zeggen. Maar verder wordt ze weinig nerveus van wat ze vanaf het podium om haar heen ziet.

Direct links naast haar zitten drie OM’ers, die vandaag rechter spelen en jurylid zijn. Helemaal links Koos Plooij. Toen Sarah hem had gegoogeld, was ze erachter gekomen dat deze aanklager van het Landelijk Parket de reputatie geniet Nederlands beste officier van justitie te zijn. Alsof dat nog niet genoeg is, zit direct naast Plooij rechtbankvoorzitter Sue Preenen, die als lid van het College van procureurs-generaal deel uitmaakt van de landelijke leiding van het OM. De derde rechter is Toine van de Ven, in het dagelijks leven officier bij het Landelijk Parket.
Schuin tegenover haar ziet Sarah Wouter Bos. Gaf deze rechercheofficier van arrondissementsparket Amsterdam gisteren nog met Toine van de Ven een masterclass aan de NRWS-studenten; nu hangt hij als zwijgzame verdachte in het verdachtenbankje. De verdachte wordt bijgestaan door advocaat Alex van Roy, raadsman van het in Leiden gevestigde Van Roy c.s. Advocaten.
Van al deze sterren van het strafrecht raakt Sarah niet geïmponeerd. Integendeel, zegt ze later in een terugblik. “Dat topaanklagers, een procureur-generaal en bekende advocaten hier graag bij aanwezig wilden zijn, zegt veel over het belang dat zij eraan hechten. Dat deed me alleen maar goed; ik kon het voor mijn gevoel niet fout doen. Tijdens mijn requisitoir focuste ik vooral op rechtbankvoorzitter Sue Preenen. Terwijl ik aan het praten was, knikte ze geregeld. Of ze dat bewust deed weet ik niet, maar het was fijn en gaf veel zelfvertrouwen.”

De brakende Izzy
Het is weken eerder, als Sarah het strafdossier van haar fictieve strafzaak ontvangt van Milly Jobse en Wilbert Moerland, het duo van parket Zeeland– West-Brabant dat al bijna twee decennia lang onvermoeibaar de NRWS-organiseert en de steun en toeverlaat is van alle deelnemers. Dat strafdossier – met processen-verbaal, een dagvaarding, een tenlastelegging, een reclasseringsadvies, een uittreksel van de justitiële documentatie (het ‘strafblad’) en een verzoek tot schadevergoeding – schetst de confrontatie tussen verdachte Doorne en slachtoffer Wang:
Op woensdag 22 juni 2022, rond kwart over tien, laat de 34-jarige in China geboren Julan Wang in Amsterdam zijn hondje Izzy uit. Op de Marconistraat eet Izzy iets van de grond, wordt misselijk en begint te braken. Wang aait zijn hondje en wil daarna de boel opruimen, als de in bouwbedrijfskleding gestoken Aron Hamza Doorne op hem af beent. “In jouw land,” krijgt Wang in het Engels naar zijn hoofd, “poepen ze op straat.”
Als Wang antwoordt dat hij in Nederland woont, wordt het er niet beter op. Omdat Doorne blijft schelden pakt Wang zijn telefoon en begint te filmen. Doorne tiert dat Wang moet stoppen met filmen, pakt de telefoon af en slaat Wang ermee op de borst. Tegelijkertijd bedreigt de forse Doorne Wang: “Ik breek je gezicht, ik breek je telefoon, ik breek alles van je.”
En even later, zo zal een getuige verklaren, krijgt Wang te horen: “Vieze vuile pisnicht, teringhomo!”
Als een buurman Wang verbaal te hulp schiet, ziet Wang kans zijn telefoon weer terug te pakken, en met Izzy zijn woonhuis in te vluchten, waar ook zijn partner is. Omdat de verdachte hun huis in kijkt, bellen ze overstuur 112. Als de politie vraagt naar het kenteken van de verdachte, loopt Wang naar buiten. Dat leidt ertoe dat de verdachte weer op hem afkomt en hem trapt. Opnieuw vlucht Wang naar binnen en even later kan de verdachte worden aangehouden door toegesnelde politiemensen. Wang doet aangifte van mishandeling en bedreiging. De verdachte blijkt al ‘documentatie’ te hebben: op zijn strafblad staat mishandeling, huiselijk geweld en inbraak.
Vinkje!
In de voorbereiding op haar zaak, waaraan ze pas begint nadat ze een aantal tentamens achter de rug heeft, probeert Sarah grip te krijgen op het tientallen pagina’s en bijlagen tellende dossier. In haar studentenkamer leest ze eerst het dossier een keer door. Vervolgens nog een paar maal, maar dan gerichter. Naast het dossier ligt dan de tenlastelegging en Tekst & Commentaar Strafrecht, het standaardwerk voor een beknopte uitleg van wetteksten, met daarbij belangrijke jurisprudentie en verwijzingen naar relevante literatuur. “In het dossier ging ik markeren wat ik relevant achtte. Ik keek of dat wat ten laste was gelegd, ook in het dossier zat. Ik houd erg van coderen met kleurtjes. Staat er in de tenlastelegging bijvoorbeeld een pleegdatum van ‘22 juni 2022’, dan maak ik dat geel, en maak ik vervolgens in het dossier alle 22 juni’s geel. Zodat ik zie: oké, hij wás die dag daar. Vinkje! Bij elk element doe ik dat. ‘Bedreiging’ had ik in de tenlastelegging roze gemarkeerd, dus daar gebruik ik in het dossier bij alles wat daarbij past mijn roze markeerstift. Gewoon op papier, wat dat betreft ben ik wel van de oude stempel.”

Sarah’s requisitoir is al een tijdje klaar, als ze een dag voor de finale schrikt. Tijdens de workshop debattechniek, die de negen finalisten krijgen van het Nederlands Debatinstituut, beseft ze dat ze heeft misgekleund. “Daar zei de docent die de workshop gaf ineens: ‘En wat je dus nooit moet doen, is je requisitoir starten met: Wat begon als een normale dag… Dat is zó weinig origineel.’ Oei, dacht ik. Want laat dat nou exact zijn hoe ik mijn requisitoir zou gaan openen. Dus haha, toen ik terugkwam in het hotel, ben ik direct mijn hele inleiding gaan herschrijven. Daarbij gebruikte ik in de eerste zin de debat-tip dat het retorisch sterk is om een drieslag te gebruiken.”
Terug naar de finaledag, vrijdag 18 april, 10.02 uur. In de rechtszaal staat Sarah.
“Tolerantie, acceptatie en respect.
Drie waarden die we vaak horen in ons land en die we als samenleving ook enorm belangrijk vinden. Ze horen bij de basis van hoe we met elkaar om zouden moeten gaan. Helaas leek verdachte op 22 juni 2022 even geen boodschap te hebben aan deze belangrijke waarden. Het braaksel van een onschuldige hond was voor de verdachte de aanleiding om tegen de heer Wang te beginnen te schelden. Toen de heer Wang besloot de situatie te filmen leek dit verdachte nog verder te triggeren, wat leidde tot verdere escalatie. Verdachte maakte discriminerende opmerkingen en zijn agressie mondde uiteindelijk uit in bedreigingen en zelfs fysiek geweld.
Verdachte worden in deze zaak drie feiten ten laste gelegd: een mishandeling, een bedreiging en een belediging, alle gepleegd op 22 juni 2022. Ik zal allereerst deze feiten en de bewijsmiddelen met u doornemen en vervolgens afsluiten met mijn strafeis, de vordering tenuitvoerlegging en de vordering benadeelde partij.”
Rust is wat afstraalt van de requirerende Sarah. Geen groteske gebaren, geen geforceerde stemverheffingen, geen geruzie richting raadsman. Wél een kraakhelder verhaal waarin ze opkomt voor het slachtoffer en ze de verdachte magistratelijk fileert:
“Dan het laatste feit op de tenlastelegging: de belediging. Voor een bewezenverklaring van belediging moet duidelijk zijn dat iemand opzettelijk de eer of goede naam van een ander aantast. In deze zaak is daar wat mij betreft overduidelijk sprake van. Door de heer Wang uit te maken voor, ik citeer, ‘pisnicht, flikker en vuile homo’ heeft verdachte zich uitgelaten op een manier die niet alleen onnodig en respectloos was, maar ook rechtstreeks gericht was op diens geaardheid, een kernonderdeel van wie je bent als mens. Daarmee heeft verdachte niet zomaar een onvriendelijke opmerking gemaakt, maar heeft verdachte de heer Wang doelbewust gekleineerd op een niveau dat raakt aan zijn identiteit. Dat dit in een openbare setting gebeurde, en in een situatie waarin verdachte al agressief overkwam, versterkt de beledigende aard van zijn woorden alleen maar.”
De feiten zijn ernstig, houdt Sarah de rechtbank voor:
“Niet alleen werd bij de heer Wang zijn persoonlijke gevoel van veiligheid aangetast, maar ook het gevoel van veiligheid op straat. Wat dit incident des te schrijnender maakt, zijn de beledigende opmerkingen die verdachte maakt over de seksuele geaardheid van de heer Wang. Zulke woorden zijn niet alleen kwetsend voor de heer Wang zelf, maar ook voor een hele gemeenschap die al jaren strijdt voor tolerantie, acceptatie en respect. Dat verdachte met zijn uitlatingen hier tegenin gaat neem ik hem bijzonder kwalijk.”
Sarah eist een taakstraf van 60 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarbij vordert ze de oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering: een meldplicht en een verplichting tot ambulante behandeling. Tot slot verzoekt ze de rechtbank om volledige toewijzing van de schadevergoeding zoals die is verzocht door de heer Wang.
Vrees aangejaagd
In zijn pleidooi wijst raadsman Alex van Roy erop dat er licht zit tussen wat Wang en andere getuigen hebben verklaard. Bovendien komt hij met het formele punt dat belediging een ‘klachtdelict’ is. “Dan moet de klacht duidelijk en ondubbelzinnig zijn, maar in de aangifte staat niet dat de heer Wang op dit punt strafvervolging wenste.”

In haar repliek toont Sarah van der Kamp zich niet onder de indruk. Dat er kleine verschillen bestaan tussen de woorden die het slachtoffer en getuigen bezigden, is misschien waar. “Maar het gaat om de vrees die verdachte de heer Wang heeft aangejaagd, en die staat evident vast. Zoals ook uit alles in het dossier duidelijk is dat het slachtoffer in deze zaak vervolging wenste.”

Direct na de repliek van Sarah verlaten de rechters, de advocaten en de verdachte de rechtszaal. Ze trekken zich terug om als jury terug te blikken op het presteren van Sarah.
“Leuk hoor!,” zegt advocaat Cees Korvinus nog voordat iedereen goed en wel zit.
“Ja, heel goed,” bevestigt ook Wouter Bos. “Een ‘kernonderdeel van wie je bent als mens’, dat vond ik sterk geformuleerd. Misschien was het wel iets te gericht op de rechtbank.”
“Het was een goed intro,” zegt Koos Plooij. “Zoals ze begon met ‘tolerantie, acceptatie en respect’. Ik vind dat ze op een prettige manier haar verhaal vertelde, in gewone taal. Knap hoor, dat je op 23-jarige leeftijd je verhaal al zo kunt neerzetten!”
“Over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte wijdde ze iets te lang uit,” meent Sue Preenen, “maar juridisch was het allemaal goed. Dat gold ook voor haar repliek: Kort, sterk en zonder herhaling. Sarah is tot nu toe de beste, nietwaar? Aan welk cijfer denken we? Zo tussen de 8 en 8,5? Ja? Oké!”
Bijna vijf uur later, het loopt tegen halfvier, volgt de ontknoping. In rechtszaal 11 wachten de negen finalisten en hun meegereisde aanhang op de uitspraak van de jury. Sue Preenen houdt de aanwezigen niet te lang in spanning. “Dit jaar lag het niveau van de kandidaten heel dicht bij elkaar. En allemaal op een hoog niveau. Dat maakte het moeilijk om een winnaar te kiezen. Toch zijn we eruit. De winnaar heeft vanaf haar eerste zin de aandacht van de jury gepakt. Juridisch hebben we geen minpunt gezien. Een rustige uitstraling, goede dictie en sterke repliek. Erg goed gedaan. Dus, de winnaar van de Nationale Requireerwedstrijd voor Studenten 2025 is… Sarah van der Kamp.”

En Sarah, de studente die zo ontspannen de strijd aanging en trefzeker haar woorden koos: ineens staat ze met haar mond vol tanden. “Ik sta gewoon helemaal te trillen,” stamelt ze terwijl ze haar prijs krijgt uitgereikt.
OM is spannender
In haar studentenkamer in Leiden is Sarah weer cool and collected. Het is dagen na de finaledag en ze kijkt nog steeds met een glimlach terug op de NRWS. Al heeft het haar ook doen twijfelen. Wat wil ze nou worden als ze over een jaar haar master heeft gehaald? “Ik riep al vanaf het moment dat ik met rechten begon, dat ik heel graag rechter wil worden. Ik houd van het juridische: de inhoudelijke puzzel oplossen. Een paar maanden geleden heb ik via een stage bij rechtbank Den Haag al een kijkje in de keuken gehad. Maar nu, na de requireerwedstrijd, besef ik dat ik het OM óók echt leuk vind. En ik denk dat het werk bij het OM weer wat spannender is. Als officier zit je niet alleen in de wetboeken, maar midden in de onderzoeken. Tijdens een masterclass verhaalden de officieren enthousiast over hun vak, over het toepassen van dwangmiddelen en morele dilemma’s die kunnen spelen. Dat vonden wij als studenten heel mooi om te horen. Dus tja, het kan ineens nog alle kanten op, ook de advocatuur sluit ik niet uit. Hoe dan ook: ik wil die toga aantrekken. De rechtszaal in. Daar gaan spreken. Want strafrecht is heel boeiend, en dan is de rechtszaal de plek waar het gebeurt.”
WAT IS EEN GOED REQUISITOIR?
Wouter Bos, rechercheofficier van arrondissementsparket Amsterdam:
“Het requisitoir richt zich allereerst tot de rechter. Deze is immers belast met het eindoordeel. Je wilt de rechter overtuigen. Het requisitoir moet daarom feitelijk en juridisch staan als een huis. Het is ook belangrijk dat je als officier niet duikt voor discussiepunten of mogelijk zwakke elementen in je zaak. Deze moet je actief benoemen en voorzien van een logisch antwoord. Pas dan heb je invloed. Maar naast de rechter kent het requisitoir nog meer afnemers, zoals de verdachte, het slachtoffer en de samenleving, vaak via de media. Iedereen verdient aandacht. Verder is een requisitoir meer dan een voorleesbeurt. De vorm telt. Het requisitoir wint aan kracht als het los van papier wordt voorgedragen. Ten slotte geldt vrijwel altijd het motto uit de Angelsaksische traditie: Kiss, Keep It Short and Simple.”