Recente jurisprudentie over mishandeling.
Een man krijgt in Uithoorn ruzie met een vrouw aan de rand van de Amstel. Hij duwt haar pardoes het water in. Omstanders weten het slachtoffer weer aan wal te helpen. Dat deze man geen heer is, is wel duidelijk. Maar welk strafbaar feit bij zijn gedrag hoort, zal voor niet-juristen misschien een verrassing zijn. De duwer is onlangs door het Hof Amsterdam veroordeeld voor mishandeling.
Mishandeling: is dat niet meer iets voor een vuist in het gezicht of een barkruk op het hoofd? Ja, maar de Hoge Raad heeft in 2014 uitgelegd dat onder mishandeling niet alleen het veroorzaken van pijn of letsel kon vallen, maar ook ‘het bij een andere teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwordingen in of aan het lichaam.’ In die zaak ging het toevallig ook om iemand die anderen – twee nietsvermoedende vissers – in het water had geduwd. De Hoge Raad vond dat dan ook sprake kon zijn van een ‘hevige onlust veroorzakende gewaarwording’. Toch kon de eerdere veroordeling door het Hof Arnhem-Leeuwarden niet in stand blijven. Het hof had namelijk bewezenverklaard dat de slachtoffers door in het water te belanden pijn hadden ondervonden en dat volgde niet uit de verklaringen van de vissers.
Vergelijkbaar is de zaak waarin iemand bij een ander met een tondeuse een flink deel van het hoofdhaar had afgeschoren. Ten laste was gelegd mishandeling in de vorm van het veroorzaken van letsel. De Hoge Raad was bereid aan te nemen dat het afscheren van veel haar hevige onlust kon veroorzaken, maar toebrengen van letsel was het niet.
In de zaak van de Uithoornse Amstelduwer kon het hof Amsterdam gewoon veroordelen voor mishandeling. Op de tenlastelegging stond keurig dat verdachte door het in het water duwen ‘een hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam’ teweeg heeft gebracht.
Die formulering kwam ook voor in de zaak tegen een Tilburger die vanaf zijn fiets een groot aantal willekeurige vrouwen vol in het gezicht had gespuugd, omdat hij dakloos was geworden. De rechtbank Zeeland-West Brabant achtte het spugen bewezen en stond toen voor de vraag of dat mishandeling was. De rechtbank vond van wel. Als het spugen zich richt op een specifieke persoon, ligt vervolging voor belediging meer voor de hand dan voor mishandeling, aldus de rechtbank. Maar hier richtte de onvrede van verdachte zich op willekeurige personen. Het stond voor de rechtbank buiten kijf dat het een onlust opwekkend gevoel aan het lichaam oplevert wanneer je door een vreemde in het gezicht gespuugd wordt. Wel sprak de rechtbank vrij van mishandeling voor die gevallen waarin de man zijn doel had gemist en het spuug op een jas, een kinderwagen of een rompertje was geland.