Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer

OM’ers bezoeken een theatervoorstelling over integriteit

In gemixte groepen vanuit verschillende onderdelen bezoeken OM’ers de theatervoorstelling Ons DNA. Daarna discussiëren ze over integriteit en vakmanschap. Wat vinden ze van het stuk en wat nemen ze mee uit de dialoogsessies? “We moeten het gesprek blijven voeren, ook omdat we snel in wij-zij termen denken.”

Een scène uit “Ons DNA”

Officier van justitie Taco Bexter stapt af op assistent-officier Veerle van Beemselaar.

Taco: “Jij hebt dat dossier van Ashra bij mij teruggelegd?”
Veerle: “Ja…”
Taco: “Ik snap het niet.”
Veerle: “Ik denk dat er toch wel sprake is van huiselijk geweld waarvoor vervolgd kan worden.”
Taco: “Ik seponeer deze zaak niet voor niks?”
Veerle: “Nee… Maar ik dacht…”
Taco: “Twijfel je aan mijn zorgvuldigheid?”
Veerle: “Nee… maar…”
Taco: “Er moet hier werklast worden verkleind, niet vergroot.”

“De toneelvoorstelling ‘Ons DNA’ bracht de dunne scheidslijn tussen werk en privé, tussen integer en niet-integer zijn, goed naar voren.” Dat zegt Marieke ter Ellen, managementassistente bij de DVOM, nadat ze in de Theaterloods in Radio Kootwijk keek naar ‘Ons DNA’. Het stuk werd gespeeld door vijf acteurs van Productiehuis Plezant, dat de voorstelling in opdracht van het OM maakte. Ter Ellen is een van de vele OM’ers die het stuk al hebben gezien. “Van tevoren had ik overigens niet kunnen bedenken dat een toneelstuk met integriteit als onderwerp ook vermakelijk zou kunnen zijn.”

Maanden eerder piekerde plaatsvervangend hoofofficier en landelijk portefeuillehouder integriteit Kitty Nooy zich suf. Hoe kon het BI-OM (Bureau integriteit OM) het onderwerp integriteit weer op de kaart zetten? Zonder dat het saai en plichtmatig zou worden? Het moest wel gebeuren, vond BI-OM. Formeel was de boel met codes, regels en richtlijnen op orde. Wat betreft aantallen integriteitsschendingen viel het ook mee. Maar qua bewustwording was er winst te boeken, er werd weinig meer gesproken over dilemma’s. Het onderwerp had een impuls nodig. “Uiteindelijk”, zegt Kitty Nooy, “kwamen integriteitscoördinator Heleen Smit en communicatieadviseur Babette Obbens met een voorstel. Een theatervoorstelling!”
Heleen Smit: “We zagen ‘Lef’, een theatervoorstelling over integriteit, die Productiehuis Plezant speelde voor gemeente Amsterdam. Wauw, dacht ik direct, dit zou voor ons ook kunnen werken.”
Inmiddels ‘draait’ de voorstelling en zagen Babette Obbens en Heleen Smit in de Theaterloods de uitwerking van hun idee. De voorstelling ráákt, merkt Babette ­Obbens op: “Integriteit gaat over het creëren van een open cultuur waarin wij elkaar durven aan te spreken en dilemma’s bespreekbaar durven te maken. Dat komt in het stuk heel goed naar voren. Dilemma’s zijn niet altijd zwart-wit. Het hierover met elkaar in gesprek gaan geeft duidelijkheid en richting. Ik heb Ons DNA nu zo’n vijf keer gezien en het blijft boeien. Elke keer haal ik er weer andere items uit.”

Scène uit Ons DNA

DVOM- servicedeskmedewerker Dani van Heek roept naar DVOM-ict’er Sil Doorschot en wijst op Facebook-foto’s.

“Hé Sil, jongen! Moet je even kijken naar die foto’s. Dat zijn onze nieuwe stagiaires. Lekker man! Die zijn gewoon op foto aangenomen. Of niet? Liken! Hahaha.” (Typt: ‘Bij Dani is nog een bureau vrij’)
Sil: “Sorry, ik ben nog aan het werk.”
Dani: “Die storing, daar hebben ze het ook zelf naar gemaakt hè?”
Sil: “Ze?”
Dani: “Ja joh. Al die parketten. Gaan ze eerst zelf een systeem opzetten en ontwikkelen, en daarna vragen ze ons om het te beheren. Dan vraag je om storing.”
Sil: “Heb jij dan een beter systeem voor ze?”
Dani: “Dat weet ik niet. Ik weet toch niet wat ze willen?”
Sil: “Moet je vragen.”
Dani: “Ze hebben geen vertrouwen in ons, dus vragen ze het ook niet...”
Sil: “Je moet hún vragen.”
Dani: “…alleen als er een probleem is. En dan hebben wij het gedaan.”

“Wat mooi dat er voor het OM een eigen, professioneel toneelstuk is gemaakt”, zegt Jan van Lierop, projectleider bij de DVOM. “De link tussen de IT en ‘de business’ kan en moet inderdaad beter. En ik zag herkenbare dilemma’s, bij voorbeeld over wat je thuis wel en niet kunt vertellen over je werk. Veel info die je opdoet bij projecten voor of op OM-onderdelen moeten daar ook blijven.”
Barbara van Bedem, hoofd crediteuren bij de DVOM, kernachtig over haar gevoel tijdens de voorstelling: “Wat een mooie weergave van wat helaas soms realiteit is.”
“Erg goed en realistisch gespeeld”, bevestigt Paola Arfman, medewerker Afdoeningsvoorbereiding parket Oost-Nederland. “Spannend ook, helemaal niet saai.”
Onder de indruk was ook hoofdofficier Oost-Nederland, John Lucas. “Tijdens de voorstelling dacht ik: wat bijzonder dat ik bij een organisatie werk die zich zo kwetsbaar opstelt. We durven elkaar vragen te stellen, zonder dat we het antwoord weten.”

Scène uit Ons DNA

Officier van justitie Taco Bexter en administratief medewerker Patrick Kreuger lopen om elkaar heen.

Officier Taco: “Patrick.”
Administratief medewerker Patrick: “Taco.”
Taco: “Heb jij een mail gestuurd naar slachtofferhulp?”
Patrick: “Slachtofferzáken.”
Taco: “Dat ze het slachtoffer moesten informeren dat die vreselijke getuige van de tegenpartij alsnog morgen op zitting zou zijn?”
Patrick: “Heb ik gedaan.”
Taco: “Maar slachtofferhulp had het slachtoffer niet geïnformeerd.”
Patrick: “Slachtofferzaken.”
Taco: “Slachtoffer was erg van streek.”
Patrick: “Ik heb een mail gestuurd.”
Taco: “Hoe laat heb je die mail gestuurd?”
Patrick: “Einde dag.”
Taco: “Waarom heb je ze niet gebeld?”
Patrick: “Waarom heb jíj ze niet gebeld! Als je wist dat het zo belangrijk was.”
Taco: “Ik was druk."
Patrick: “Met de dader ja. Maar het slachtoffer is er ook!”
Taco: “Zegt de man die enkel een mailtje stuurde naar slachtofferhulp.”
Patrick: “Slachtofferzaken!”

Een compliment aan de organisatie, zegt Janet Puma, sectiehoofd Administratie parket Noord-Nederland. “Deze collega’s hebben goed ingezien wat er speelt. Hoe wij als collega’s elkaar zien – of juist niet zien. En de acteurs hebben dat alles in hun rollen uitstekend neergezet.”
Margriet Rietman, medewerker Verwerken en behandelen in parket Oost-Nederland: “Treffend hoe de cultuur van het OM zo duidelijk naar voren kwam in de voorstelling. De voorstelling dwingt je bij jezelf te rade te gaan: Hoe kun je in je eigen functie een bijdrage leveren aan een beter OM? Het is goed daarover met elkaar in gesprek te gaan.”

En in gesprek gaan, dat deden de OM’ers die Ons DNA bezochten. Na afloop van de voorstelling startten zij in groepen dialogen: over integriteit, professionaliteit en leiderschap.
Wat namen OM’ers mee uit die sessies?
“Dat we het gesprek moeten blijven voeren”, antwoordt Janet Puma. “In onze groepje kwam naar voren dat we nog te veel in ‘wij-zij’ werken en denken. Terwijl we elkaar zo hard nodig hebben, ook voor onze klant. Onze groep noemde ‘veiligheid’ als basis om integriteit bespreekbaar durven te maken.”
“Het is heel erg belangrijk om met elkaar in gesprek te zijn”, zegt Barbara van den Bedem. “En om desnoods ondersteuning te vragen als dit niet vanzelf lukt. Respect en vertrouwen zijn belangrijke waarden voor een gezond werkklimaat.”
“In onze groep”, zegt Paola Arfman, “ging het wat meer over persoonlijke situaties waarin we geacht worden integer te blijven. Het viel me wel op dat sommige collega’s niets zeiden. Misschien durven ze het niet als hen niets wordt gevraagd. Gelukkig kwam in het toneelstuk naar voren dat het verstandig kan zijn naar je vertrouwenspersoon te gaan.”

Scène uit Ons DNA

Officier van justitie Taco belt naar de DVOM.

Taco: “Ik heb weer storing.”
ICT’er bij de DVOM, Sil Doorschot: “Ik ga direct kijken wat ik kan doen.”
Taco: “Maar dit is al de tweede keer deze maand dat het systeem plat ligt.”
Sil: “Ik weet het.”
Taco: “Maar besef je ook wat het voor mij betekent?”
Sil: “Dat is natuurlijk heel vervelend.”
Taco: “Jullie beseffen niet wat dat voor mij betekent. Zo kan ik mijn werk niet doen.”
Sil: “Ik doe mijn best.”
Taco: “Ja, dat zeggen jullie.”

“Ik denk dat de DVOM meer een ‘gezicht’ heeft gekregen”, zegt Babette Obbens, die twee keer de dialogen begeleidde. “Hoe vaak ik het in de gesprekken niet hoorde: dat anderen zich onvoldoende realiseerden dat bij de DVOM ook een OM’er aan de lijn zit, die voor de zoveelste keer die dag een boze medewerker aan de telefoon krijgt. Verder viel op dat de gesprekken heel open waren. Zo blijkt het voor assistentofficieren – die in eerste instantie vaak op contractbasis werken, in een best competitieve omgeving – moeilijk om om te gaan met je kinderwens. Durf je dat dan met je leidinggevende te bespreken?”
Jan van Lierop: “Het zou goed zijn vaker met elkaar te spreken, ook los van het onderwerp integriteit. Waar heeft de collega echt last van als we het hebben over faciliteiten en applicaties? We zouden informatie nog beter kunnen delen. Dat doen we al wel veel via intranet ZoOM, maar collega’s blijken vaak niet te weten dat er bij voorbeeld een ‘ICT-weerbericht’ is waar veel informatie is terug te vinden.”
In haar groepje, zegt Marieke ter Ellen, kwam weer een ander pijnpunt boven. “Het viel me op dat collega’s zich niet altijd gewaardeerd of gehoord voelen, waar ze dat vroeger wel zo ervoeren. Vooral collega’s die al lang bij het OM werken hadden het idee dat vroeger de lijnen korter waren, en dat het gevoel ‘een grote familie’ te zijn, was verdwenen. Ook leefde het idee dat collega’s in hogere functies meer ongestraft kunnen doen dan anderen. Ik denk dat Ons DNA en de dialogen mij wat waakzaamheid hebben opgeleverd. Niet alleen over mezelf, maar ook over mijn omgeving. Plus het besef: Maak het voor je zelf makkelijker en benader je collega, je leidinggevende of je vertrouwenspersoon als je ergens mee zit of over iets twijfelt.”
Als hoofdofficier heeft John Lucas een terugkoppeling gehad van de dialogen voor zijn parket. “Dan valt op dat we nog steeds in de transitie naar één parket zitten. Gevoelens van anonimiteit in een groot parket zijn er nog. We zullen dat ook zelf moeten oplossen door meer met elkaar kennis te maken.”
“Er zijn verschillen per parket, terwijl we spréken van één OM”, merkte Margriet Rietman in de dialogen. “Maar mooi is dat iedereen in onze groep zich verantwoordelijk voelde. We willen een bijdrage leveren aan waar het OM voor staat.”
In toneelstuk en dialogen zie je hoe ingewikkeld het kan zijn dat je 24/7 OM’er bent, zegt Heleen Smit “Je krijgt ook te zien dat je in alle complexiteit niet alle dilemma’s in je eentje hoeft op te lossen. En de dialogen hebben een schat aan informatie opgeleverd voor vervolgprogramma’s.”

Kitty Nooy: “We vonden het vooraf heel spannend. Zouden we ons wel in het toneelstuk herkennen…? Zou het wel aanslaan…? Nu zijn we verbaasd over de laaiend enthousiaste reacties. Integriteit leeft weer in brede zin. Het is fijn dat we nu OM-breed kunnen doorgaan met het toneel en de dialogen. Waarbij ik de geweldige rol van Romé Vermeer en Coby van der Hoek van het OM-Evenementenbureau wil noemen. Dat was echt een uitkomst! Ook dankzij hen zal voor de zomer elke OM’er de kans gekregen hebben aan Ons DNA deel te nemen.”