JURIAAN SIMONIS werkt bij het WBOM

Recente rechtspraak over schakelbewijs

Een man leert via het internet een andere man kennen. Ze spreken bij hem thuis af. Tot de geplande seks komt het niet, omdat de bewoner van het huis plots in een diepe slaap valt. De volgende ochtend is zijn date verdwenen en het huis leeggeroofd. Het slachtoffer blijkt scopolamine in zijn lichaam te hebben, een geneesmiddel dat in een grote dosis als slaapmiddel kan werken. Dit scenario herhaalt zich een paar maal bij andere slachtoffers. Een keer wordt een slachtoffer niet meer wakker. De berover wordt gevonden en vervolgd. Hij beweert in hoger beroep dat het overleden slachtoffer vrijwillig scopolamine zou hebben genomen. Het Hof Arnhem-Leeuwarden gelooft dat niet. Bij twee niet-fatale berovingen die ook op de tenlastelegging stonden heeft het hof bewezen geacht dat verdachte heimelijk scopolamine in het eten, respectievelijk een glas whisky had gestopt. Daarom neemt het hof aan dat verdachte ook het overleden slachtoffer stiekem moet hebben gedrogeerd.

Het hof heeft hier gebruikt gemaakt van schakelbewijs: het ene strafbare feit wordt mede bewezen aan de hand van in hoge mate vergelijkbaar bewijs of bewezenverklaringen voor andere feiten. Een ander recent voorbeeld van schakelbewijs is te vinden in een vonnis van de Amsterdamse rechtbank tegen een lid van een bende die straatroven pleegde. De rechtbank achtte het bewezen dat verdachte ’s nachts in Overveen iemand had beroofd, die kort daarvoor in Amsterdam in het casino had gespeeld. Die beroving vertoonde  sterke overeenkomsten met andere feiten waarvoor de rechtbank verdachte veroordeelde. Steeds waren de slachtoffers, personen van Chinese afkomst, vanaf het casino naar huis gevolgd en daar met geweld beroofd  van hun tas of portemonnee.

Slachtoffer was stiekem gedrogeerd

De Hoge Raad acht het gebruik van schakelbewijs in beginsel toelaatbaar. Dat bleek nog maar eens uit een arrest van afgelopen maart. Het Hof Arnhem-Leeuwarden had een Zwollenaar veroordeeld voor het deelnemen aan een organisatie die drugstransporten naar Duitsland verzorgde. Voor het bewijs van acht afzonderlijke transporten had het hof ook meegewogen dat de werkwijze zo vergelijkbaar en specifiek was dat het wel dezelfde dadergroep moet zijn geweest. Het hof noemde bijvoorbeeld dat steeds dezelfde Mercedes met Duits kenteken bij de woonwagen van de vader van verdachte werd geparkeerd, en dat er dan ‘bigshopper-tassen’ werden opgehaald en naar de auto gebracht. De Hoge Raad verwierp vervolgens de klacht dat het hof dit niet als schakelbewijs had mogen gebruiken.

Maar er zijn grenzen aan de mogelijkheden om via schakelbewijs een zaak rond te krijgen: voorwaarde is dat de overeenkomst op essentiële punten groot is. Dat was bijvoorbeeld niet het geval in een recente Rotterdamse zaak. De rechtbank veroordeelde verdachte voor een aantal bedreigingen, maar was niet bereid die bewezenverklaringen als schakelbewijs voor een andere bedreiging te gebruiken. Er was behalve een aangifte, geen ander bewijs; volgens de rechtbank wil het feit dat verdachte de één bedreigt, niet zeggen dat hij ook een ander heeft bedreigd.