Foto ANP: wereldbol
Misdaad wordt internationaler, en letterlijk grenzelozer. Strafzaken hebben geregeld een internationale component. Ook eigen collega’s worden uitgezonden naar het buitenland. Opportuun vroeg zeven van hen om een reactie. “Dit werk draagt bij aan internationale stabiliteit en veiligheid.”
Stabiliteit in Europa
Sinds eind 2016 ben ik via het Ministerie van Buitenlandse Zaken gedetacheerd bij een EU-missie in Kosovo. Om daarvoor in aanmerking te komen, wordt getest of je in staat bent om in het buitenland te functioneren. Daaronder valt een 24 uurs groepsdynamisch assessment in de bossen van Zeist. Gelukkig kon ik terugvallen op mijn ervaringen in een eerdere missie, zoals evacuaties tijdens mijn werk in bezet Palestijns gebied.
Kosovo ligt in de Balkan en was vroeger een autonome provincie van Joegoslavië. Op 16 februari 2008 verklaarde Kosovo zich onafhankelijk. Sinds die tijd werken Europese rechters, officieren, politieagenten, juridisch adviseurs, gevangenis- en douaneadviseurs samen met Kosovaarse collega’s om de rechtstaat in Kosovo te versterken. Allereerst omdat de EU hiermee stabiliteit in Europa wil krijgen. Maar ook omdat Kosovo in de toekomst lid wil worden van de EU.
Samen met mijn Kosovaarse legal advisor en onze vertaler monitoren we de vergaderingen van Kosovo Prosecutorial Council (vergelijkbaar met ons College van procureurs-generaal). Ik houd me bezig met organisatieopbouw van het OM en schrijf instructies voor informatiebeveiliging. Op sommige parketten liggen de dossiers in slecht sluitende kasten in de gang waar ook publiek rondloopt.
Een modern ‘GPS’ is op komst, maar nu gaat alles nog handmatig in grote registerboeken. De werkprocessen en managementcultuur zijn nog steeds op de oude communistische leest geschoeid: alleen doen wat is opgedragen.
Initiatieven van Nederland ondersteun ik natuurlijk ook. Zoals een project van de Nederlandse Ambassade over integriteit en internationale samenwerking. En ik onderzoek of Nederland kan helpen bij de opzet van verhoorkamers voor Kosovaarse kinderen. Al dit werk moet eraan bijdragen dat de stabiliteit en veiligheid op de Balkan toeneemt.
Meer info: www.eulex-kosovo.eu
Iemand met Aanzien
Van alle collega-officieren die in het buitenland gestationeerd zijn, is de positie in Frankrijk een beetje een vreemde eend in de bijt. Voor andere posten, zoals Berlijn, Washington en Londen, heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie uit eigen gelederen doorgewinterde ambtenaren als ambassaderaad geplaatst. In Frankrijk is dat anders. Van oudsher verhuurde het OM een officier van justitie aan het Ministerie van VenJ om zich bezig te houden met operationele zaken als de bilaterale rechtshulp. Met name de taalbarrière maakte dit noodzakelijk. Maar tegenwoordig betreft het liaisonschap meer beleidsmatige werkzaamheden: van migratie tot terrorisme, het onderhouden en verbreden van de bilaterale relatie met Frankrijk en volgen van justitiële ontwikkelingen, veelal in EU-verband.
In augustus 2015 verhuisde ik naar Parijs. Een grote vrachtwagen stond voor de deur. Er moest veel mee want het appartement was niet gemeubileerd. Bedden, stoelen, tafels, maar ook een ijskast, fornuis, potten, pannen, moesten mee. Daar kon m’n oerdegelijke Hollandse Gazelle met fietstassen ook wel bij.
Frankrijk heeft zelf zeventien ‘magistrats de liaison’ over de hele wereld zitten. In Nederland is dat Michael Gihr, mijn evenknie op de Franse ambassade in Den Haag (zie achterpagina). En je vindt in Parijs magistraten overal terug, vooral op strategische posities met een internationale component, maar ook in de kabinetten van de diverse ministers. Een van m’n eerste afspraken in Parijs was met een hoge ambtenaar van het kabinet van Cazeneuve, toen minister van Binnenlandse Zaken. Politie, maar ook migratie, valt hieronder. Ik fietste naar het Champs-Élysées, maar werd daar verwezen naar een ander adres: de dienst- en goedereningang. Een liaisonmagistraat verplaatst zich niet per fiets.
Wijs geworden, laat ik m’n fiets tegenwoordig om de hoek staan en loop ik terug.
Effectief criminaliteit bestrijden
Zondagmiddag 13 oktober 2013. Ik sta in de Mediamarkt in Den Haag en mijn telefoon gaat. Of ik wil solliciteren als procureur-generaal van Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden? Ik ben volkomen overdonderd - ik ben zelfs nog nooit in Curaçao geweest. Twee uur (en een borrel) later solliciteer ik op de functie en een paar maanden later woon ik met mijn gezin op Curaçao.
De staatkundige situatie in het Caribisch gebied is ingewikkeld. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn zelfstandige landen binnen het Koninkrijk en zijn zelf verantwoordelijk voor (onder meer) het rechtssysteem. Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES) is de situatie anders. Dat zijn bijzondere gemeenten van Nederland. De overgang naar het Caribisch gebied betekent ook een overgang naar samenlevingen met veel armoede en rechtshandhavingsketens die op dit moment volstrekt niet opgewassen zijn tegen de vele vormen van criminaliteit. De ondermijnende criminaliteit tiert welig op alle eilanden en de geweldscriminaliteit is extreem hoog. Het aantal moorden ligt bijvoorbeeld 25 keer zo hoog als in Nederland. Om de criminaliteit in deze kleine gemeenschappen enigszins effectief te bestrijden moet er intensief worden samengewerkt tussen en op alle (ei)landen. Ik ben er trots op dat we daar als Openbaar Ministerie de afgelopen jaren het goede voorbeeld voor hebben gegeven; zo hebben we inmiddels een eigen officiersopleiding, integrale afpakteams, serieus werk gemaakt van slachtofferzorg, een gespecialiseerd OM/politie-team belast met de aanpak van ondermijning en ZSM-achtige initiatieven op alle eilanden.
We zijn er nog lang niet, maar inmiddels wanen de criminelen zich niet meer onaantastbaar. Daarmee is één van mijn belangrijkste doelstellingen bereikt; ook in het Caribisch gebied is niemand untouchable.
(Rogier Bos volgt Guus Schram per 1 septmeber 2017 op)
Analyse van OM in Lviv
Samen met collega’s, Hessel Schuth en Ruud Oerlemans, heb ik een sterkte-zwakteanalyse gemaakt van het OM in de West-Oekraïense regio Lviv. Het project werd georganiseerd door CILC, dat juridische experts uitzendt naar diverse buitenlanden. Het Parket-Generaal stimuleert dit soort projecten. Nederland onderhoudt immers graag goede banden met Oekraïne.
We zijn twee maal een week in Lviv geweest voor interviews met Oekraïense OM’ers en ketenpartners als politie, rechtbank, advocatuur, universiteit, NGO’s en gemeente. Op verzoek van het Oekraïense OM hebben we adviezen uitgebracht om bijvoorbeeld ondersteuning van officieren van justitie te verbeteren, werkproces efficiënter in te richten en publieksinformatie uit te breiden.
Het was best een klus om die analyse in een heldere rapportage te beschrijven. Maar gelukkig herkenden de hoofdofficieren de aangereikte verbeterpunten.
Ik heb veel respect gekregen voor de collega’s die daar in moeilijke omstandigheden als professionals hun werk doen. Het doet denken aan het OM in Nederland ongeveer dertig jaar geleden.
Ik vond het fascinerend om me te verdiepen in een land dat ik eigenlijk alleen maar van naam kende. Oekraïne heeft een rijke geschiedenis en kent grote verschillen. In het oosten heerst oorlog, in het zuiden is de Krim ingenomen door Rusland en in het westen wil men zich met Europa verbinden.
Een indrukwekkend documentaire is “Winter on fire” van de Majdan-opstand in 2014. Studenten protesteerden vreedzaam op het grote plein in Kiev: negentig dagen lang, hartje winter. Uiteindelijk schoot de politie met scherp op de eigen burgers, met vele doden en gewonden tot gevolg. Dan snap je meteen dat het winnen van vertrouwen van de bevolking in politie en OM daar nog veel inspanning zal vergen.
Meer info: www.cilc.nl
Alternatieve santies
In november 2016 reisde ik samen met Lino Brosius (projectmanager bij CILC) en Leo Tiggens (oud-directeur van Reclassering Nederland) af naar de kleine republiek Montenegro. Montenegro moet als kandidaat-lid voor de EU een aantal hervormingen in het rechtsstelsel doorvoeren, waaronder het invoeren van een stelsel van alternatieve sancties. Het doel van het bezoek was met de Montenegrijnse officieren en reclasseringswerkers te praten over de mogelijkheden, maar ook de uitdagingen die alternatieve sancties bieden. Ik was voor dit project benaderd omdat ik in het verleden bij het Landelijk Expertise Centrum Bijzondere Zaken heb gewerkt en daar ook veel ervaring met de reclassering heb opgedaan.
Een eerdere sessie in Nederland met de Montenegrijnse zittende magistratuur had ons duidelijk gemaakt dat onder de conservatief ingestelde rechters veel weerstand bestond tegen een reclassering die zich met ‘hun afdoening ging bemoeien’.
Lino wist mij in het vliegtuig te melden dat sinds het bezoek aan Nederland het enthousiasme bij de rechters behoorlijk was toegenomen. Tijdens bijeenkomsten spraken afgevaardigden van alle arrondissementen van Montenegro over het systeem van werkstraffen. Er bleek veel behoefte aan alternatieven voor een gevangenisstraf.
Bijzonder voor ons was dat het belangrijkste delict waarvoor (forse) werkstraffen werden opgelegd, het niet betalen van alimentatie bleek. Verder vormde de hoogte van de werkstraffen een interessant discussiepunt. Voor een eerste winkeldiefstal werd gemiddeld 240 uur werkstraf opgelegd, die de veroordeelde in een half jaar moest ‘wegwerken’. Dit betekent dus, naast een baan, bijna 4 maanden lang 7 dagen in de week werken. Ik denk dat veel verdachten in Nederland mooi 4 maanden zouden gaan zitten!
Van maffiabaas tot bloemenveiling
Aanpak van georganiseerde misdaad vereist een laagdrempelige, proactieve en genereuze samenwerking met collega’s in het buitenland. De IRC’s, Eurojust, Europol en de verdragen bieden daarvoor een ruim scala aan mogelijkheden. In aanvulling daarop heeft Nederland twee jaar geleden een extra stap vooruit gedaan door een officier van justitie in Italië te plaatsen. Doel: de strafrechtelijke samenwerking en de strijd tegen georganiseerde en ondermijnende misdaad verder intensiveren, ondersteunen en vergemakkelijken. En met die taak ben ik eind 2014 als eerste liaisonmagistraat in Rome beland.
‘Crimineel gezien’ is er ruimschoots verkeer tussen beide landen: Maffiabazen duiken onder in Nederland. Criminele organisaties vervoeren duizenden migranten onder erbarmelijke omstandigheden van Libië naar Italië en verder Europa in. Gestolen Van Gogh-schilderijen worden gevonden bij de Camorra. Feyenoord-hooligans houden huis op Piazza di Spagna. Activiteiten van ‘Ndrangeta op de bloemenveiling in Aalsmeer. Er is financieel-economische criminaliteit, drugscriminaliteit en mensenhandel. Er zijn zedendelicten, TBS-zaken en overleveringen. Criminele organisaties in alle soorten en maten zijn actief: Nigerianen, Italianen, Nederlanders, Albanezen, Chinezen etc.
In veel gevallen weten Nederlandse en Italiaanse collega’s elkaar goed te vinden, maar juist in de complexe, gevoelige of urgente kwesties, kan het uiterst ingewikkeld zijn om over en weer adequate en tijdige oplossingen te vinden. Verschillen in rechtssysteem, rechtscultuur, taal blijken dan groter dan gedacht. Samen met de politie-liaison en onze beide assistenten kan ik in dit soort situaties bijspringen en ondersteunen; van een paar telefoontjes om een vastgelopen rechtshulpverzoek vlot te trekken tot uitvoerige juridische analyses. En van een enkel getuigenverhoor tot maandenlange intensieve samenwerking.
If crime crosses borders, so must law enforcement.
Open grens over het eiland
“Ton, ik bel je met de vraag of je het OM op Sint Maarten wilt gaan versterken”. Met die woorden kreeg ik toenmalig PG Herman Bolhaar aan de lijn. Sint Maarten? Schoolherinneringen kwamen terug: Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten, Bovenwindse-eilanden. Wat is daar te doen voor een OM’er?
Nou dat begint al direct met een grote internationale dimensie. Binnen een uurtje vliegen liggen de (ei)landen Haïti, Dominicaanse Republiek, Puerto Rico, US Virgin Islands, British Virgin Islands, Guadeloupe en nog velen meer. En met een volledig open grens over het eiland tussen Sint Maarten en het Franse Saint Martin. Continu schakelen tussen veel verschillende rechtssystemen! Onlangs hebben mijn Franse collega en ik een handtekening gezet onder de uitwerking van het Politieverdrag Sint Maarten: observeren en ‘hot pursuit’ op elkaars grondgebied mag nu eindelijk.
In de tijd van de Nederlandse Antillen, werd de strafrechtspleging op de eilanden bediend met officieren vanuit Nederland. Sinds 10.10.10 is Sint Maarten een zelfstandig land. Ook nu nog komen alle officieren uit het Nederlandse OM, omdat lokale juristen niet voorhanden zijn. Een groot voordeel hiervan is dat bij samenwerking tussen het Nederlands en het Caribisch OM de officieren elkaar direct begrijpen en ‘herkennen’. Dat maakt efficiënt zaken doen een stuk eenvoudiger.
De opbouw van politie, gevangenis, bestuur, vraagt veel van mijn tijd en aandacht.
De criminaliteit is echter niet in opbouw. Die is helaas hoog. Veel vuurwapenbezit, gewelddadige overvallen, bendevorming en liquidaties. Maar ook veel voorkomende criminaliteit, fraude en integriteits-issues zijn aan de orde van de dag.
En dat alles op 87 km2 met jaarlijks ongeveer 700 cruiseschepen die een kleine 2 miljoen dagtoeristen brengen en een luchthaven waar nog eens zo’n 2 miljoen passagiers per jaar langskomen. Openbare orde en criminaliteitsbestrijding zijn onlosmakelijk verbonden.