Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer

Een hoge transactie – in de volksmond vaak schikking – is een uitzonderlijke afdoening maar wel een onmisbare bij complexe internationale strafzaken, zegt rechercheofficier bij het FP Rutger Jeuken. Hij was betrokken bij de transacties met Rabobank, SBM Offshore en Vimpelcom. “Het huidige strafvorderlijke systeem loopt tegen zijn grenzen aan.”

Rutger Jeuken: "Corruptie infecteert het hele maatschappelijke leven"

70.000.000,00 euro rekende Rabobank af aan de Nederlandse staat, naar aanleiding van FIOD-onderzoek naar ontoelaatbare beïnvloeding van rentetarieven.

240 miljoen dollar (40 miljoen boete en 200 miljoen ontneming van wederrechtelijk verkregen vermogen) schreef SBM Offshore over, voor ambtelijke en niet-ambtelijke omkoping in Equatoriaal Guinea, Angola en Brazilië.

Bijna 400 miljoen dollar werd betaald door telecomprovider Vimpelcom wegens ambtelijke omkoping rondom en na de toetreding tot de Oezbeekse telecommarkt. In deze transactie telt 100 miljoen als boete, 130 miljoen als geschatte waarde van aandelen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, en een kleine 170 miljoen als ontnemingsbedrag.

Rutger Jeuken, rechercheofficier van het Functioneel Parket, begeleidde de zaaksofficieren bij de onderzoeken, nam deel aan transactiegesprekken en was betrokken bij het informeren van het College van procureurs-generaal en het departement over de voorgenomen transacties.

Honderden miljoenen, dat is lekker binnenharken voor ’s lands schatkist

Dat speelt geen enkele rol. Waar het om gaat is dat je tot een passende afdoening komt in een strafzaak. Een bedrijf dat strafbare feiten heeft begaan moet daarvoor een boete krijgen die recht doet aan de ernst van de feiten en de geschokte rechtsorde. Omdat de fraudes die we aanpakken steeds omvangrijker blijken te zijn, kan je ook niet meer volstaan met kleine boetes. Dus de bedragen nemen toe. Men stelt bij de afstemming in de lijn gezond kritische vragen over hoe we tot de hoogte van boetes komen, maar het gaat niet om het geld. Het OM stelt alleen strafbare feiten vast en bepaalt daarbij een evenwichtig sanctie. Boetes en ontnemingen zijn ‘evidence based’ en gecalculeerd. Wat er dan uitkomt, komt eruit.

Is er omgekeerde druk? Dat het kabinet, vanwege risico’s voor handelsbetrek-kingen en werkgelegenheid, zegt: “Terug in het hok, OM.”

Ik ben dat nog niet tegengekomen. Wat we een paar keer hebben meegemaakt – overigens niet met de bedrijven waarmee we getransigeerd hebben, maar bedrijven die we in onderzoek hebben – is dat die proberen via hun raad van bestuur de bewindslieden te benaderen. In de trant van: ‘Kunnen jullie niet wat druk op het OM zetten en zeggen dat ze handelsbelangen in gevaar brengen?’ Dat kappen bewindslieden meteen af: ‘Nee, daar hebben we niks mee te maken.’

We leven in een mooi land

Dan denk ik ook: we hebben het hier best netjes op orde. En daar profiteert ons hele land van. In al die corrupte landen zie je dat ze niet welvarend zijn omdat het geld naar de verkeerde personen gaat. Als ergens een belang van 100 miljoen mee is gemoeid, wordt de prijs 200 miljoen. En 100 miljoen verdwijnt in de verkeerde zakken. Familieleden van machthebbers wonen in dure huizen en varen in boten. De rest van het land leeft onder de armoedegrens. En dat is nog maar het begin; corruptie infecteert het hele maatschappelijk leven.

Transacties leiden ook tot de kritiek dat in achterkamertjes met geld alles maar geregeld wordt

Dat is eigenlijk verbazingwekkend. Hoge transacties zijn juist de uitzondering. Het is dagvaarden, tenzij een transactie effectiever kan zijn. Ieder jaar doen we OM-breed maar een tiental transacties van meer dan 50 duizend euro. Alleen, daar zitten de laatste jaren de SBM’s en de Vimpelcoms tussen, en dan staan velen op hun achterste benen. En eerlijk gezegd, in dat hele proces maken we een ontwikkeling door. Bij de Rabobank-Liborfraude hadden we een vrij summier persbericht opgesteld. Met veel bombarie startte advocaat Spong, die stelde op te treden voor gedupeerden, daarop een artikel 12-procedure om alles voor de rechter te krijgen. Het hof is niet met hem meegegaan, maar publicitair gaf dat gelazer. Bij SBM hebben we vervolgens een uitgebreid persbericht gemaakt en bij Vimpelcom hebben we daarnaast een heel feitenrelaas op de OM-site gezet. Daarmee compenseer je dat je bij een transactie niet de openheid van een zitting hebt.

Op de suggestie dat bedrijven met een transactie goed wegkomen, is veel af te dingen. Die honderden miljoenen zijn, zeker voor Nederlandse begrippen, echt hoge bedragen. Er is een tijd geweest dat ik na een rechterlijk vonnis waarin een multinational een boete van een miljoen kreeg opgelegd, dacht: Zohoo, flinke boete. Maar als je weet dat zo’n bedrijf miljarden omzet en du moment dat het hoort dat het verdacht wordt, meteen een potje van tien miljoen opzij zet voor advocatenkosten, besef je: een miljoen boete maakt weinig indruk. Het gaat om ingecalculeerde bedrijfskosten. En als je bij een bedrijf met een omzet van honderden miljoenen wil komen tot een sanctie die pijn doet en recht doet aan de geschokte rechtsorde, dan zal je ook aan flinke boetes moeten denken. En niet alleen boetes. Wij zetten ook in op compliance en governance. Daarnaast op openheid over wat er is misgegaan en meewerken aan onderzoek. Dat laatste helpt enorm bij het voorkomen van herhaling.

Denken rechters ook zo over transacties?

De reacties die ik zo her en der in de pers verneem, vind ik wat beperkt. Soms hoor je zeggen ‘dat daar toch een rechter naar moet kijken’. Alsof alleen een rechter kan beoordelen wat daar de juridische merites van zijn. Indien er geen bewijs in het dossier zit, komen we geen transactie overeen, dan seponeren we de zaak. Kijk, ik ben ook voor checks and balances. Maar die zitten juist ook in de procedure voor transacties. Allereerst, wanneer we een gevangenisstraf een passende sanctie vinden, dan gaan we altijd naar zitting. En anders dan in Amerika, zullen hoge transacties met bedrijven de uitzondering blijven. Als besloten wordt tot dergelijke transacties wordt conform de Aanwijzing Hoge Transacties het Ressortsparket en het College betrokken. En dan hebben we nog de artikel 12-procedure waarmee belanghebbenden onze keuze om niet verder te vervolgen kunnen toetsen bij het hof.

Het is een brede afweging, die beïnvloed wordt door een bedrijf dat orde op zaken wil stellen en een verandering wil bereiken. Natuurlijk is het anderzijds wel zo dat wanneer een verdachte meent in zijn recht te staan, hij dit voor mag leggen aan de rechter. In dat soort gevallen proberen we niet te transigeren. Een bedrijf dat strijdend van rechtbank, naar hof, naar Hoge Raad gaat, is niet genegen veel aan te passen.

Laat ik het maar gewoon zeggen: het huidige strafvorderlijke systeem loopt tegen zijn grenzen aan. In de zaak van de politiemol – en nu geef ik even commentaar als krantenlezer – zie je al dat die zaak omdat er drie getuigen moeten worden gehoord, bijna een jaar wordt uitgesteld. Bij het FP hebben we dezelfde ervaring. Wij hebben geregeld zaken waarin tientallen, en zelfs honderden, getuigen zijn toegewezen. Als er dan een advocaat beweert dat in een administratie van een bedrijf mogelijk wat brieven van zijn hand zitten, die je daar niet zou verwachten, zit de zaak zomaar jaren vast. Als je dan een omvangrijke, internationale corruptiezaak hebt, waarin honderden mensen een rol hebben gespeeld: dat ga je niet binnen tien jaar afkrijgen. Als het nodig is heeft het OM een lange adem. Dan gaan we tien jaar procederen. Maar als een bedrijf zelf het foute van zijn handelen wil inzien en orde op zaken stelt, dan kan een transactie effectiever zijn dan een gang naar de rechter. 

Wat voor type OM’er moet je zijn voor internationale corruptiezaken?

Je moet samenwerkingsgericht zijn. Je moet creatief en ondernemend zijn, want je moet steeds naar oplossingen zoeken. Je wandelt over ongebaande paden. En je moet vertrouwen in anderen hebben. Bij corruptiezaken zijn vaak meerdere rechtsordes geschonden. In deze zaken werken we veel met de Amerikanen, die in dit soort zaken snel rechtsmacht voor zichzelf zien. Tegelijkertijd mogen de Amerikanen maar beperkt samenwerken: je kunt geen Fiod/FBI-onderzoeksteam samenstellen. Ook zetten Amerikanen, omdat zij in het verleden veel bestookt werden met Amerikaanse ‘Wob-verzoeken’, bijna niets op papier. Alles gaat via de telefoon en op vertrouwen. Terwijl wij Nederlanders erg zijn van afspraken maken, die op papier zetten en nakomen. Dus moet je nu geregeld met elkaar afspreken en de zaken doorlopen. En dan heb je te maken met verschillende landen en rechtsstelsels. Als aanklagers uit verschillende landen moet je je acties heel goed op elkaar afstemmen. Je moet goed letten op de volgorde waarin je stappen zet, anders rijd je het onderzoek van een ander land in de wielen. Je hebt ook een verantwoordelijkheid naar een bedrijf. Een bedrijf dat strafbare feiten heeft begaan moet daarvoor een passende straf krijgen, maar wanneer landen niet met elkaar afstemmen kan een straf een veelvoud worden van wat passend is en dat wil je ook niet. Dus je stemt als afzonderlijke landen af, zodat het geheel van de sanctie honderd procent is en een rechtspersoon niet dubbel gepakt wordt. Ne bis in idem, nietwaar. 

Kun je er begrip voor hebben dat een bedrijf als Vimpelcom redeneert: ‘Ja, als we daar in Oezbekistan het braafste jongetje van de klas gaan uithangen, wordt het niks.’?

Tja… Weet je, dan hoor je al snel dat Nederland de VOC-mentaliteit moet hebben. Maar als je van tevoren weet dat je in zo’n land voor dingen moet gaan betalen, en je doet het toch? Dan ga je er zelf aan meedoen – en op een gegeven moment zit je met je vingers tussen de deur, dus in zoverre kan ik daar geen begrip voor hebben.

Volgens de OM Aanwijzing over corruptie in het buitenland mogen ‘facility payments’ tot op zekere hoogte

Ja, tot op zekere hoogte. Zo’n geval als dat van Vimpelcom gaat daar ver overheen. Hoe dat werkt? Een bedrijf, want het overkwam niet alleen Vimpelcom, kan fris en vrolijk in zo’n land beginnen, maar op een gegeven moment krijgt het te horen van een overheidsfunctionaris: ‘Het zou goed zijn als u een donatie deed aan de schaakbond’. Die bond heeft dan iemand van de overheid die bondsvoorzitter is. Je kan die donatie ook weigeren. Dan worden her en der wat schakels omgezet en zijn ineens je basisstations uit de lucht. Zit je met een hoop gillende abonnees. Wil je maanden later nieuwe nummerblocks, omdat je aantal telecomabonnees groeit? Dan hoor je een dag later weer: ‘Het zou goed zijn als u een donatie deed aan de universiteit.’ En in de boekhouding kun je een donatie wel verantwoorden. 

Wat moet je dan als bedrijf?

Het is een keuze om zo’n markt te betreden. Het wordt in Nederland vaak vergoelijkt met de VOC-mentaliteit, maar als je als bedrijf voor jezelf geen grenzen stelt, kom je van de ene in de andere fraude terecht. Bijvoorbeeld in het geval van Vimpelcom: ze hadden honderdduizenden abonnees en het geld stroomde binnen. Alleen, de munt is de Oezbeekse Sum en die kun je niet omruilen voor dollars: die kun je alleen maar in Oezbekistan uitgeven. Dus moesten ze vervolgens weer allerlei listige constructies gaan opzetten, om dat geld om te wisselen in dollars. 

Het OM schikt ook opdat het voorwaarden kan stellen dat een bedrijf aan compliance gaat doen. Maar iedereen kan voor de vorm een complianceman aanstellen en mooie missies op papier zetten. Werkt dat echt?

Ja, want vergis je niet. Voordat een bedrijf met het OM in gesprek kan over een transactie, heeft het zelf, parallel aan de FIOD, al met advocaten en accountants uitgebreid onderzoek gedaan, teneinde te starten met compliance en governance. Dat kost zo’n bedrijf al zoveel geld, alleen dát geeft al aan dat ze serieus orde op zaken willen stellen. De Amerikanen zijn er ver in en leggen ook nog eens een ‘monitor’ op zo’n complianceprogramma. Dan gaat een ander bedrijf drie jaar lang onderzoeken of het bedrijf compliant blijft. En het bedrijf dat voor dat onderzoek wordt ingeschakeld, moet voor die opdracht solliciteren bij justitie.

In de afgesloten transacties in Nederland hebben wij afspraken gemaakt om de jaren na de transactie de mogelijkheid te hebben om met elkaar in gesprek te gaan. Zo hebben we voortgangsgesprekken met de raden van bestuur.

Dan moet je wel die wereld snappen, met holdings, financieringsconstructies, overnames, aandelentransacties, fiscale zaken en Maagendeneilandgedoe en wat al niet

We hebben binnen het FP inmiddels best veel financiële mensen, die van buiten komen. We werken met de FIOD en dat zijn allemaal financieel zeer slimme mensen. En ja, soms moet je drie keer lezen voordat je het snapt. Voor fraude in zijn algemeenheid geldt dat het me telkens weer verbaast hoeveel fantasie betrokkenen hebben om constructies op te zetten om het geld in hun zak te steken. Bedenk een nieuwe regeling – en binnen twee, drie maanden is er iemand die een manier heeft gevonden om eromheen te werken. 

Is het dan een te winnen strijd? Of op zijn minst een strijd die je niet al te vaak verliest?

Bij bedrijven als SBM zie je echt dat de compliance als een olievlek begint te werken. Samen met de FIOD hebben we nu een aantal grote bedrijven in onderzoek vanwege een verdenking van corruptie, en je ziet toch wel dat ze nu echt gaan nadenken en zich beginnen te melden als er wat mis is in de tent. Dat heeft er ook mee te maken dat die sancties inmiddels zwaar zijn. De afgepakte bedragen baseren we onder meer op de periode waarin strafbare feiten hebben plaatsgevonden. Die periode eindigt pas op het moment dat het bedrijf zichzelf meldt. Dus het bedrijf heeft een ‘wortel’ om niet te lang te wachten met melden. Stoppen met corruptie kunnen bedrijven trouwens niet van de ene op de andere dag. Er zijn bijvoorbeeld allerlei lopende onderhoudscontracten, en de zaken die je afstoot moet je ook weer niet aan een andere struikrover gaan verkopen, dus dat duurt even.

Ik denk dat we inmiddels een aardige deuk in een pakje boter slaan. Nederland heeft een goede naam in de aanpak en corruptie staat op steeds meer plekken hoog op de agenda. Een deel zal zich er niks van aantrekken, maar ik zie veel bedrijven echt veranderen. Men voelt de dreiging van politie en justitie. En wat bedrijven nog meer vrezen: reputatieschade. Daardoor lopen ze opdrachten mis en trekken geldschieters zich terug. Ik heb wel het idee dat we inmiddels het verschil kunnen maken. Als ik dat niet had, had ik dit werk nooit zo leuk gevonden.