Foto Friso Keuris
Internationale criminaliteit is niet van gisteren. Maar steeds vaker is zij globaal én lokaal: landsgrenzen vervagen. Het mondiale speelveld werkt lokaal in op wijk en buurt. Denk aan migratiestromen, oprukkende cybercrime, een klimaat van aanslagdreigingen, witwaspatronen en mensenhandel.
Daar waar Nederland en de rest van de wereld elkaar steeds meer raken, wordt ook ons OM-werk meer en meer internationaal. Het OM wil leren van de inhoudelijke expertise van andere landen en internationale samenbundeling van krachten verstevigen. We willen de contacten met andere landen warm houden, zodat, áls ergens in de wereld strafrechtelijke stormen woeden, de lijnen kort zijn. En last but not least: een internationale blik en basishouding helpt ons (en anderen) rechtstreeks in het goed doen van strafrechtelijke onderzoeken.
Binnen het College stellen we steeds vaker ‘internationale vragen’. Hoe pakken we de internationale handschoen op? Welke landen zijn het meest belangrijk als het gaat om samenwerken? Hoe kunnen we profiteren van elkaars kracht? Die vragen zijn belangrijk voor onze internationale agenda. Het belang is groot, en de lakmoesproef is steeds dit: Helpen onze inspanningen onze officieren en ondersteuners, die elke dag met hun strafzaken de wereld wat rechtvaardiger willen maken?
Deze Opportuun laat zien hoe cruciaal en normaal de internationale kant van het OM-werk is geworden. Criminaliteit stopt niet bij de grens. Maar voor elk OM-onderdeel geldt: wij ook niet!