Tekst Jeroen de Ridder
Foto Loes van der Meer

Regelmatig verschijnen artikelen over geweld tegen mensen met een publieke taak. Zo meldde de NOS in april jongstleden dat het aantal verdachten van geweld tegen hulpverleners sterk was toegenomen. Dat is een zorgelijke situatie. Mensen met een publieke taak (zoals politie, ambulancepersoneel en brandweer) zorgen immers voor de veiligheid van een ieder en moeten ongehinderd hun werk kunnen doen.

Indien sprake is van agressie of geweld tegen hen geldt daarom bij de beoordeling van een strafzaak dat de officier van justitie de straf verhoogt met 200 procent. Is er sprake van een evenement zoals Oud & Nieuw dan geldt een extra verzwaringsfactor van 75 procent (in totaal 275 procent). Wat de uiteindelijke straf(eis) wordt, is afhankelijk van de overige omstandigheden van het delict en de verdachte.

Het aantal verdachten dat aan het OM is aangeleverd in verband met geweld tegen een ambtenaar, de zogenaamde VPT-zaken (Veilige Publieke Taak), stijgt de afgelopen jaren. Zeker de toename in het afgelopen jaar is opvallend: van 7502 verdachten in 2016 naar 8964 in 2017. Een stijging met maar liefst 20%.

In 59% van de VPT-zaken is sprake van verbale agressie zoals belediging, bedreiging of de weigering om een bevel op te volgen

Maar kloppen die cijfers wel of is er iets anders aan de hand? Opmerkelijk is dat de stijging niet door alle bronnen wordt bevestigd. Zo staat bijvoorbeeld in de “Monitor Veilig Publieke Taak” die in 2017 is verschenen dat in de periode van 2007 tot 2015 het percentage slachtoffers van agressie door derden nagenoeg gelijk is gebleven. Verder meldde de politie in januari 2018 dat niet alleen het aantal incidenten tijdens de jaarwisseling lager was dan vorig jaar, ook was er fors minder geweld tegen de mensen van politie, brandweer en ambulances. Dat lijkt strijdig met de cijfers van het OM.

Wat is het geval? In het voorjaar van 2015 is de registratie van VPT-zaken aanzienlijk verbeterd door het OM. Dat betekent dat het OM vanaf 2015 een vollediger en betrouwbaarder beeld heeft van het echte aantal strafzaken waarbij geweld is uitgeoefend tegen een publieke functionaris. Met andere woorden, het aantal strafzaken is vóór 2015 vermoedelijk hoger geweest dan de grafiek laat zien.

Daarnaast is er nog iets gebeurd: In 2017 is heeft het OM de keuze gemaakt om ook zaken als een VPT-zaak “te labelen” wanneer sprake is van belediging. Voor die tijd was dat niet het geval, in ieder geval niet systematisch. Dat verklaart een groot deel van de toename in 2017 ten opzichte van voorgaande jaren. In 59% van de VPT-zaken is sprake van verbale agressie zoals belediging, bedreiging of de weigering om een bevel op te volgen. In 35 % van de gevallen gaat het om fysiek geweld variërend van een eenvoudige mishandeling, wederspannigheid (verzet met geweld bij aanhouding) en openlijke geweldpleging.

Kortom, het goede nieuws is dat de toename eerder een gevolg is van een uitgebreidere en completere registratie door het OM dan dat sprake is van een reële toename. Het slechte nieuws is dat nog steeds één op de drie medewerkers met een publieke taak te maken krijgt met een vorm van agressie door derden.