Foto Loes van der Meer

Loenen, 16 oktober 2017. Bij het kasteel Ter Horst verzamelt zich een groepje toeristen voor een rondleiding, als een Amerikaanse slee het terrein opdraait. Het portier zwaait open en daar verschijnt Justus. Gekleed in legeruniform, bewapend met geweer, hakbijl, zwaard en bajonet.

Nadat hij met een duizendklapper voor flinke rookontwikkeling heeft gezorgd, stapt hij het kasteel binnen. Het is zijn dag. De dag waarop hij het kasteel gaat terug veroveren op zijn broer.

De geschrokken toeristen vluchten de schuilkelder van de kapel in, terwijl Justus zich naar het dak van het kasteel begeeft. Politieauto’s komen met gierende banden en loeiende sirenes aanrijden. Een agent weet Justus naar beneden te praten. Maar niet dan nadat hij een schot heeft gelost met zijn Mauser. Die heeft zijn opa nog gepikt van de Duitsers, en zijn vader heeft het wapen opgeknapt. ‘Alsjeblieft jongen, ik hoop dat je hem nooit nodig hebt’, sprak de inmiddels overleden kasteelheer tegen zijn zoon Justus. Maar Justus heeft de Mauser wel nodig, om zijn recht te halen.

Tineke Zwart, persvoorlichter parket Oost-Nederland

Jaren geleden kocht de familie hem uit. Met een flink geldbedrag moest voorkomen worden dat het zwarte schaap het kasteel zou erven en zou verkwanselen. Het geld is opgegaan aan drank en drugs. Wat rest is een roemloos bestaan in een caravan, slechts in gezelschap van zijn schildpad. Daar op die troosteloze camping rijpt het idee om het kasteel terug te veroveren. Talloze boze brieven gaan er aan vooraf. Aan zijn moeder, oneerbiedig aangeschreven als Éucalypta de Heks. Aan de vice-voorzitter van een motorclub, met het verzoek om bijstand te verlenen bij de herovering. De vice-voorzitter, toch niet voor een kleintje vervaard, stapt geschrokken met de brief naar de politie. Wat niet belet dat Justus zijn voornemen ten uitvoer brengt.

Op 16 oktober. En dat is niet zomaar een datum. Op die dag in het jaar 1748 werd Wilhelmina Maria Van Hackforst van Ter Horst, in 1672 geboren op het Loenense kasteel, begraven in Arnhem. Gevoel voor symboliek kan Justus niet ontzegd worden. Zo vernielde hij tijdens zijn korte verblijf op het dak de kasteelklok. Een stil protest tegen de wijze waarop zijn broer het kasteel exploiteert, met bruiloften en partijen. Maar op Kasteel Ter Horst hoort de tijd stil te staan, daar is geen tijd voor vooruitgang, vindt Justus.

De psycholoog die Justus probeerde te doorgronden, durft niet te zeggen of hij lijdt aan wanen. Voor de advocaat staat wel vast dat zijn cliënt alleen maar uiting geeft aan zijn woede en frustratie. De verdachte zelf vindt het vooral jammer dat de actie toch niet zoveel media-aandacht gekregen heeft. Hij had gehoopt dat de journalisten hem te hulp zouden schieten. Maar die laten hem in de steek, net zoals de burgemeester eerder al deed.

De officier van justitie omschrijft de gebeurtenissen op 16 oktober als ‘een tafereel uit een slechte actiefilm, maar een bloedserieuze zaak voor het slachtoffer, de toeristen en de politiemensen.’ Extra onderzoek naar de psychische gesteldheid is nodig, ook als Justus dat zelf niet wil.

De rechtbank beslist anders. Justus wordt afgestraft; 12 maanden waarvan 4 voorwaardelijk. Justus, die al in voorlopige hechtenis zit, kan snel weer terug naar de camping. De schildpad zal blij zijn met zijn terugkeer.