Tekst Jeichien E. de Graaff
Foto ANP

Hoofdofficier Fred Westerbeke over vervolging voor de MH17-crash

Hoe lang het nog duurt voordat het OM beslist of en wie er wordt vervolgd voor het neerhalen van de MH17, weet LP-hoofdoficier Fred Westerbeke nog niet. Naar zijn stellige overtuiging komt er een moment dat het dossier voldoende stevig is. “En dan zijn we er klaar voor.”

Hoe lang nog?

Het is de laatste maanden vermoedelijk de meest gestelde vraag aan het ‘gezicht’ van het Openbaar Ministerie in het onderzoek naar het neerhalen van vlucht MH17. “Ik heb het op 24 mei gezegd toen we de laatste update gaven en opnieuw een getuigenoproep deden: In elk geval korter dan het al geduurd heeft. En er komt een moment dat we zeggen: we gaan nu een besluit nemen om tot vervolging over te gaan of niet.”

Fred Westerbeke, hoofdofficier van justitie van het Landelijk Parket was dat eigenlijk nog maar net toen in 2014 de MH17 crashte. “Ik weet nog goed waar ik was toen het gebeurde, maar realiseerde me op dat moment niet dat het een onderzoek voor ons zou worden. Als je hoort over een vliegtuig dat neerstort, dan denk je ook meestal als eerste aan een ongeluk.”

De crash: ongeluk of misdrijf?

Vlucht MH17 vloog op 17 juli 2014 van Amsterdam naar Kuala Lumpur in Maleisië. Aan boord waren 298 mensen. Boven Oekraïne werd het vliegtuig geraakt door een raket, zo bleek na onderzoek. Het vliegtuig kwam in stukken naar beneden. Vliegtuigdelen, bagage en slachtoffers werden verspreid over een groot gebied gevonden.

Eigenlijk kwamen al vrij snel signalen dat het niet om een ongeluk ging, aldus Fred Westerbeke. En daarmee was het LP het aangewezen parket om het onderzoek te leiden, mét ondersteuning van vele OM’ers van andere parketten. En het is een speciaal onderzoek. “Als je kijkt naar de omvang, de inzet van politie en OM, dan zijn er grote onderzoeken die ook zo lang kunnen duren. Maar als je kijkt naar de impact op een groot aantal nabestaanden, de complexiteit, de gigantische druk vanuit de media, de vele vormen van samenwerking en afstemming en de internationale dimensie, dan is het natuurlijk wel een heel bijzonder onderzoek”, zo zegt Westerbeke.

Fred Westerbeke benadrukt de complexiteit.

“Niet alleen in de forensische en technische kant, maar vooral de verschillende internationale aspecten. Om te beginnen de vele slachtoffers uit veel verschillende landen. En natuurlijk het feit dat het vliegtuig is neergestort in een oorlogsgebied waartoe wij tot op de dag van vandaag geen toeging hebben. Een strafrechtelijk onderzoek zonder toegang tot de PD, plaats delict, dus.”

Al op de dag na de crash werd een onderzoeksteam ingericht. De eerste tijd was alles erop gericht om de slachtoffers naar Nederland terug te halen, te identificeren, de nabestaanden de kans te geven afscheid te nemen, en die nabestaanden bij te staan met alle formele handelingen die nodig waren voor een begrafenis of crematie. “Daar hebben we hulp gekregen van diverse regionale parketten en politie-eenheden, waar toch meer ervaring is met het bijstaan van slachtoffers.”

Het bijstaan en informeren van de nabestaanden heeft inmiddels een vaste en belangrijke plaats gekregen binnen het team. Nog steeds gaat veel informatie via de speciale website die Slachtofferhulp Nederland heeft ingericht. Dit is door deze ervaring inmiddels binnen de ‘overheid’ een voorbeeld geworden. Op dit moment wordt bekeken hoe de website wordt ingericht wanneer het tot een vervolging van verdachten komt.

Verschillende onderzoeken

In die eerste fase was dus alles gericht op het halen en identificeren van slachtoffers, maar tegelijkertijd ging achter de schermen een strafrechtelijk onderzoek van start. Want als er sprake was van een misdrijf, dan moesten daar ook mensen voor ter verantwoording kunnen worden geroepen, zo zei Westerbeke al in 2014. Al vrij snel werd het een onderzoek in de vorm van een zogenoemd JIT: een joint investigation team. Nederland werd gevraagd de leiding op zich te nemen. In het JIT zitten naast Nederland België, Australië, Maleisië en Oekraïne.

“We wilden die stap naar voren zeker zetten. Een onderzoek van een speciale commissie van de Verenigde Naties kan natuurlijk ook, maar dan kom je op enig moment klem te zitten met de vertrouwelijkheid omdat zulke commissies hun bevindingen doorgaans niet mogen delen met Justitie. Hetzelfde kon spelen in Nederland bij het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Daar moet je afspraken over maken.”

In oktober 2015 presenteert de OVV zijn conclusies. Dat was eigenlijk de eerste keer dat de nabestaanden in detail te horen kregen wat er gebeurd was. Ook Westerbeke was onder de indruk van die presentatie. “De reconstructie van het vliegtuig op de achtergrond was beklemmend en aangrijpend, de aandacht enorm. Het staat nog steeds op de vliegbasis Gilze Rijen. Er ligt uiteraard strafrechtelijk beslag op.”

Informatie aan nabestaanden

De nabestaanden zijn voor de eerste openbare presentatie van de onderzoeksresultaten door de OVV eerst zelf geïnformeerd. Ze hebben ook als eersten in de beslotenheid van de hangar het vliegtuig kunnen zien. “Dat had een enorme impact. Je kan hen ook niet zomaar confronteren met zo’n beeld. Ook niet op televisie.”

Het vinden van getuigen die bereid zijn een verklaring af te leggen, is een helse klus

Het onderzoeksteam doet er alles aan om de nabestaanden als eersten en zo volledig mogelijk op de hoogte te houden, en dus vooraf in te lichten, wil Westerbeke daarmee benadrukken. “Met name in het eerste jaar hebben we, achteraf gezien, wel eens te veel tijd voorbij laten gaan om de nabestaanden te informeren waar we mee bezig waren”, zo zegt hij nu. “Mensen hebben behoefte aan informatie, ook al is het maar over het proces, waar je mee bezig bent. We waren natuurlijk erg voorzichtig om in een onderzoek als dit niet de fout te maken dat je te snel informatie of conclusies naar buiten brengt. We zijn normaal eigenlijk ook niet gewend om in grote strafrechtelijke onderzoeken te vertellen wat we aan het doen zijn.”

Zowel bij de presentatie in 2016 als de persbijeenkomst van dit jaar is dan ook bijzondere aandacht aan de nabestaanden gegeven: in de vorm van een presentatie vooraf, of de organisatie van een livestream (2018).

Wereldnieuws

Op 28 september 2016 kon Fred Westerbeke samen met het hoofd van de landelijke recherche van de Landelijke Eenheid, Wilbert Paulissen, de eerste resultaten van het strafrechtelijk onderzoek naar de crash bekendmaken. “We hebben heel veel bewijs gevonden dat de MH17 uit de lucht geschoten is met een Buk-raket, van een veld in de buurt van een Oekraïense stad, en dat het apparaat daarna snel naar het grondgebied van de Russische Federatie is gebracht. Maar wie daar in strafrechtelijke zin verantwoordelijk voor is, duurt langer om vast te stellen, zo maakten we bekend.” Het gaat veel journalisten, en sommige nabestaanden, niet snel genoeg. Vanuit Rusland wordt zeer afwijzend gereageerd.

“Ik zei het toen, ik zeg het nog steeds: wij willen deze zaak aan een rechtbank voorleggen. Dat is ons doel. En tot we die beslissing nemen moeten we zorgvuldig en voldoende zeker van onze zaak zijn”, aldus de hoofdofficier.

Daar komt bij dat het onderzoeksteam bestaat uit mensen uit de vijf JIT-landen, met verschillende strafvorderlijke regels, werkwijzen  en samenwerkingsvormen tussen politie en OM. “Zo is het Australische OM helemaal niet betrokken bij het onderzoek. De politie werkt daar formeel heel anders. De – nieuwe – Maleisische attorney-general heb ik net ontmoet samen met een van de zaaksofficieren. We zijn in twee dagen heen en weer gevlogen naar Maleisië om hem een uitgebreide update te geven over het onderzoek. Wil je internationaal goed samenwerken in een team, dan moet je elkaar kennen, aangekeken hebben. Dan is er onderling vertrouwen. En als het eenmaal goed is, hoef je de deur niet bij elkaar plat te lopen.” Uiteraard is er ook contact met de diverse ambassades, en de ministeries van Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken.

Opnieuw wereldnieuws

De hectiek van weer een persbijeenkomst, zoals op 24 mei 2018, verrast toch. “Het was opnieuw wereldnieuws. Dat wilden we ook, want we deden weer een getuigenoproep. Dat was eigenlijk het belangrijkste doel. Die oproep werd ondersteund met nieuwe onderzoeksbevindingen. We kunnen nu gerust zeggen dat de raket afgevuurd is door een Buk-Telar die afkomstig was van een brigade van het Russische leger.”

Bepaalde raketdelen lagen bij de persbijeenkomst ter ondersteuning van die boodschap. Daar staan letters en cijfers op die er door mensen op gezet zijn. “Dat kan door getuigen mogelijk herkend worden, en dan zijn we mogelijk weer een stap dichterbij de mensen die áchter de raketaanval zitten.”

Hier wil Westerbeke dan wel even iets zeggen over het OM-team dat het onderzoek doet, en dat soms heel nieuwe wegen moet bewandelen. Hij wijst onder andere op het vinden van getuigen - en het daarmee verkrijgen van getuigenbewijs, wat in dit onderzoek bijzonder ingewikkeld is. Zo was het rechtstreeks benaderen van getuigen, bijvoorbeeld door middel van een buurt- of passantenonderzoek, in deze zaak vanwege de oorlogssituatie niet mogelijk. Het vinden van getuigen die bereid zijn een verklaring af te leggen, is dus een helse klus voor het team. Daarnaast vraagt elke getuige om een individuele afweging van het belang en de betrouwbaarheid van de verklaring versus de veiligheid van die getuige. Dat betekent dat er dus volop werk is voor de officieren die werken aan bijzondere getuigentrajecten.

“Er kan morgen iets gebeuren, waardoor het opeens heel snel kan gaan”

“De impact die het onderzoek heeft gehad en nog steeds heeft op de officieren, de secretarissen en ondersteuning… deze collega’s leveren onder grote druk een enorme prestatie. En ze zijn vol gemotiveerd door blijven gaan, net als het politieteam.” De parketleiding heeft er ook voor geprobeerd te waken dat zij “in relatieve rust” hun werk konden doen. Maar “de voortdurende (media)druk doet ook iets met hen. Ik heb daar veel respect voor”.

Ontwikkelingen in 2018

De bijeenkomst op de 24 mei was niet de enige waar de crash van MH17 volop in de publiciteit kwam. Een dag later maakte de Nederlandse regering bekend (samen met Australië) dat zij Rusland als staat aansprakelijk gaat stellen voor het neerhalen van het vliegtuig en het enorme leed en de schade die dat heeft veroorzaakt. Een bijzondere internationaalrechtelijke procedure die overigens losstaat van het strafrechtelijk onderzoek en een eventuele vervolging.

In september was er opeens de persconferentie van het Russische ministerie van Defensie waar bekendgemaakt werd dat de raket die gevonden is op de crashsite, en die in mei in Nederland getoond werd, aan Oekraïne geleverd zou zijn. Het JIT maakte bekend de informatie te zullen bestuderen, maar ook dat de eerder naar buiten gebrachte conclusies staan.

Bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, eind september, vroeg premier Rutte opnieuw aandacht voor het onderzoek en riep hij Rusland op tot overleg. MH17 is “een open wond”, aldus de premier die alle landen vroeg mee te werken aan gerechtigheid voor de slachtoffers en hun geliefden.

In oktober werd bekend dat een Russische inlichtingendienst mogelijk heeft geprobeerd in Maleisië systemen van instanties betrokken bij het MH17-onderzoek binnen te dringen.

En dan was er in juli natuurlijk de vierde herdenking van de crash, op de speciale herdenkingsplaats in Vijfhuizen waar een monument en bomenlint zijn geplaatst. Fred Westerbeke is er samen met een van de vier zaaksofficieren geweest, zoals hij ook al vaker bijeenkomsten met de nabestaanden heeft bezocht.

“Veel nabestaanden herkennen mij. Ik ken veel verhalen die ze me zelf verteld hebben. Dat raakt je, natuurlijk. Vooral het voorlezen van alle namen van de slachtoffers door de nabestaanden is zeer emotioneel.”

Op zijn werkkamer thuis heeft hij een kaart van een moeder. “Ze spreekt er vertrouwen in uit dat we er alles aan doen om de zaak op te lossen, hoe lang het ook duurt.”

Daarmee is Westerbeke terug bij de beginvraag: hoe lang duurt het onderzoek nog? “We zitten in de laatste fase, en we werken toe naar een mogelijke vervolging.” De locatie van de mogelijke behandeling is inmiddels ook bekend: dat zal de locatie JCS (Justitieel Complex Schiphol) zijn, als zittingslocatie van de rechtbank Den Haag, zoals ook dit jaar bekend geworden is.

“Maar wie er vervolgd worden en waarvoor kan ik nog niet zeggen”, aldus Westerbeke. En hoe lang het nog duurt voor de beslissing valt, is dus nog niet bekend. “Maar er kan morgen iets gebeuren, waardoor het opeens heel snel kan gaan.” Er komt naar zijn stellige overtuiging een moment dat het dossier voldoende stevig is. “En dan zijn we er klaar voor.”