Tekst Jeroen de Ridder, Fact Factory OM
Foto Loes van der Meer
Het aantal sepotbeslissingen verdubbelt in 2019! Wat is er aan de hand?
Jaarlijks verschijnen op diverse momenten cijfers over de strafrechtketen. Zo publiceert het OM eigen ‘kerncijfers’ in het Jaarbericht OM, wordt jaarlijks een factsheet met cijfers aan de Kamer toegezonden door J&V en publiceren het CBS en het WODC het statistisch jaarboek ‘Criminaliteit en Rechtshandhaving’. Voor de liefhebbers van cijfers een waar genot om in te duiken op zoek naar trends en ontwikkelingen die nieuwswaardig zijn. In de afgelopen jaren is het vaak gebeurd dat zo’n ontwikkeling er werd uitgelicht. Niet zelden ging het over het (groeiend) aantal sepotbeslissingen. Hoe dat kan? Omdat het sepot toch door velen – in mijn ogen niet altijd terecht – wordt gezien als een voortijdig en ongewenst einde van een strafzaak. En als het aantal ongewenste eindes toeneemt, dan moet er wel wat aan de hand zijn.
In het verleden is het een bewuste keuze geweest van de minister van Justitie om het aantal sepotbeslissingen omlaag te brengen. In de beleidsnota ‘Strafrecht met beleid’ staat dat het OM vanwege doelmatigheidsredenen minder technisch sepots moet behandelen en meer tijd moet steken in haalbare strafzaken. Dat dit voornemen heeft gewerkt is terug te zien in de cijfers. Het CBS beschikt over sepotstatistieken vanaf 1957. Daaruit blijkt dat in de periode van 1957 tot 1990 bijna 30%, en enkele jaren zelfs meer dan 40% van de uitstroom van het OM bestond uit sepotbeslissingen. Vervolgens daalt het aantal geregistreerde sepots vanaf de jaren ’90 en blijft op dat niveau tot 2012. Slechts 10 tot 15% van de uitstroom is een sepot. Of het feitelijk aantal sepotbeslissingen in die periode ook echt lager ligt, is uiteraard de vraag. Veel sepotbeslissingen werden namelijk tot 2012 niet meer geregistreerd en bleven onzichtbaar. Als er al sprake was van registratie, dan werd dat overgelaten aan de politie.
De situatie dat de sepotbeslissingen buiten de cijfers van het OM blijven komt straks ten einde. Vanaf 1 januari 2019 legt het OM alle sepotbeslissingen vast in de eigen registratiesystemen en worden alle sepotbeslissingen meegeteld als uitstroom. Dat betekent dat er jaarlijks tussen de 35.000 en 40.000 sepotbeslissingen extra gaan ‘verschijnen’ in de cijfers. Wat dat betekent? Uit het Jaarbericht van het OM blijkt dat het OM in 2017 34.400 strafzaken seponeerde die in de statistieken meetellen. Een groter aantal sepotbeslissingen, 39.300, bleven buiten de statistieken. Als alle sepotbeslissingen straks geteld worden, is sprake van een toename van het aantal sepotbeslissingen met 114%! Het totaal aantal zaken dat uitstroomde in 2017 is nu volgens het Jaarbericht 191.200 strafzaken. Dat worden er straks 230.500, waarbij het sepotpercentage zal toenemen van 18% naar 32%. Dat laatste cijfer stond voor het laatst in 1990 in de boeken en zal ongetwijfeld opgemerkt worden door oplettende cijferaars op zoek naar nieuwswaardige ontwikkelingen. Nu maar hopen dat ze dit tekstje vooraf hebben gelezen.