Kort nieuws

Dit artikel hoort bij: Opportuun Nummer 5

KortOM

Nieuwe procureur-generaal: Guus Schram

Er vindt een wissel van de wacht plaats binnen het College van procureurs-generaal. Per 1 oktober is Guus Schram begonnen als nieuwe PG, ter vervanging van Theo Hofstee die met pensioen gaat.

Guus Schram

Schram heeft een lange geschiedenis bij het OM. In 2000 startte hij als officier van justitie bij parket Rotterdam. Ook heeft hij gewerkt bij het Landelijk Parket als senior officier en later als plaatsvervangend hoofdofficier. Daarna was hij van 2014 tot 2017 procureur-generaal van Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Vervolgens was hij van 2017 tot 2019 hoofdofficier van justitie bij parket Noord-Nederland en meest recent hoofdofficier bij het Functioneel Parket. Als PG krijgt hij onder andere ondermijning, militaire zaken, forensische opsporing en High Impact Crime (HIC) in zijn portefeuille.

Minister kondigt strenger regime EBI aan

Als het aan minister Weerwind van Rechtsbescherming ligt wordt het gevangenisregime voor een kleine groep gedetineerden binnenkort een stuk strenger.

Daags nadat media berichtten over een briefwisseling die al enige tijd gaande is tussen Ridouan T. en de tot levenslang veroordeelde moslimterrorist Mohammed B., kondigt minister Franc Weerwind in een brief aan de Tweede Kamer strengere maatregelen aan voor gedetineerden uit ‘de zwaarste categorie’. Die timing is volgens de bewindsman, die benadrukt dat alle communicatie door en met Ridouan T. ook nu al zeer streng wordt gecontroleerd, echter puur toeval. De plannen voor een strenger regime, met name binnen de Extra Beveiligde Inrichting in Vught, lagen er al langer. Zo is het onder vier ogen spreken van hun advocaat voor een kleine groep zware criminelen binnenkort verleden tijd, kondigt Weerwind aan. Ook de ruimte om te bellen en bezoek te ontvangen moet wat hem betreft drastisch worden beperkt.

“Het mag niet en kan niet dat vanuit Nederlandse gevangenissen nieuwe misdrijven worden beraamd,” zegt Weerwind in De Telegraaf naar aanleiding van de brief. “Negentig procent van alle gevangenen zit keurig zijn straf uit. Voor die groep gelden deze nieuwe maatregelen niet. Het gaat vooral om de zwaarste categorie, die stelselmatig bezig blijft met criminaliteit of het werven van nieuwe ‘soldaten’ in de gevangenis.”

Op het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt momenteel met spoed gewerkt aan een aanpassing van de Penitentiaire Beginselenwet. Die moet het ook mogelijk maken om in specifieke gevallen, waarbij sprake is van zeer ernstige veiligheidsrisico’s, beperkingen op te leggen die nog verder gaan, zoals het geheel verbieden van bepaalde communicatiemogelijkheden of contacten. Hierin wordt ook de mogelijkheid van visueel toezicht op gesprekken tussen die specifieke groep gedetineerden en hun advocaat geïntroduceerd. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2023 ingediend bij de Tweede Kamer.

Hoge raad acht procesafspraken toelaatbaar

Procesafspraken tussen het OM en de verdediging zijn toelaatbaar als de wettelijke regeling en de eisen van een eerlijk proces in acht worden genomen, zo oordeelt de Hoge Raad.

Procesafspraken zijn afspraken tussen het OM en de verdediging over het verloop van de strafprocedure en de wijze waarop de strafzaak wordt afgedaan. Kenmerkend voor procesafspraken is de wederkerigheid ervan. Een procesafspraak kan bijvoorbeeld inhouden dat de verdediging afziet van bepaalde onderzoekswensen en het OM de omvang van de beschuldiging tegen de verdachte afbakent.

Voor het maken van procesafspraken bestaat geen specifieke wettelijke regeling. Daarom was het onduidelijk of en, zo ja, onder welke voorwaarden het maken van procesafspraken toelaatbaar is. De Hoge Raad oordeelt nu dat de bestaande wet daar wel degelijk ruimte voor laat. Procesafspraken in strafzaken doen geen afbreuk aan de eigen verantwoordelijkheid van de strafrechter voor de uitkomst van de zaak. De rechter kan tot een uitspraak komen die aansluit bij de gemaakte procesafspraken maar is niet verplicht het voorstel van het OM en de verdediging te volgen.

In de uitspraak zet de Hoge Raad het kader uiteen waarbinnen de rechter bij de beoordeling van de zaak kan komen tot een uitspraak die aansluit bij de procesafspraken. Het gaat hierbij uitsluitend om zaken waarbij sprake is van een gezamenlijk ‘afdoeningsvoorstel’ van het OM en de verdediging. Enkele kernvoorwaarden in het geschetste kader zijn rechtsbijstand voor de verdachte, het rekening houden met de belangen van het slachtoffer en het voorlezen van de procesafspraken op een openbare zitting. Ook stelt de Hoge Raad dat als in het afdoeningsvoorstel is opgenomen dat geen hoger beroep zal worden ingesteld tegen een nog te wijzen uitspraak, dat niet betekent dat afstand is gedaan van het recht op hoger beroep.