Tekst Rahany Gramberg
Foto Loes van der Meer

Judith van Schoonderwoerd den Bezemer en Mirjam Goudzwaard maken zich hard voor individuele beoordeling van slachtoffers in strafzaken.

Het was de enige plek waar hij altijd terechtkon. Maar zijn ouderlijke woning was ook de plek waar hij alles kort en klein sloeg en zijn moeder mishandelde. Steeds vaker en steeds erger. “Als ouder wil je je kind niet de rug toekeren, maar op een gegeven moment zei de moeder dat ze echt heel erg bang was voor haar zoon. Dan ben ik zo blij dat het strafrecht een scala aan maatregelen biedt om slachtoffers te beschermen.”

Mirjam Goudzwaard (boven) en Judith van Schoonderwoerd den Bezemer.

Aan het woord is Mirjam Goudzwaard, officier van justitie bij het arrondissementsparket Rotterdam, portefeuillehouder slachtofferrechten. “Ik ben maanden met deze zaak bezig geweest. De verdachte was zwaar verslaafd en had overduidelijk psychische problemen. Toch wilde hij zich niet laten behandelen en keerde telkens naar zijn moeder terug. De mishandelingen en vernielingen werden steeds ernstiger. Wat doe je dan? In nauwe samenwerking met ketenpartners zijn we met verschillende trajecten bezig geweest. Zoals een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Dat hebben we geprobeerd met deze meneer, maar hij is tig keer weggelopen en tig keer teruggebracht. Op dit moment is de kans aanwezig dat hij een tbs-maatregel opgelegd krijgt voor het feit waarvoor hij nu in voorlopige hechtenis zit, zodat hij van straat is én behandeld wordt. De slachtoffers in deze zaken, waaronder zijn moeder, moeten beschermd worden tegen deze verdachte. Dat kon alleen omdat ze steeds weer contact opnamen met de politie als verdachte zich niet hield aan de gestelde voorwaarden.”

Je kan een slachtoffer eigenlijk geen moment loslaten, merkt ook Judith van Schoonderwoerd den Bezemer in de dagelijkse praktijk van het arrondissementsparket Den Haag. Daarom is het zo fijn dat het sinds 1 juni 2018 wettelijk verplicht is om vanaf het allereerste moment dat er contact is met een slachtoffer in een zaak diens beschermingsbehoefte structureel in kaart te brengen. In de wet heet dit de individuele beoordeling (IB) van slachtoffers en dit is vastgelegd in artikel 51aa lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. Het doel is het beschermen van slachtoffers tegen herhaald slachtofferschap, secundaire victimisatie (slachtoffer van het systeem), intimidatie en vergelding.

“Bij huiselijk geweld zie ik vaak dat het per dag verschilt hoe de betrokkenen zich tot elkaar verhouden. Het idee van individuele beoordeling is dat je je daar voortdurend bewust van bent en daar maatwerk op probeert toe te passen.” - Judith van Schoonderwoerd den Bezemer

Deze individuele beoordeling houdt in dat de politie bij de fysieke aangifte beoordeelt of een slachtoffer kwetsbaar is en of het een specifieke beschermingsbehoefte heeft. Is dat het geval, dan kunnen verschillende beschermingsmaatregelen worden getroffen. Het OM pakt het stokje vervolgens over en actualiseert de beschermingsbehoefte van het slachtoffer en kan de beschermingsmaatregelen wijzigen en aanvullen. Informatie vanuit de ketenpartners speelt hierbij een belangrijke rol. Het slachtoffer kan zo beschermd worden tegen de verdachte en ook weer in staat worden gesteld om zijn of haar leven op te pakken.

Álle zaken

Als officier van justitie gespecialiseerd in jeugd- en huiselijk-geweldzaken zijn die beschermingsmaatregelen niets nieuws voor Judith van Schoonderwoerd. “Dit zijn maatregelen die we altijd al hebben gehad en altijd al hebben toegepast. Alleen het verschil is dat het nu gestructureerder gebeurt. Dat we als OM in elke zaak die afweging moeten maken. Niet alleen in huiselijk-geweldzaken, maar in álle zaken, zowel kortlopende als langlopende onderzoeken.”

“Judith en ik werken allebei bij Interventies waar we kortlopende onderzoeken doen, maar ik heb ook veel contact met officieren die langlopende onderzoeken doen”, vult Mirjam Goudzwaard aan. “Verdachten in die zaken komen meestal niet een dag later weer vrij, maar gaan voor minimaal een paar maanden de cel in. Ook vanuit de penitentiaire inrichting kunnen verdachten slachtoffers lastigvallen en kun je met een gedragsaanwijzing zorgen dat dit niet gebeurt. Soms moet de familie van het slachtoffer worden beschermd als je het over eerzaken hebt. Het is belangrijk dat in alle soorten zaken naar de beschermingsbehoefte van het slachtoffer gekeken wordt en dat vertel ik mijn collega’s.”

Judith van Schoonderwoerd: “Het is de verantwoordelijkheid van het OM de individuele beoordeling voortdurend te blijven maken als dat nodig is. Niet alleen op het moment dat je een zaak ter beoordeling voor je neus krijgt, maar ook verderop in aanloop naar de zitting of zelfs op zitting of als de zitting al voorbij is. Als je je dan zorgen maakt over de veiligheid van het slachtoffer, doe er dan iets mee.”

Negen keer gebeld

“En het slachtoffer altijd informeren over de beschermingsmaatregelen die we inzetten”, benadrukt Mirjam Goudzwaard. “Dat is iets wat we voor de komst van IB niet structureel deden. Het slachtoffer is natuurlijk wel degene die moet weten: wat houdt een contact- en gebiedsverbod eigenlijk in? Moet ik dan elke keer de politie bellen als de verdachte zich er niet aan houdt? Moet ik iets opschrijven? Dat leggen we allemaal uit.”

“Gisteren had ik avonddienst en kreeg ik een melding van de politie binnen van een slachtoffer dat negen keer was gebeld terwijl ze dacht dat er een contactverbod was”, herinnert Judith van Schoonderwoerd zich. “Wij zoeken, zoeken, zoeken. Bleek het contactverbod al lang overruled te zijn door een vonnis van de rechter waar het contactverbod niet in zat. Daarover had het slachtoffer natuurlijk geïnformeerd moeten worden.”

“De gedragsaanwijzing van een officier loopt af op het moment dat de rechtbank uitspraak doet”, legt Mirjam Goudzwaard uit. “Dus de rechtbank zal het stokje moeten overpakken als het gaat over de bescherming van het slachtoffer. Het is dus van belang dat het OM tijdens de zitting aangeeft welke actuele beschermingsbehoefte een slachtoffer heeft en op welke manier dit in een uitspraak van de rechtbank verwerkt kan worden, bijvoorbeeld door bijzondere voorwaarden te eisen. En ook tíjdens de zitting kunnen maatregelen getroffen worden ter bescherming van het slachtoffer. Vanuit mijn portefeuille bespreek ik met de rechtbank deze maatregelen. Artikel 12 van het Besluit slachtoffers van strafbare feiten geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om tussen slachtoffer en verdachten, onder meer tijdens het afleggen van een getuigenverklaring, geen oogcontact te kunnen laten plaatsvinden. Een andere mogelijkheid is dat het slachtoffer in de rechtszaal kan worden gehoord zonder daar aanwezig te zijn. Met enige regelmaat wordt er nu al in gevoelige zaken voor gezorgd dat het slachtoffer in een andere zaal de zitting via een televerbinding kan bijwonen.”

“Slachtoffers van stalking hebben echt de hoogste bescherming nodig. Ik heb een aantal voorbeelden van zaken waarbij constant het contact- en locatieverbod wordt overtreden. Dan belt de politie weer: hij staat weer voor haar of zijn deur. Daar moet je bovenop zitten.” - Mirjam Goudzwaard

Erbovenop zitten

Judith van Schoonderwoerd: “Bij huiselijk geweld zie ik vaak dat het zo ongeveer per dag verschilt hoe de betrokken mensen zich tot elkaar verhouden. Het idee van individuele beoordeling is dat je daar voortdurend bewust van bent en daar maatwerk-maatregelen op probeert toe te spitsen. Dat wil niet zeggen dat je daarmee elk gevaar kunt uitsluiten. Dat is gewoon niet zo. Dat strookt niet met de vrijheid die wij in Nederland hebben. Dan kan je niet alles dichttimmeren qua risico.”

“Wat er op het vlak van IB nodig is op het moment dat er crisis is en er wordt gebeld naar de politie, weten we vaak wel. Maar hoe zit het bijvoorbeeld twee of zes weken later als mensen weer met elkaar samenwonen? Daarover moet je je wel laten voorlichten door ketenpartners die wél in het gezin komen of daar heel dichtbij staan. Reclassering en Veilig Thuis hebben daar belangrijke risicotaxatie-instrumenten voor. Neem dit serieus, kijk ernaar en neem dan pas je beslissing als officier van justitie.”

Mirjam Goudzwaard: “Ik doe veel stalkingzaken. In dat soort zaken zijn er eigenlijk altijd kwetsbare slachtoffers. In een van mijn zaken heeft de verdachte een locatieverbod voor de hele stad Rotterdam opgelegd gekregen door de rechter-commissaris. Dat betekent voor die verdachte best wel veel. Het betekent natuurlijk niet dat hij daar niet kán komen, want wij gaan niet met hem meelopen aan de hand. Maar het betekent wel dat als het slachtoffer hem ziet zij meteen de politie moet bellen en de politie kan optreden. Dat geeft hopelijk toch een soort rust bij het slachtoffer.”

“De ervaring leert dat stalkers niet snel zullen stoppen met het lastigvallen van het slachtoffer. Slachtoffers van stalking hebben echt de hoogste bescherming nodig. Ik heb een aantal voorbeelden van zaken waarbij constant het contact- en locatieverbod wordt overtreden. Dan belt de politie weer: hij staat weer voor haar of zijn deur. Daar moet je bovenop zitten.”

Soms gaat het faliekant mis. Zoals op 18 december 2018 toen een 16-jarige scholiere werd doodgeschoten voor haar school in Rotterdam. Hiervoor werd een 31-jarige verdachte opgepakt tegen wie zij diverse aangiften had gedaan wegens stalking en bedreiging. Het onderzoek is nog in volle gang.

Ook in augustus 2015 voltrok zich een drama toen een verpleegkundige op de parkeerplaats van het ziekenhuis waar zij werkte in Waalwijk door haar ex werd neergeschoten. De 41-jarige verdachte heeft hiervoor onlangs in hoger beroep twaalf jaar cel en TBS opgelegd gekregen.

Niks, nada, nakkes

Ook al is het een “utopie om een compleet veilige wereld te creëren”, Judith van Schoonderwoerd peinst geen moment over een andere baan. “Ik doe dit werk nu tien jaar en wil er nog steeds bij blijven omdat het zo ontzettend in beweging is en er nog zoveel te doen is.”

“Bij politie en justitie kunnen we nog heel veel doen met weten wat nu precies je instrumentarium is. Wat de beperkingen en voordelen zijn en hoe de maatregelen op elkaar in werken. Als je dat weet kun je slachtoffers echt optimaal beschermen.”

“Ik heb wel eens geadviseerd aan een collega: doe dat contactverbod van de vader met zijn kinderen in de bijzondere voorwaarden want die kan je later nog wijzigen. Dan kan je ook de reclassering in charge laten over hoe lang het moet duren en of er bijvoorbeeld eerst begeleid contact is. Die vrouw waarvan honderd procent duidelijk is dat ze niks, nada, nakkes meer met haar stalkende man te maken wil hebben, zet die dan in een contactverbod op grond van Artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. Een 38v-maatregel is niet wijzigbaar, maar past beter want op basis van Artikel 38v kun je sneller en makkelijker ingrijpen, met een directe consequentie en keer op keer. Bij bijzondere voorwaarden kan dat laatste niet.”

Mirjam Goudzwaard: “Je ziet heel vaak bij huiselijk geweld dat partners niet met en niet zonder elkaar kunnen en geen aangifte willen doen. Daardoor denken sommige collega’s ‘ze zoeken het zelf maar uit’. Maar ik vind dat we daar als OM een rol in hebben. Zeker als er ook andere mensen getuigen zijn van bijvoorbeeld mishandelingen of andere dreigingen. Zoals kinderen, de buren of overige familie die daarin betrokken worden. Het kan niet zo zijn dat dat zo eindeloos doorgaat en lasten levert voor wie dan ook. Dan moeten we juist optreden ter bescherming van slachtoffers.”

Voorbeelden van beschermingsmaatregelen

  • De politie kan zelfstandig een AOL (Afspraak Op Locatie) inzetten op een adres waar eerder iets aan de hand is geweest, zodat bij een volgende melding de politie extra snel ter plaatse is;
  • Een slachtoffer of betrokkene kan (beperkt) anoniem aangifte doen of een verklaring afleggen met een verklaring onder nummer. Dit kan in twee situaties:
    1. Als er gegronde redenen zijn voor overlast van de getuige of aangever of belemmering in de uitoefening van zijn of haar beroep, zoals voor personen met een publieke taak, hulpverleners of toezichthouders;
    2. Als de getuige of aangever bedreigd wordt.
  • Bijzondere maatregelen ten aanzien van het verhoor van minderjarige of extra kwetsbare slachtoffers. Het verhoor kan bijvoorbeeld plaatsvinden in een aangepaste ruimte. Of experts op een bepaald gebied doen of begeleiden het verhoor, zoals bij zedenzaken.
  • De officier van justitie kan een gedragsaanwijzing op grond van artikel 509hh Sv opleggen. De gedragsaanwijzing kan inhouden dat de verdachte wordt bevolen zich niet op te houden in een bepaald gebied, zich te onthouden van contact met een bepaald persoon of bepaalde personen, zich op bepaalde tijdstippen te melden bij de daartoe aangewezen opsporingsambtenaar en/of met verplichte begeleiding naar een hulpverlener te gaan.
  • Een contact- of gebiedsverbod als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk op te leggen straf of als vrijheidsbeperkende maatregel op basis van artikel 38v Sr. Deze maatregelen legt de rechtbank op.
  • Het omzetten van een contact-of gebiedsverbod vanuit het buitenland. De richtlijn Europees Beschermingsbevel beoogt slachtoffers de mogelijkheid te bieden om maatregelen die een slachtoffer beschermen en zijn opgelegd in de ene lidstaat, ook in een andere lidstaat te kunnen inroepen. Op verzoek van de te beschermen persoon, kan een Europees Beschermingsbevel worden uitgevaardigd. De beschermingsmaatregelen waarop het Europees Beschermingsbevel van toepassing is zijn het locatieverbod, het contactverbod en het benaderingsverbod.
  • De hoogste beschermingsmaatregel bij zeer ernstige dreiging is inzet door het Stelsel Bewaken en Beveiligen. Het slachtoffer wordt indien hij of zij dit ook wenst ondergebracht op een geheime, veilige plek.