Tekst Steven Beek
Foto Loes van der Meer

Nieuw boek in juridische OM-reeks biedt handvatten voor uitvoering van de wet

Door de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet USB) verschuift de formele verantwoordelijkheid over de executie van rechterlijke beslissingen van het OM naar de minister van Justitie en Veiligheid. De inwerkingtreding van de wet wordt verwacht op 1 januari 2020.

De wet geeft in grote lijnen aan waar verantwoordelijkheden komen te liggen, maar schrijft de praktische uitvoering niet voor. Daarom heeft Rick Robroek, universitair docent Strafrecht en Criminologie bij de Rijksuniversiteit Groningen en raadadviseur bij het Parket-Generaal van het OM, onderzoek gedaan naar de wettelijke opdracht van het OM die uit deze nieuwe wet voortvloeit. Het onlangs verschenen derde deel in de OM-boekenreeks is gebaseerd op dit wetenschappelijk onderzoek.

Wat maakt deze wet bijzonder?

Robroek: “De verhoudingen tussen het OM en de ketenpartners gaan veranderen met de nieuwe wet. Dat betekent dat in de grensvlakken posities opnieuw moeten worden bepaald. Dit onderzoek maakt duidelijk waar dat speelt en biedt handvatten om op die punten keuzes te maken. Dat zijn de ketenpartners in de praktijk nu samen aan het doen.”

Wat gaan Nederlanders hiervan merken?

“Het doel van de wet is dat veroordeelden sneller de straf krijgen waartoe ze zijn veroordeeld. Waarschijnlijk merken veroordeelden weinig van de verplaatsing van de verantwoordelijkheid over de uitvoering van hun straf. Voor een deel maakt de wet staande praktijk officieel: het OM was formeel verantwoordelijk, maar de uitvoering lag bij ministeriële diensten zoals het Centraal Justitieel Incassobureau en de Dienst Justitiële Inrichtingen. Dat blijft zo nu het OM niet langer verantwoordelijk is.”

Wat verandert er voor het OM?

“Het OM voelt zich vanouds erg verantwoordelijk, nu is het juist de kunst om de verantwoordelijkheid deels los te laten. Dat zal wennen zijn. Tegelijkertijd blijft het OM verantwoordelijk voor een aantal belangrijke taken in de executie. Zo beslist het OM nog steeds wat er moet gebeuren wanneer een taakstraf niet wordt verricht of voorwaarden niet worden nageleefd. Daarnaast mag het OM adviseren over de uitvoering van rechterlijke beslissingen en deze in het belang van onderzoek te versnellen of vertragen. De magistratelijke functie krijgt meer nadruk dan voorheen.”

Het boek ‘Executie na de Wet tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen’ is verschenen bij Boom Juridisch.