Juriaan Simonis is onderzoeker bij het Wetenschappelijk Bureau van het OM.

Normaal gesproken heeft het OM niet zoveel met de Auteurswet te maken. De handhaving van die wet is vaak een zaak van kapitaalkrachtige bedrijven die hun advocaten naar de burgerlijk rechter sturen om hun recht te halen. Maar af en toe is er wel degelijk een rol voor het strafrecht weggelegd, namelijk wanneer het algemeen belang op het spel staat. Dat kan bijvoorbeeld zijn bij grootschalige schendingen van het auteursrecht of als er samenhang is met georganiseerde criminaliteit. Een bijzonder voorbeeld was de zaak waarin iemand met een zogenaamde ‘spybril’ opnames had gemaakt van het theoriegedeelte van het rijexamen om die vervolgens te kunnen verkopen.

Onlangs oordeelde de Hoge Raad over een zaak die zonder meer ernstig genoeg was om strafrechtelijk te worden aangepakt. Het zwaarste feit op de tenlastelegging was oplichting, maar de verdachten werden ook vervolgd voor overtreding van de Auteurswet.

Wat was er aan de hand? Een groep Nederlanders had in België een bedrijf opgericht met de naam ‘Kantoor voor Klanten BVBA’ en in Nederland het ‘Kantoor voor Klantenservice’. Vervolgens hadden zij aan duizenden Nederlandse bedrijven brieven en acceptgiro’s gestuurd met het verzoek om een bedrag over te maken ten behoeve van registratie in het ‘kvkhandelsregister’. De brieven waren verstuurd kort voor de datum waarop de Kamer van Koophandel bedrijven jaarlijks voor registratie laat betalen. Zowel de bewuste brieven als de website waarnaar verwezen werd, waren zo vormgegeven dat het leek alsof deze van de Kamer van Koophandel afkomstig waren. Het plan was om 1,4 miljoen brieven te versturen. Maar de Kamer van Koophandel kreeg er lucht van, onder meer omdat ruim 1.200 ondernemers het geld niet naar het Kantoor voor Klanten overmaakten, maar naar de echte KvK. Deze sloeg alarm en het spel was uit. De schade bleef beperkt tot 530 onterechte betalingen à €149,-.

Verdachten werden zowel in eerste aanleg als in hoger beroep veroordeeld voor oplichting en schending van het auteursrecht van de Kamer van Koophandel en kregen tot achttien maanden gevangenisstraf. Een van hen stelde in cassatie de vraag aan de orde of de afkorting ‘KvK’ wel auteursrechtelijk beschermd was. Een goed punt: de afkortingen ‘KVK’ en ‘KvK’ worden immers wel vaker gebruikt, bijvoorbeeld voor de Belgische eersteklasser KV Kortrijk (ook wel bekend als ‘de Kerels’) en voor het muzikale fenomeen Kinderen voor Kinderen.

Het hof Arnhem-Leeuwarden had vastgesteld dat ‘KvK’ door de Kamer van Koophandel was gedeponeerd als woordmerk. Nu verdachten dat woordmerk letterlijk hadden gebruikt, was volgens het Hof het auteursrecht van de Kamer geschonden. Die motivering was volgens de Hoge Raad te zuinig. Het enkel deponeren van de lettercombinatie als woordmerk maakt nog niet dat de letters 'KvK' een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de Kamer van Koophandel als de maker dragen. De Hoge Raad wees de zaak daarom voor dit punt terug naar het Hof. Gelukkig voor ondernemend Nederland bleef de rest van de veroordeling gewoon overeind.