Tekst Tineke Zwart
De man die landelijke bekendheid kreeg als de ‘neppatholoog’, strompelt moeizaam de zittingzaal binnen waar hij terecht moet staan. Als de rechter zijn oer-Hollandse, alledaagse naam controleert, antwoordt hij met zwakke stem. Er klinkt weemoed in door, verboden verlangen naar de dagen dat hij zich nog kon voorstellen als Dr. Bones. ‘I open corpses to close cases’, was het motto dat onder zijn bijzondere bijnaam op het visitekaartje prijkte. Het visitekaartje was echt, het diploma dat hem het recht moest geven om als arts en patholoog op te treden, vervalst.
Ooit heeft hij een écht diploma behaald. Dat van obductie-assistent. Maar hij wil hogerop, ambieert de functie van forensisch arts en patholoog. Liefde voor de medische wetenschap die tot doel heeft om de doodsoorzaak van overledenen vast te stellen, kan hem niet ontzegd worden. Hij begraaft zich graag in zijn werkkamer, tussen zijn medische handboeken, scalpels en naalden. Hij heeft een traumakoffer, schorten en handschoenen. Helemaal voorbereid op de dag dat hij zijn kennis mag gaan toepassen in de door hem zo begeerde functie. Hij strooit met titels, verzonnen werkervaring, niet bestaande bestuursfuncties en namen van artsen met wie hij gewerkt zou hebben.
Bij een internationaal bedrijf, dat gespecialiseerd is in de identificatie en repatriëring van slachtoffers na rampen, krijgt hij een voet tussen de deur. Dr. Bones is geboren. Het bedrijf stuurt hem na een vliegtuigcrash naar Namibië. Hij koketteert, zelfs bij zijn eigen vrouw, graag met indrukwekkende verhalen over zijn optreden op de crashsite. Maar in de kille zittingzaal, waar alleen feiten tellen, verbleken de heldendaden. ‘In werkelijkheid zat ik in Namibië op een politiebureau, 700 kilometer verwijderd van de crashsite.’
Na een vliegtuigcrash in Frankrijk, waarbij een jonge Nederlandse vrouw om het leven komt, werpt hij zich op als steun en toeverlaat van de ouders. Hij vertelt de ouders hoe hij hun dochter persoonlijk in de kist heeft gelegd, en stelt een haarlok voor hen veilig. Twijfels van de ouders over het waarheidsgehalte van zijn met toewijding en zorg doordrenkte verhalen, wuift hij ook nu weg: ‘Ik ben er trots op dat ik dit heb mogen doen.’
Dr. Bones wisselt makkelijk van gedaante. Als het gaat over strafbare feiten, ziet de rechtbank een kwetsbare, gebroken man. Gaat het over zijn vermeende vak, dan veert hij op en verheft zijn stem. De vergoeding die de Politieacademie hem betaalde voor zijn gastlessen als patholoog en optreden als examinator, vindt hij passend. ‘Ik heb altijd hard gewerkt, expertise vergaard.’ Als expertise toch niet genoeg blijkt en er om een diploma wordt gevraagd, knutselt hij er eentje in elkaar. Niet met de precisie die je van een patholoog mag verwachten trouwens. De titel ‘bachelor’ die hij hanteert, bestond nog niet in het jaar waarin hij zichzelf een bul toebedeelt. Bij de GGD valt het doek voor Dr. Bones. Alle zelfstudie ten spijt, blijkt tijdens zijn inwerkperiode dat hij geen bloeddruk kan opmeten.
De officier van justitie spreekt van misbruik van vertrouwen en in juridische termen van valsheid in geschrifte en oplichting, waarvoor alleen langdurige gevangenisstraf passend is. Dr. Bones schrikt. De man die zich koelbloedig staande houdt tussen lijken, kan zich maar moeilijk handhaven tussen gedetineerden. De rechtbank stuurt de man voor 15 maanden de cel is, en zet zes maanden celstraf als stok achter de deur. Zo dreigt Dr. Bones toch definitief de boeken in te gaan als neppatholoog. Case closed.