Tekst Steven Beek
Foto Loes van der Meer

Twee officieren zorgen ervoor dat heel Nederland weet hoe een xtc-lab ruikt

Met een bewustwordingscampagne willen officieren Antoinette Doedens en Carla Hofstee mensen bewegen vaker hun vermoedens van xtc-productie te melden. Dat de campagne zó succesvol zou zijn hadden ze nooit verwacht.

Antoinette Doedens
Carla Hofstee

De presentatie van het parfum XTACY in het centrum van Den Bosch was zorgvuldig gepland: een professioneel team liet voorbijgangers de geur van een xtc-lab ruiken alsof het om een nieuw geurtje ging. Maar bij een goede publiciteitscampagne moet je ook kunnen improviseren. Dus toen initiatiefnemers Antoinette Doedens en Carla Hofstee hoorden dat Mark Rutte een straat verderop een bijeenkomst over Ondermijning bijwoonde, hebben ze zijn beveiligers gevraagd of hij wilde komen ruiken. Dat wilde de minister-president wel. “We zijn brutaal geweest, maar we hebben ook geluk gehad”, zegt Hofstee. “Er stond al pers klaar voor de lancering van het parfum. Maar toen Mark Rutte in beeld kwam hadden we een verhaal dat de voorpagina’s haalde.”

Beïnvloeden van gedrag

Doedens en Hofstee, beiden officier van justitie in Zwolle, liepen tijdens een leergang stage bij reclamebureau Roorda. Daar werkten ze aan een campagne om de overlast van xtc-productie aan te pakken. Na de stage bood Roorda tot hun vreugde aan om belangeloos samen met hen de campagne te maken. Van die samenwerking hebben ze veel geleerd. “Aanvankelijk waren we van plan om ook de gebruikers van xtc aan te spreken”, vertelt Hofstee. “Het is voor veel mensen gewoon om zo’n pilletje te slikken op een feest. We wilden aan de gebruikers duidelijk maken dat er een wereld van gevaarlijke labs en dumpingen achter schuilgaat.” Het reclamebureau vond dat geen goed idee; je verandert gedrag van mensen niet door ze op gevaren te wijzen. Doedens: “Wij dachten het beter te weten. We hadden een aantal gesprekken gepland met leerlingen vanaf zestien jaar. Dat werden heel open gesprekken waarbij zij vrijuit konden spreken over hun drugsgebruik. Toen viel bij ons het kwartje. De gevolgen van xtc-gebruik op maatschappij en milieu, zoals liquidaties en dumpingen, interesseerden de jongeren gewoonweg niet. Zelfs met beelden van overleden honden die van drugsafval hadden gedronken en verhalen over kinderen met brandwonden konden we hun gedrag niet beïnvloeden.” Samen met Roorda hebben Doedens en Hofstee uiteindelijk een campagne met een positieve boodschap uitgedacht die mensen een concreet handelingsperspectief biedt. Een parfum om de aandacht te grijpen, en daarna de boodschap: vermoed je een drugslab, meld dat dan direct.

“Boswachters, mountainbikers, mensen die hun hond uitlaten: we hebben iedereen nodig”

Gevaar

De meldingsbereidheid onder burgers is belangrijk voor de opsporing van xtc-labs. “De labs worden vaak opgezet op afgelegen plekken”, zegt Hofstee. “De politie kan ook niet overal patrouilleren, zeker niet in het buitengebied.” Doedens: “Bovendien worden de drugscriminelen steeds slimmer. Regelmatig worden de labs afgebroken en elders weer opgebouwd. Daarom is het zo belangrijk om goed en snel te melden. Boswachters, mountainbikers, mensen die hun hond uitlaten: we hebben iedereen nodig.”

Een drugslab bij de buren raakt direct aan je eigen gezondheid omdat er gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Er is reëel ontploffingsgevaar, er kunnen giftige gassen ontsnappen en er wordt geloosd in leiding- en grondwater. Toch blijkt uit onderzoek dat veel mensen zeker van hun zaak willen zijn voordat ze de buurman erbij lappen. Zelf op onderzoek uitgaan is echter geen goed idee. Hofstee: “Mensen moeten direct melden en niet op eigen houtje gaan rondkijken. Niet alleen omdat de stoffen waarmee gewerkt wordt erg gevaarlijk zijn, maar ook omdat er veel geld omgaat in xtc-productie. Het is echt gevaarlijk om je daarmee te bemoeien. Het is het beste om direct te melden bij de politie of Meld Misdaad Anoniem, ook als je alleen een vermoeden hebt.”

“Kinderen van collega’s hebben het in het Jeugdjournaal gezien en vertellen thuis dat ze weten hoe een xtc-lab ruikt”

Aandacht

“De geur is ontwikkeld door de taskforce Zeeland-West-Brabant”, vertelt Doedens. “Een geurlab heeft daarvoor geurstalen van de politie gekregen, van stoffen die aangetroffen worden in labs. De meest herkenbare geur, een anijsachtige lucht, is geïsoleerd en nagemaakt. Door die geur te bottelen en te lanceren als parfum wilden wij aandacht genereren voor het onderwerp.” Het genereren van aandacht lijkt ruimschoots gelukt. XTACY is besproken in alle journaals en talkshows, en er is belangstelling van media van over de hele wereld, van Saoedi-Arabië tot Vietnam. De twee officieren worden voortdurend benaderd door geïnteresseerden. “We krijgen spontane aanmeldingen van allerlei instanties”, zegt Hofstee, “gemeentes en ministeries, politiebureaus en brandweerkazernes, scholen en boswachters. We waren razendsnel door de eerste voorraad parfum heen. Kinderen van collega’s vertellen thuis dat ze weten hoe een xtc-lab ruikt omdat ze dat in het Jeugdjournaal hebben gezien.” Doedens: “De mensen van Roorda hadden ons al gewaarschuwd dat ons parfum het goed zou doen in de media, maar wij zijn toch enorm verrast over het succes. Ze hebben het heel knap gedaan.”

Brutaal

Is het te danken aan geluk dat de campagne zoveel aandacht heeft gekregen? Doedens: “We hebben veel geluk gehad dat ons enthousiasme is opgepikt door anderen, en dat het gevoel van urgentie ook is overgekomen.” Naast enthousiast moet je ook brutaal kunnen zijn om iedereen mee te krijgen, zoals het benaderen van de minister-president als je een parfum lanceert op straat. Daarin zijn de twee tijdens het project gegroeid. “In mijn werk als officier zou ik een collega met een vrijblijvende mail om hulp vragen”, zegt Doedens. “Als je geen tijd hebt is dat ook prima, dat werk. Maar tijdens de campagne hebben we geleerd om te bellen en direct afspraken te maken. Alles komt veel sneller in beweging met een harde deadline en een beetje doordrukken.”

De volgende stap is Meld Misdaad Anoniem. Op initiatief van Doedens en Hofstee gaat in het najaar een verdiepende campagne van start, gericht op hotspots in landelijke gebieden. Met een aantal evenementen blijven ze de komende tijd aandacht vragen voor labs en dumpingen. Maar de twee officieren gaan ook weer aan de slag met hun reguliere OM-werkzaamheden: opsporen en vervolgen. Daarbij hebben ze naar eigen zeggen veel aan de kennis die ze hebben opgedaan tijdens de stage en de daaropvolgende campagne. Hofstee: “In de rechtszaal proberen wij, officieren van justitie, mensen aan te spreken met rationele argumenten door te wijzen op gevaren, verboden en straffen. De vraag is of dit resulteert in gedragsverandering.” Doedens: “Natuurlijk is er in de rechtszaal niet altijd ruimte voor een positieve boodschap, zeker bij ernstige zaken. Maar bij een verdachte die eenmalig in de fout is gegaan wil je als OM gedragsverandering bewerkstelligen. Waar dat past kunnen we dat ook met positiviteit doen.”

Vind meer informatie over de campagne op de website van het OM.