Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer

18 veranderingen als gevolg van het virus

Spugen en straatroof. Achtervang en avondzittingen. Achttien veranderingen die het virus veroorzaakte, toegelicht door Liesbeth Schuijer en Jeroen van Berkel van de OM-taskforce corona.

1. Strafbaar gedrag veranderde

Wie had een jaar geleden zittingen tegen coronaspugers en –hoesters verwacht? Jeroen van Berkel, plaatsvervangend hoofdofficier Zeeland – West-Brabant: “Maar als mensen doelbewust anderen in het gezicht spugen, terwijl ondertussen op IC’s zieken in ademnood liggen, dan moet de politie dat stevig aanpakken. Aanvankelijk had ik zorg over de praktische haalbaarheid, gezien de ‘sluiting’ van de gerechten. Toch kwamen er snelrechtzittingen, met mooie uitspraken. Daarentegen is er een duidelijke afname geweest van openlijke geweldpleging in de horeca, straatroof of incidenten bij voetbalwedstrijden.” Liesbeth Schuijer, plaatsvervangend hoofdofficier parket CVOM: “Tijdens de intelligente lockdown in de eerste coronagolf ontstond een afname en vertraging in de opsporing en vervolging. Het OM legde de eerste prioriteit bij ernstige, urgente zaken die koste wat het kost moesten doorgaan. Tegelijkertijd leidde de gestegen aanwezigheid van de politie in de openbare ruimte tot een toename van het aantal processen-verbaal voor overtredingen. Die betroffen meer dan alleen ‘coronafeiten’; denk bijvoorbeeld aan snelheidsovertredingen.”

2. Skypen met gedetineerden

De virusuitbraak leverde ook risico’s op voor uitbraken in PI’s. Om dat risico te beperken werd afgesproken dat gedetineerden niet meer voor elke zitting naar de rechtbanken zouden worden gebracht. Vooral zittingen over het voortduren van hun voorlopige hechtenis gingen toen via een Skypeverbinding tussen penitentiaire inrichting en rechtbank. Liesbeth Schuijer: “Toen die maatregelen wat versoepeld konden worden, ontstond een soort keuzevrijheid voor gedetineerden: Met een busje naar de rechtbank, waar ze voor een zitting van 10 minuten niet zelden uren in het cellenblok zaten te wachten? Of even Skypen en daarna weer je activiteit in de PI doen? De vanzelfsprekendheid dat verdachten standaard naar de rechtbank worden gebracht voor een zitting, hoe kort ook, is er vanaf. Er is nu ruimte om dit anders in te vullen. Dat is voor officieren ook anders werken: ze hebben op zitting niet altijd meer te maken met een lijfelijk aanwezige verdachte.”

3. Rechtbank: van dicht naar avondzittingen

Gek genoeg stonden OM en Rechtspraak niet op het NCTV-lijstje van ‘vitale’ beroepen. Op enig moment werden de rechtbanken zelfs voor de meeste zaken gesloten. Er waren alleen een paar proformazittingen voor gedetineerden. Inmiddels zijn rechtbanken weer open, en worden zelfs avondzittingen gedaan. Op vrijwillige basis zijn rechters, griffiers en officieren zittingen gaan doen om de door corona gestegen voorraden aan te pakken. Het is improviseren en vreemd in zo’n leeg gebouw, maar het geeft ook Schuijer en Van Berkel een goed gevoel. “We hebben zelf ook onze jurk weer eens uit de kast gehaald.”

4. Noodgrepen tegen kwetsbaarheid

Parket Zeeland – West-Brabant had al een hoog ziekteverzuim toen corona juist daar als eerste, en hard, toesloeg. Medewerkers zijn wekenlang uitgevallen, moesten worden verplaatst of in quarantaine. Van Berkel: “Voor elk parket geldt dat je dan kwetsbaar bent. Met te veel zieken krijg je, van administratie tot officieren, de roosters niet gevuld. Op een gegeven moment is ook je laatste gespecialiseerde administratief medewerker van een bepaald blok ziek, of heb je niet meer genoeg vliegendekiep-officieren. Parketten hebben regelmatig een beroep op andere OM-onderdelen moeten doen.”

5. Andere keuzes in de opsporing

Om besmettingen te beperken, heeft het OM een tijdelijk ‘selectiviteitskader’ gemaakt, om de instroom van vooral voorlopigehechteniszaken te beperken. Met name rechercheofficieren en hoofden Beleid en Strategie ontwikkelden dit. Bij noodhulp en heterdaad bleef de politie gewoon actief, zegt Van Berkel. “Maar geplande acties, bijvoorbeeld doorzoekingen en klapdagen in onderzoeken die inhoudelijk al rond zijn, konden nu een paar weken worden uitgesteld.” Het was tijdelijk. Inmiddels werkt de opsporing in haar keuzes weer nagenoeg normaal.

6. Door gestegen voorraden werden zaken herbeoordeeld

Ook voor het uitbreken van de coronacrisis stond de strafrechtspleging onder druk en waren er stapels voorraden. Toen zittingen uitvielen of werden verminderd, heeft het OM met de keten een ‘herbeoordelingskader’ gemaakt. Schuijer noemt het ‘de trap van boven naar beneden schoonvegen’. “Dus kijk je eerst binnen de voorraad meervoudigekamerzaken welke je naar een politierechterzitting kunt brengen. Daarna bezie je bij politierechterzittingen welke zaken het OM zelf met een strafbeschikking kan afdoen. En bij zaken van geringe ernst die te oud zijn geworden, kun je overwegen om te seponeren.”

“Onze organisatie kan wel sluiten als administratief-logistieke processen stil komen te liggen”

7. Zaken niet doen, gaf veel extra werk

Veel zittingen en zaken kwamen in coronatijd tot stilstand. Dat lijkt, tijdelijk, een vermindering van de werkbelasting. Maar vergis je niet in de hoeveelheid werk die gepaard gaat met het massief intrekken van zittingen en zaken, zegt Van Berkel. “Dat is niet een druk op de knop. De administratie moest verdachten, advocaten, slachtoffers en getuigen informeren. Hele teams hebben zitten bellen om die partijen te informeren dat die zaak waarop ze misschien al anderhalf jaar gewacht hebben, deze week niet kan doorgaan. Ook medewerkers van het klantcontactcentrum kregen veel ‘minder enthousiaste’ reacties van slachtoffers van ernstige misdrijven naar hun hoofd, en dat begrijp ik ook wel. Ook voor die medewerkers is het een pittige tijd geweest, en nog steeds.”

8. Schakelen in handhavingsregels, landelijk en lokaal

Achter iedere persconferentie van het kabinet gingen wel wijziging in noodverordeningen schuil. Met allerlei regionale accenten. In die zoektocht naar eenduidige uitwerking van regels én maatwerk draaiden hoofden Beleid &Strategie overuren. Op de meest onmogelijke tijden schoten zij constant teksten heen en weer en vonden elkaar. Een prestatie van formaat, zegt Liesbeth Schuijer. “Om die anderhalvemeterboetes snel en eenvoudig te kunnen verwerken is ervoor gekozen om die ‘feitgecodeerd’ af te doen. Dan lopen ze allemaal digitaal via het CJIB. Maar dan moest er wel een ‘werkset’ komen voor de beoordelaars van parket CVOM. Waarin staat: Bij een bekeuring in bijvoorbeeld Bunnik gebruik je díe noodverordening en dát beleidskader, en elders gebruik je dát kader.”

9. Grotere aantallen mensen in verzet

De nieuwe regels, plichten en adviezen, leverden veel discussie op. Over de anderhalve meter. Mondkapjes. De hoeveelheid mensen die je in huis mag ontvangen. Privacy en fundamentele vrijheden. Schuijer: “Ook juridisch experts verschillen daar snel van mening. Dan is het niet raar dat bij bijvoorbeeld coronaboetes meer mensen in verzet gaan. Ook dat leverde een belasting voor de rechtspraak op.”

10. Thuiswerken werd een norm

Mensen willen elkaar graag zien. Oog in oog spreken over elkaars werk en welzijn. En menig OM-onderdeel was wat wantrouwend tegen thuiswerken. Maar wat beperkt was toegestaan of grotendeels verboden, is nu een norm geworden. Sommige collega’s hebben daar in deze tijd moeite mee, anderen werken juist beter dan ooit. Voor hen heeft het gekkenhuis van de kantoortuin plaatsgemaakt voor de rust van thuis.

11. Digitalisering kreeg het momentum

Nauw verweven met thuiswerk: corona heeft digitalisering een boost gegeven. “Het versnellen van digitalisering heeft nu echt het momentum,” ziet Liesbeth Schuijer. “Vóór corona kwam iedereen – ook als ze al een telefoon of iPad of OM-laptop hadden – naar de werkplek en gebruikten ze die devices vaak niet eens zo intensief. Maar nu is je productiviteit heel afhankelijk van de vraag of je devices het goed doen.”

12. Afstand werd relatief

Alle OM’ers ervaren afstand. Het echte contact is weg, iedereen zit maar naar een schermpje te kijken. “En tegelijkertijd”, zegt Liesbeth Schuijer, “zijn heel veel afstanden binnen het OM verkleind. Vroeger was Groningen ver weg. Maar binnen parket CVOM heb ik twee teams in Leeuwarden zitten, die voelen zich nu meer verbonden. Makkelijker en meer dan ooit, wordt met dat team de verbinding gemaakt.”

13. Schotten tussen functies vielen weg

Binnen het OM spraken bedrijfsvoeringsadviseurs vaak met bedrijfsvoeringsadviseurs. Zedenofficieren met zedenofficieren. Idem dito bij beleidsmedewerkers en hoofdofficieren. Maar in de taskforce corona en in parkettelijke crisismanagementteams kreeg functieoverstijgende samenwerking een impuls. Beleid praat nu meer met uitvoering. Ineens voelt iedereen dat je samen het verschil maakt. Ineens ziet iedereen hoe complex, divers en cruciaal administratieve processen zijn: twee medewerkers op een bepaald proces zonder devices in quarantaine – en het OM-onderdeel is vleugellam. Schuijer: “Omdat het zo’n markante figuur is, redeneerden we vaak: ‘Zonder officier geen OM’. Maar in coronatijd hebben we ontdekt: onze organisatie kan wel sluiten als die administratief-logistieke processen stil komen te liggen.”

14. Het aantal ziekmeldingen steeg én daalde

Ook OM’ers hebben zich de afgelopen maanden ziek moeten melden. Percentages van 12 procent waren geen uitzondering, en op piekdagen meer. Maar tegelijkertijd daalde het aantal ziekmeldingen ook wat. Liesbeth Schuijer denkt te weten waarom. “Als je je voorheen gammel voelde en je moest eerst een uur in de bus zitten om naar je werk te komen, meldde je je vaak ziek. Nu denk je misschien: ik begin iets later, ik ga in mijn joggingbroek achter de laptop zitten en kijk wel hoe ver ik kom.”

15. HRM-werk en leidinggeven veranderde

Het afgelopen jaar liep werving en selectie van OM’ers door, zoals er ook nog steeds mensen weggingen. Dat was spannend, weet Schuijer. “Ga je iemand aannemen die je alleen maar via Facetime hebt gesproken? En hoe zorg je ervoor dat nieuwe mensen een band krijgen met de organisatie en begrijpen wat we hier doen? Ook dat moest veel digitaal.” En hoe houd je verbinding met je team? Dat steeds maar bellen hoe het met mensen gaat, voelt veel onnatuurlijker dan wanneer je iemand op je parket spreekt. De een is onzeker, voelt zich overvraagd en minder op zijn plek. Van Berkel: “Anderen bloeien op door alle improvisatie die van hen wordt gevraagd.”

16. Besparingen en extra kosten

OM-onderdelen hebben veel geld moeten uitgeven. Zo is er veel besteed aan de aanschaf van extra devices, fysieke aanpassingen en hygiënemiddelen. Daar staat een besparing op structurele kosten, tegenover, zoals de grote post reiskosten. “Onderaan de streep houden we waarschijnlijk wat geld over”, zegt Schuijer. “Bij de werving speelt ook mee dat je mensen moet kunnen inwerken. En daar is nabijheid voor nodig. Daarom zijn op een aantal plekken vacatures een tijdje opengehouden. Dat remt dan de uitgaven.”

17. Meer zorg om kwetsbare mensen

ZSM en Zorg-en-Veiligheidshuizen bleven redelijk doordraaien. Maar de aanpak van huiselijk geweld en straf met zorg voor kwetsbare mensen is lastiger geworden. Allereerst omdat huiselijk geweld achter de voordeur plaatsvindt en corona mensen juist meer achter de voordeur heeft gedwongen. De vrees is dat er nu dingen gemist worden omdat signalen van dit geweld vaak juist in sociale netwerken werden opgepikt. Van Berkel: “We hebben geen getallen. Maar er is een overlap in ggz en strafrecht. Kwetsbare mensen – met agressieproblematiek, verslaving of wat dan ook – kunnen door de coronacrisis minder effectief geholpen worden door coaching, begeleiding en therapie. Door stress of tegenslag in hun privéomgeving kunnen ze in de problemen komen en mogelijk ook in het strafrecht terecht komen. Dat is wel een zorg.”

18. Slachtoffers lijden het meest

Het OM heeft veel geïmproviseerd en heeft met veel ketenpartners ‘op afstand’ recht gedaan. Maar een groep heeft misschien wel de meeste last van de beperkingen in coronatijd, vermoedt Schuijer. “De slachtoffers. Denk aan de beperkingen in de mogelijkheden om aanwezig te zijn bij zittingen. De beperkingen bij herstelbemiddeling tussen slachtoffer en verdachte. Of bij gesprekken met officieren van justitie en onze slachtoffercoördinatoren.” Van Berkel beaamt het. “Als niet-‘professionele’ deelnemers, zijn zij tegen hun wil betrokken geraakt bij zo’n procedure. Soms hebben ze al lang in de wacht gezeten. Om dan te horen dat de zaak niet doorgaat, dat ze fysiek niet welkom zijn of er allerlei beperkingen gelden, is erg vervelend.”