Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer
Thomas Peek, boa
Als boswachter voelt Thomas Peek zich gastheer van Staatsbosbeheer. Tegelijkertijd is hij als boa handhaver tussen duinen, bunkers en waterpartijen.
Het liefst beent boswachter Thomas Peek door Berkheide, het 1800 hectare groot duingebied tussen Katwijk en Wassenaar. Over zandverstuivingen. Langs waterpartijen. Met bunkers her en der verscholen. “Prachtig om juist daar te werken, in de elementen van de natuur. Als je goed kijkt, zie je veel. Een vos die in het zonnetje ligt te slapen. Reeën die door stil te gaan staan, denken zich te kunnen verstoppen voor je. Een visarend die ineens overvliegt.”
Peek is een van de 430 boswachters in dienst van Staatsbosbeheer, en een van de ongeveer honderd boswachters die als boa voor deze grootste natuurbeheerder van Nederland zijn aangewezen.
In de omgeving van zijn standplaats Noordwijk, is hij niet de enige die graag buiten is. In coronatijd botst de ene recreant bijna op de ander. Visser en vogelaar. Jogger en mountainbiker. Wandelaar en flora-fan. En waar de burger regels overtreedt, daar handhaaft de boa.
Buiten zijn training, trekt Thomas Peek zelden wapenstok, pepperspray of handboeien van zijn koppel. Eerder tuurt hij door zijn verrekijker. Zo ontwaart de boswachter bijna altijd eerder de recreant die letterlijk van het padje is of fietst of kampeert waar dat niet mag, dan vice versa. “De kijker geeft me de tijd om te zien wat iemand doet. Daarna spreek ik iemand aan. Blijkt dan dat men bewust de regels overtreedt, dan zeg ik een proces-verbaal aan. De goedkoopste bekeuring bij ons is 109 euro, dat is inclusief 9 euro administratiekosten. Dat kan zijn voor je hond los laten lopen waar het niet mag, je buiten wegen en de paden bewegen, of fietsen op het voetpad. En dan kan ik prima uitleggen waarom dat voor de natuur of andere recreanten ongewenst is. De meeste overtreders hoeven geen ‘geeltje’ uit het bonnenboekje; ze zien de brief van het CJIB wel komen, zeggen ze.”
Hij mag zijn wapens dan nauwelijks aanwenden, de straffende boswachter vermoedt dat menig overtreder juist dóór een blik op het boa-wapentuig afziet van driest verzet. “We zijn met name ook getraind in gespreks- en benaderingstechnieken. Want we zijn kwetsbaar. Surveilleren doen we over dag solo, in vaak uitgestrekt gebied. Als het uit de hand loopt, is er een lange aanrijdtijd voor de politie.”
“Als we echt flink moeten optreden, zoeken we contact met de politie. Zoals toen de stranden van recreatiegebied Vlietland te vol raakten en op last van de burgemeester moesten worden ontruimd. De disciplines stonden schouder aan schouder. Eerst traden boa’s – te water en op de fiets – op. Direct daarna kwam de politie ‘eroverheen’. Zo voelde iedereen dat het ons menens was en keerde de rust snel terug.”
“Ook als er ’s nachts in bunkergebied een illegaal muziekfeest gaande is – met tientallen jongeren en mogelijk alcohol en drugs in het spel – stap ik daar niet in mijn eentje op af. Dan is het afstand houden, monitoren om hoeveel mensen het gaat, dat doorgeven aan de meldkamer en vervolgens opschalen met de hulpdiensten.”